Overheid in transitie

Leve de platformgedachte

Platformen veroveren de wereld. Ook voor de overheid is het interessant. "Naarmate vraagstukken complexer en meer gefragmenteerd worden, waarbij er vanuit allerlei richtingen en spelers data en informatie op je afkomen, wordt het traditionele, hiërarchische en vaak verkokerde model lastiger te gebruiken", meent digitaal strateeg Marco Derksen. Samen met Platformexpert Martijn Arets onderzocht hij de mogelijkheden voor de provincie Zuid-Holland.

Beeld: Shutterstock

Ook voor de overheid kan het platformmodel een interessant instrument of mechanisme zijn. Dat is althans het vertrekpunt van Jan van Ginkel, concerndirecteur en loco-provinciesecretaris van de provincie Zuid-Holland. Platformisering is wat hem betreft het begin van een andere denkwijze, waarbij je niet de klassieke beleidscyclus als uitgangspunt neemt, maar de waarde van data. Deze denkwijze rammelt aan de poorten van de klassieke silogebaseerde organisatie, denkt hij. Het resultaat van die vorm is dat we nu met datasilo’s zitten opgescheept. Er zijn veel goede initiatieven op het gebied van Open Data, maar in de kern blijft het daarbij beperkt tot het openmaken van die silo’s. “Bij het platformidee voor de overheid hoort volstrekte openheid en transparantie. We zijn in ons land goed in het bedenken van nieuwe dingen. Maar het delen met elkaar en vervolgens landelijk uitrollen en opschalen van innovaties, daar stokt het. Daar zijn óók technische oorzaken voor aan te wijzen, maar het heeft vooral te maken met bestuurscultuur en misvattingen over eigen autonomie.”

Horizontale vraagstukken

Platformexpert Martijn Arets en digitaal strateeg Marco Derksen hebben voor provincie Zuid-Holland een eerste verkenning opgesteld over de betekenis van platformen voor de overheid. Daarbij zien ze drie verschillende relaties tussen overheid en platformen: grip houden op bestaande platformen, het gebruikmaken van platformen ten behoeve de eigen dienstverlening en de rol die platformen kunnen spelen in de digitale transformatie van de overheid.
Zou de gemeente geen logischer uitgangspunt zijn voor de verkenning van Arets en Derksen dan de provincie? Juist op gemeentelijk niveau is de behoefte goed voelbaar om grip te krijgen op ‘horizontale vraagstukken’ die meerdere kolommen en silo’s raken. Arets licht toe: “De verschillen tussen gemeenten zijn groot, de behoefte aan regionale krachtenbundeling zal groter zijn bij kleinere gemeenten. De provincies vullen precies dat gat op tussen landelijk beleid en de hyperlokale focus van de gemeente. Bij vraagstukken of beleidsgebieden waarbij je constateert dat er op regionaal niveau te weinig wordt samengewerkt, zou je kunnen bekijken of het platformmodel iets kan toevoegen.”

De traditionele organisatiewijze piept en kraakt

Derksen: “Veel vraagstukken zijn gebaat bij een meer regionale aanpak. Denk aan onderwerpen waar capaciteitsverdeling een rol speelt, zoals in de zorg, mobiliteit en arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt is bij uitstek een regionaal probleem, waarbij allerlei partijen zullen moeten samenwerken. Maar evengoed kan een platform een rol spelen bij het beter ontsluiten van assets van de provincie, zoals datacollecties.”
Martijn Arets: “Naarmate je vraagstukken complexer en meer gefragmenteerd van aard worden, waarbij er vanuit allerlei richtingen en spelers data en informatie op je afkomen, wordt het traditionele, hiërarchische en vaak verkokerde model lastiger te gebruiken. Dat model wekt de illusie van controle en is niet het meest handige model voor samenwerking. We zien op allerlei plekken in de samenleving dat die traditionele organisatiewijze piept en kraakt. We zijn ervan overtuigd dat overheden bepaalde processen efficiënter kunnen laten verlopen als de platformgedachte zou worden gehanteerd.”

Van Ginkel is ervan overtuigd dat het platformconcept de komende jaren aan urgentie wint. Maar hij erkent ook dat het best ingewikkeld is om te bedenken hoe een platform bij de overheid er uit zou moeten zien terwijl de politieke en bestuurlijke rol óók blijven bestaan. “Natuurlijk worstel ik ook met bijvoorbeeld de ogenschijnlijke tegenstelling tussen verticaal en horizontaal organiseren. De overheid is verticaal georganiseerd –beleidssilo’s – en vraagstukken hebben juist een horizontaal karakter. Het platformdenken is een relevant antwoord op complexiteit, zo stelt hij. Het doel van het platformmodel is dat je op basis van data beslissingen over complexe vragen beter onderbouwt en samen met je partners kunt nemen.”

Dit is een verkorte weergave van het interview met Jan van Ginkel, Martijn Arets en Marco Derksen. Het hele artikel kunt u lezen in iBestuur Magazine #41 dat 20 januari jl. verscheen.

Nog geen (gratis) abonnement? Meld u dan direct aan via deze link

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren