Design-denken als methode om maatschappelijke problemen op te lossen – de gemeente Eindhoven heeft er beleid van gemaakt. Strategisch designer Vera Winthagen mag het in de praktijk brengen: “We veranderen het speelveld.”
Vera Winthagen is ‘social designer’, gespecialiseerd in maatschappelijke vraagstukken. Sinds juni 2015 is zij in gemeentelijke dienst bij de gemeente Eindhoven als strategisch designer.
Eindhoven is dé designstad van Nederland. Jaarlijkse wordt de Dutch Design Week er georganiseerd en er staat een heuse designacademie. Bij de gemeente Eindhoven heeft wethouder Schreurs Innovatie en Design in portefeuille. Vanaf 2010 heeft de gemeente op haar initiatief structureel budget vrijgemaakt voor het inzetten van designers in gemeentelijke projecten. En sinds juni 2015 is Vera Winthagen, als ‘social designer’ gespecialiseerd in maatschappelijke vraagstukken, in gemeentelijke dienst getreden als strategisch designer.
Co-creatief
Schreurs demystificeert het begrip: “Mensen zeggen vaak dat ze wel kunnen zien dat ik van design ben. Dan hebben ze het bijvoorbeeld over mijn ketting. Ze denken dat design altijd om dat soort dingen gaat, om strak vormgegeven meubels, een huisstijl, grafisch ontwerp of sieraden. Daar heb ik absoluut iets mee. Maar dat is niet wat ik met design bedoel. Design is niets meer of minder dan zorgen dat het werkt voor de gebruiker.” Tijdens de Designweek een paar jaar geleden ontstond haar fascinatie.
Na een kennismaking met de resultaten van het designteam van Philips, onder leiding van toenmalig designdirecteur Stefano Marzano, in ziekenhuizen, was ze verkocht. “Normaal is de patiënt volledig ondergeschikt aan de logistiek van een ziekenhuis. Het designteam analyseerde zowel de behoeften van patiënten en zorgmedewerkers als de logistieke behoefte. Ze kwamen tot een verrassende nieuwe aanpak die een betere werkomgeving, minder stress én kortere opnamen van patiënten opleverde.”
Een openbaring. “Wij willen als gemeente meer mét de mensen doen: waarde creëren voor bewoners en andere gebruikers van de stad. Dat gebeurt nog te weinig co-creatief. Niet uit onwil. maar door oude tradities: we zijn georganiseerd als een soort fabriek, een organisatie waarin iedereen met zijn eigen stukje bezig is.”
Contraproductief
Design helpt om domeinoverstijgend en in co-creatie te werken, ziet Schreurs. “We doen het niet alleen voor buiten, maar tegenwoordig doen we het ook mét buiten. En dat is de enige manier om het goed te doen. ‘Voor anderen nadenken’ hoort bij het oude fabrieksdenken, vindt zij. “En dat is contraproductief; je organiseert je eigen weerstand.”
Wethouder Mary-Ann Schreurs, gemeente Eindhoven: “Wij willen als gemeente meer mét de mensen doen: waarde creëren voor bewoners en andere gebruikers van de stad.”
Winthagen ziet haar functie dan ook als schakelfunctie: “Tussen denken en doen, tussen buiten en binnen en tussen de verschillende hokjes. Het is ontwerpers eigen verschillende perspectieven naast elkaar neer te zetten. We vragen mensen om hun expertise in te brengen, niet op basis van hun functie of positie. Daardoor heb je een heel gelijkwaardige uitwisseling van informatie tussen mensen.” De praktijk ingaan of het veldwerk is een belangrijk onderdeel van het werk van een designer. “Bij de gemeente heb je de gebiedsmanagers en de gebiedscoördinatoren, en je hebt de beleidsmakers. Dat zijn gescheiden werelden. Eigenlijk breken wij daar doorheen.”
Mensen denken altijd dat ontwerpers bezig zijn met oplossingen bedenken, maar eigenlijk klopt dat niet helemaal, zegt Winthagen. “We zijn vaak heel lang bezig om het probleem anders te bekijken. Designers werken iteratief, meer op basis van intuïtie en gevoel. Daardoor draaien we vaak een beetje om het probleem heen. We zoomen uit en halen er zo belanghebbenden bij die in eerste instantie niet zoveel met dat proces te maken lijken te hebben of niet belangrijk lijken te zijn. Daardoor veranderen we het speelveld. Juist aan de randen van een probleemsituatie zit vaak de opening naar een oplossing.”
IKEA en HEMA
Winthagen heeft bijvoorbeeld het onderwerp buurthuizen en subsidies met een multidisciplinair team opgepakt. In eerste instantie door veldwerk te doen: veel met mensen praten, meedoen en observeren hoe het echt werkt. De vraag is inmiddels geworden tot: waar ontmoeten mensen elkaar in Eindhoven en is de gemeente daar nog wel voor nodig? “Er blijken zoveel informele netwerken te zijn waar mensen bijna als vanzelf bij elkaar komen. IKEA en HEMA zijn misschien net zo relevant als een buurthuis. Dan is de vraag: wat zou de rol van een buurthuis dan kunnen zijn?
Vera Winthagen en Mary-Ann Schreurs verzorgen op het iBestuur Congres 2016 de sessie DesignDenken bij de gemeente Eindhoven.
Wethouder Schreurs legt uit waarom ‘design werkt’ en wat daarvoor nodig is en Vera Winthagen gaat met u aan de slag, in een korte interactieve sessie.
En: hoe kan de gemeente mensen stimuleren en helpen? Is er nog hulp nodig bij het ontmoeten van elkaar en zo ja: hoe doe je dat dan?” Een van Winthagens taken is om het design-denken binnen de gemeente te verankeren. Schreurs vindt dat van groot belang voor de organisatie: voor belangrijke projecten en als organisatieontwikkelingsrichting. “Het moet als professionaliteit verankerd worden, net als ICT en Financiën. Mensen moeten het uiteindelijk zelf kunnen. Er is inmiddels al behoorlijk wat ervaring mee. En voor echt belangrijke projecten wil ik ook iemand in huis hebben die heel goed is.”
Vera Winthagen
Winthagen ziet veel mogelijkheden voor de gemeente. “We zitten nu op een kantelpunt; het kan heel snel gaan. De eerste succesprojecten zijn er en de meeste mensen zijn al een beetje bekend met wat ontwerpen inhoudt. Een aantal koplopers heeft de manier van denken verinnerlijkt en al in de dagelijkse praktijk geïntegreerd. Het is nu vooral een kwestie van meer ruimte geven aan die koplopers en zo veel mogelijk barrières weg te nemen. Nu ik er ben, merk ik dat het al helpt dat er een aanspreekpunt is. Ik kan vertellen wie andere goede ontwerpers zijn, en als je iets heel anders aan wilt pakken, wie je van buiten zou kunnen vragen en hoe je een goede opdrachtgever voor designers bent.”
Ruimte geven
Goed opdrachtgeverschap hangt samen met inzicht in het designproces. Winthagen geeft een aantal elementen ervan. “Ruimte laten, dus niet de oplossing beschrijven in de opdracht. Dat betekent ook omgaan met onzekerheid: ontwerpen is iets nieuws maken, je kunt de uitkomst niet voorspellen. Tweede kenmerk is dat je een opdracht niet te smal moet formuleren. In het designproces gaan we uitvergroten, daarom kan een ontwerper niet met een te smalle vraag uit de voeten. Tot slot: tijdens het designproces krijg je verschillende prototypes gepresenteerd. Een ontwerper gaat aan de slag door iteraties te maken, een half-af product neer te leggen en te kijken wat de opdrachtgever ervan vindt. Die reactie neemt hij dan mee en begint weer opnieuw. Denk dus niet bij zo’n prototype: dit wordt het dus.”
Wat is designdenken?
Design-denken is een manier om innovatie op een creatieve manier vorm te geven en waarde te creëren voor eindgebruikers. De manier van denken en werken die ontwerpers eigen is, wordt in een andere context gebruikt.
Steve Jobs, oprichter van Apple, zei: “Design is not just what it looks like and feels like. Design is how it works.” Uitgangspunten:
• De mens centraal. Daadwerkelijk inleven in het probleem en de behoeften en motivaties van klanten, medewerkers en stakeholders.
• Co-creatie | samenwerken. Meerdere disciplines en verschillende stakeholders werken samen: verschillende perspectieven en standpunten dragen bij aan het vinden van een oplossing.
• Optimisme. De overtuiging dat iedereen een verandering teweeg kan brengen.
• Experimenteren. Leren door te doen en te experimenteren; designers doen dat door prototypes te maken.
Een ander voorbeeld van designdenken bij de overheid: agrimeetsdesign. com, een platform waar boeren en ontwerpers elkaar ontmoeten om samen te werken aan maatschappelijke vraagstukken.
Wanneer Winthagen geslaagd is als strategisch designer, is een vraag die ze zichzelf en de wethouder ook heeft gesteld. “Mary-Ann zei: ‘Als iedereen in de stad en bij de gemeente gelukkig is.’ Een mooi streven, maar lastig haalbaar. Zelf ben ik tevreden als een aantal werkprocessen waar ik aan heb gewerkt, sneller verloopt. Als bijvoorbeeld de besluitvorming rondom de buurthuizen verbetert, omdat buiten beter naar binnen is gebracht. Of de gemeente bij de begroting door co-creatie sneller tot beslissingen kan komen. Ik ben ervan overtuigd dat als de gemeente van het begin af aan in co-creatie werkt en vragen ruimer stelt, dat heel veel tijd en geld bespaart.”
Gelijkwaardigheid
Schreurs ziet een andere relatie tussen overheid en samenleving ontstaan met de nieuwe designmanier van werken. “Alle ontwikkelingen in deze stad gebeuren in cocreatie met eindgebruikers.” Een andere overheid dan we nu gewend zijn, verzekert ze. “In de klassieke politiek cultiveer je vooral dat je elkaar niet kunt vinden, je polariseert als het ware. Met design-denken kijk je waar je elkaar wel op kunt vinden. Je zit volstrekt open en gelijkwaardig aan tafel; van mens-tot-mens. En ieder zegt: ‘Vanuit mijn positie is dit belangrijk voor mij.’ Dan kom je erachter dat andere dingen belangrijk zijn voor anderen, dan je had verwacht.
Met designdenken kijk je waar je elkaar wél op kunt vinden
Een voorbeeld. Er is hier een asielzoekerscentrum. Een deel van de buurtbewoners heeft destijds gezegd: ‘Wij zijn het er niet mee eens dat het er komt, omdat we denken dat het niet goed gaat.’ Maar ze zien het wél als hun taak mee te helpen voorkomen dat het misgaat. Dat vind ik interessant. Je ziet een ander soort democratie ontstaan waarin we met elkaar willen bepalen welke kant we opgaan. De crux is dat je het ook met elkaar dóet, en dat ieder verantwoordelijkheid neemt vanuit zijn eigen positie en mogelijkheden. Het is mijn verantwoordelijkheid dat co-creatieve proces mogelijk te maken en daarin te zorgen voor gelijkwaardigheid en borging van het publiek belang. De consequenties moeten duidelijk zijn en daar moeten we over discussiëren. Het vraagt om een andere manier van besturen: over domeinen en dus de grenzen van portefeuilles heen. Het ego voorbij. Bij ons bestuurlijk is er de steun: het kán allemaal anders. De opgave staat centraal en niet de regels.”