Digitalisering en democratie

‘Ik wil een einde aan de greep in de gemeentelijke autonomie’

Toegang tot digitalisering zou een grondrecht moeten zijn, vindt Leonard Geluk, de nieuwe directeur van de VNG. Na tien jaar terug bij de lokale overheid, wil hij zich sterk maken voor een autonomere positie van gemeenten en ‘een betere balans’ tussen lokale taken en de vergoeding. Een gesprek met een man die tegenwind niet schuwt.       

Beeld: De Beeldredaktie

Leonard Geluk had zich de start bij zijn nieuwe werkgever anders voor gesteld, op woensdag 1 april. Geen rondgang langs de medewerkers in de karakteristieke Willemshof aan de Haagse Nassaulaan, geen lunch in het atrium en geen informele gesprekken bij de koffieautomaat. De eerste dag als algemeen directeur van de VNG begon vanwege de intelligente lockdown thuis, achter de laptop in zijn woning in Rotterdam. En met een snel groeiend nieuw dossier als bonus: de coronacrisis en de financiële gevolgen voor de 355 leden van de VNG. Glimlachend: “Een dubbele werkweek eigenlijk. Niet wat je noemt wittebroodsweken. Maar daardoor gaat het inwerken wel snel.”

Hij zegt de afgelopen weken onder de indruk te zijn geraakt van de veerkracht van gemeenten. “Toen ik begon was er bij de VNG al een crisisstructuur opgezet. Gemeenten schakelden snel met het nemen van maatregelen, in enkele weken tijd werd de Tozo-regeling ontwikkeld. Er blijven veel vragen; over de anderhalvemetersamenleving, de openbare ruimte, winkelstraten. Maar de attitude is dat we het stap voor stap doen en de samenleving draaiende houden. Ik zie nergens gemeenten door het ijs zakken.”

Basale zorgen zijn er echter wel degelijk, constateerde hij tijdens de kennismaking in het land en tijdens het vele beeldbellen. De vaak toch al met moeite sluitende gemeentelijke begrotingen komen nog meer onder druk te staan door opdrogende inkomstenbronnen als de toeristenbelasting en parkeergelden. Er is weliswaar bestuurlijk een afspraak met het Rijk over financiële compensatie: door de coronacrisis mogen gemeenten er niet op achteruit gaan. Inmiddels is er een eerste steunpakket van ruim 566 miljoen euro voor gemeenten, provincies en waterschappen samen. Geluk: “Gemeenten redeneren: eerst zien dan geloven.” Daarnaast zijn er zorgen over de gevolgen voor de lokale economie en kwetsbare groepen burgers die door corona extra geraakt worden. Met nog meer zorgkosten tot gevolg. Het sociaal domein is complex, weet Geluk. “Mensen hebben recht op zorg, daar heeft de wet geen financieel uitsluitsel voor. Je kunt niet zeggen: het geld is op, je krijgt geen zorg meer. De taken van gemeenten groeien, terwijl het budget daalt.”

Fronsende wenkbrauwen

Leonard Geluk (Dordrecht, 1970) bedacht zich geen moment toen hij gevraagd werd te solliciteren naar de functie van algemeen directeur van de VNG, als opvolger van Jantine Kriens die met pensioen ging. Enthousiaste blik vanachter het scherm van zijn laptop: “Het is een van de mooiste banen van Nederland.” De VNG is een dynamische, breed geschakeerde vereniging op allerlei beleidsterreinen, verklaart hij. “Wij zijn klein, in vergelijking met ministeries, alles bij elkaar achthonderd fte, maar sterk omdat 355 ambtelijke organisaties hun kennis en ervaring inbrengen.    Wat een gemeente ontwikkelt wordt groter gemaakt voor allemaal.”

Openbaar bestuur zit bij Leonard Geluk onder de huid. Al tijdens zijn studie staats- en bestuursrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam wordt hij gekozen als raadslid voor het CDA van deelgemeente Delfshaven en later voor de gemeenteraad. Hij blijft jarenlang actief in het decentraal bestuur, van 2004 tot 2009 als wethouder Jeugd & Onderwijs in het Rotterdamse. Dan volgt de stap naar een functie in het onderwijs: vier jaar als voorzitter van ROC Midden-Nederland en vervolgens voorzitter van het College van Bestuur van De Haagse Hogeschool waar hij zes jaar zal blijven, tot 31 maart dit jaar.   

U werd als middelbare scholier lid van het CDA geïnspireerd door toenmalige premier Ruud Lubbers. Wat sprak u in hem aan?

“Van Ruud Lubbers leerde ik dat je tegen de stroom in kunt gaan, je niet alleen hoeft te pleasen. Hij ondervond tegenstand en verzet, maar won uiteindelijk toch de verkiezingen. De rol van VNG-directeur is niet politiek, maar het type persoonlijkheid spreekt me aan. Het lef hebben tegen de stroom in te gaan als het nodig is. Uiteindelijk blijkt dat dat een succesvollere strategie is dan iedereen te vriend willen houden. Ik ben het type directeur dat de inhoud leidend wil laten zijn, ook als dat op korte termijn fronsende wenkbrauwen oplevert.”

“Voor wat je tegenkomt loop je niet weg”, zei u in een interview met NRC Handelsblad in 2006.

Inderdaad. Dat hoort bij de Benedictijnse traditie, voor mij een belangrijke inspiratiebron. Je bent trouw aan de plek waar je geplaatst bent. Je hebt een verantwoordelijkheid en weglopen is nooit aan de orde, ook niet als het waait.”

Nieuwe kloof

Een pluspunt van de coronacrisis is de verdergaande digitalisering, zegt Geluk. “Die is onomkeerbaar. Thuiswerken is nu de norm en ik hoop dat er straks een gemengde vorm zal ontstaan. Een deel thuis en een deel in het gemeentehuis. Sociale interactie blijft nodig, dat geldt ook voor de politieke setting. Een wethouder moet normaal met de raadsleden of bewoners kunnen spreken. Maar de toch wat conservatieve overheid heeft laten zien dat het land ook in deze situatie blijft draaien. Het verlies is: digitale inspraak door boze burgers heeft een ander effect op de lokale democratie. Dat is geen zegen.”

Een groep burgers blijft achter als het gaat om digitalisering.

“Inderdaad. De meest kwetsbare groepen worden het meest geraakt door corona, een kwadratering van kwetsbaarheid en dat geldt ook voor de digitaal ongeletterden. Toen er nog een loket was, redde je het nog wel, nu dat er niet meer is, is het een stuk lastiger.”

Er hoeven niet nog meer taken en verantwoordelijkheden naar gemeenten

De nieuwe VNG-directeur pleit ervoor het recht op digitalisering op te nemen als grondrecht in de Grondwet. “Zoals we honderd jaar geleden streden voor toegang tot onderwijs voor iedereen. We moeten diensten zodanig aantrekkelijk en laagdrempelig maken dat iedereen de stap kan maken en dat je geen IT’er hoeft te zijn om met je kinderen te FaceTimen. Als je ongeletterd bent in het digitale domein is het leven wel erg complex en eenzaam. Die groep wordt steeds kleiner, maar een substantieel deel moet nog worden aangesloten.”

Je hoort weinig meer spreken over de kloof tussen burger en gemeente. Groeit de afstand daarentegen dus tot digitaal ongeletterden?

,,Dat denk ik wel. Voor een groot deel van de burgers is de overheid door digitalisering dichterbij gekomen. Je kunt online een afspraak maken om je paspoort te halen, zaken vanachter je computer regelen. Maar burgers die daartoe niet in staat zijn, zullen zich verder weg voelen staan.” Dat het debat over de afstand tussen burger en overheid minder intensief wordt gevoerd, komt volgens Geluk ook doordat gemeenten de dingen ‘goed regelen’. “Hoe meer je je concentreert op uitvoerbaarheid, hoe kleiner de kloof wordt.”

De charme van decentralisatie

De taken goed uitvoeren: dat ziet de nieuwe VNG-directeur als een belangrijke opgave voor de komende jaren, met de uitdijende VNG-poot VNG Realisatie als leverancier van producten op alle mogelijke terrein. “Beveiliging van beeldbellen, uniforme en vergelijkbare processen in het sociaal domein: we koppelen de uitvoering met de beleidskant, er is een permanente relatie tussen die twee en die relatie zal in de toekomst alleen maar sterker worden. Ik zie het als een opgave voor mij als algemeen directeur om die focus op uitvoering groter te maken.”

Er hoeven niet nog meer taken en verantwoordelijkheden naar gemeenten, zegt Geluk. De verantwoordelijkheden van gemeenten zijn alleen maar toegenomen: de Omgevingswet, het klimaat, energie. “Het pakket is inmiddels redelijk volwassen.”

Zegt u dat er genoeg is gedecentraliseerd?

Glimlachend: “Eh, als dat de kop van het artikel wordt zou ik dat te ongenuanceerd vinden. Bijvoorbeeld het sociaal domein moet nog beter gaan draaien. De ambitie van transformatie en innovatie van zorg hebben we nog niet waargemaakt.” Een stokpaardje van Geluk: als voorzitter van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd bracht hij in 2013 en 2014 kritische rapporten uit over de voortgang van de decentralisatie van de jeugdzorg. Hij vindt nog steeds: “Decentralisatie van jeugdzorg werkt alleen goed als we de schotten tussen onderwijs en jeugdgezondheidszorg en jeugdzorg en jeugdpsychiatrie kunnen wegnemen en in het belang van het kind meer integreren. Daar zijn stappen in gezet maar nog niet genoeg.”

Op de vraag wat hij voor de komende periode als zijn belangrijkste dossier beschouwt, volgt een stilte. Dan: “Ik kan er vijfentwintig noemen die allemaal belangrijk zijn, maar uiteindelijk gaat het om een goede balans in de financiële en bestuurlijke verhoudingen van Nederland. Dat wil zeggen: versterking van de positie van de gemeente in ons staatsbestel. Ik zou willen dat er een einde komt aan de voortdurende greep in de gemeentelijke autonomie, gebrek aan financiële middelen en het selectief shoppen in de jeugdzorg. Ik merk dat veel mensen in het openbaar bestuur er hetzelfde over denken: dit moet echt anders.”

Gedecentraliseerde taken zoals jeugdzorg zijn deels nog steeds vormgegeven door het Rijk. Bent u er een voorstander van dat gemeenten zelf de spelregels bepalen voor sociaal beleid?

“De charme van decentralisatie is dat het een lokale afweging is. In de ene gemeente is iets anders nodig dan in de andere. Gemeenten hebben hun eigen autonomie. Ze nemen hun verantwoordelijkheid, maar zorg ervoor dat er middelen genoeg zijn voor de uitvoering. Financier het adequaat en zorg dat het geregeld is. De balans tussen taken en vergoeding is weg. Niet elke keer per departement weer een overleg, elke keer weer een brief sturen.” Geluk schuift het scherm van zijn laptop naar het midden en kijkt recht in de camera: “Sinds ik hier zit zijn er al twintig brieven geschreven over tekort hier en tekort daar, dat is complex en onnodig. Er mag wat meer balans in het stelsel tussen Rijk en gemeenten.”

Wanneer zou u tevreden zijn?

“Als we niet elke week in brieven met het kabinet moeten bakkeleien over geld of over taken of inbreuken op verantwoordelijkheid van gemeenten, maar dat het basaal goed geregeld is. Dat het gesprek gaat over samenwerking, niet over geld en verantwoordelijkheden. Dat is het doel, dat is goed voor Nederland en zou veel waard zijn.”

Dit artikel staat ook in iBestuur magazine 35

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren