Het wilde westen van Europa

Hoe kunnen advocaten, NGO’s, journalisten, artsen of politici hun werk doen als ze niet zeker zijn van veilige communicatie en ze door overheden en veiligheidsdiensten worden afgeluisterd? We hebben een Europese 'commissie stiekem' nodig.

Een tijdje geleden waren we getuige van het zoveelste spionageschandaal. De Britse veiligheidsdienst GCHQ en Amerikaanse veiligheidsdienst NSA hackten het Nederlandse simkaartenbedrijf Gemalto. Het bedrijf ontwikkelt naast simkaarten ook de chips in rijbewijzen en bankpassen. Door de hack kunnen veiligheidsdiensten potentieel iedereen volgen die ze willen. Het nieuws volgt op de hack vorig jaar, ook door GCHQ, bij het Belgische telecombedrijf Belgacom. Deze ontwikkelingen werpen de vraag op hoe advocaten, NGO’s, journalisten, artsen of politici hun werk kunnen doen als ze niet zeker zijn van veilige communicatie. Het ongelimiteerd afluisteren en bespioneren is schadelijk voor de kwaliteit van de democratie. Niemand controleert de veiligheidsdiensten of roept ze tot de orde als ze te ver gaan. Situaties als deze tonen telkens weer aan dat het toezicht op de diensten faalt, vooral als ze grensoverschrijdend opereren. Het is bizar dat Europese lidstaten inbreken op elkaars grondgebied.

De Britse geheime dienst doet niet erg geheimzinnig over de hack. Sterker nog, ze stellen dat ze binnen de wet gehandeld hebben. Tegelijkertijd stelt minister Plasterk dat er geen medewerking is verleend aan de Britten en Amerikanen bij de hack in de systemen van Gemalto en dat het een onwettige actie was. De logische vervolgstap is een onderzoek en het eisen van opheldering bij de Britten en Amerikanen. Maar kennelijk durft Plasterk onze nauwste bondgenoten niet op het matje te roepen. Bij Belgacom zien we hetzelfde. Het Nederlandse bedrijf Fox-IT moest zijn onderzoek naar de hack bij Belgacom staken toen ze ook een infectie in de Cisco-routers ontdekten.

Elke keer weer blijkt dat de traditionele bilaterale diplomatieke betrekkingen tussen lidstaten volstrekt ineffectief zijn als toezicht op de geheime diensten. Het Europees Parlement zou daarom de bevoegdheid moeten krijgen om een volwaardig onderzoek in te stellen. Met alle instrumenten die daarbij horen; het horen onder ede, het oproepen van getuigen. Daarnaast is de noodzaak tot het uitbouwen van de Europese inlichtingendienst Intcen tot een volwaardige instelling des te groter. Op die manier krijgen we grensoverschrijdend toezicht en kan er ook ingezet worden op betere Europese samenwerking.

In een tijd waarin inlichtingendiensten van bondgenoten elkaar ongelimiteerd bespioneren en de regeringsleiders de andere kant op kijken en met lauwe reacties komen, is stevig Europees parlementair toezicht vereist. Na Charlie Hebdo wilden regeringsleiders nog meer bevoegdheden, maar dat vereist ook meer democratisch toezicht. We moeten naar een Europese ‘commissie stiekem’ die controleert of er rechtmatig wordt gehandeld zodat er verantwoording wordt afgelegd zoals dat hoort bij een volwassen democratie. We mogen niet toestaan dat inlichtingendiensten gewoon hun gang gaan. En dat inlichtingenland het wilde westen van Europa wordt.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren