Nieuws

Intelligente mobiliteit in gemeenteland

De zelfrijdende auto is inmiddels het symbool van ‘smart moblity’. Maar intelligente mobiliteit is meer dan dat, want ook slimme stoplichten horen erbij. Hoe snel gaan deze ontwikkelingen? En wat kan de gemeente ermee?

De WEpod is een zelfrijdend taxibusje tussen station Ede-Wageningen en de universiteitscampus. (Foto: WePod)

De uitdagingen in mobiliteit zijn bekend: volle spitstreinen, fileleed en verstopte binnensteden. Het verkeer neemt toe, het autobezit blijft stijgen, en dat plaatst de overheid voor forse uitdagingen. Intelligente mobiliteit kan oplossingen bieden maar een algemeen panacee is het niet. Het kan zelfs averechts werken. “De zelfrijdende auto wordt wel als oplossing genoemd voor bijvoorbeeld parkeerproblematiek. Maar het kan het probleem ook vergroten. Bijvoorbeeld omdat dan iedereen een auto kan bezitten, ook mensen zonder rijbewijs,” zegt Frans Tillema, lector Intelligente Mobiliteit aan de HAN. Hij sprak tijdens een bijeenkomst over intelligente mobiliteit, georganiseerd door iBestuur, het programma Digitale Agenda 2020 en Initiate (zie kader).

Voorbeelden van innovatie in mobiliteit zijn er volop. Zo wil het autodeelbedrijf Amber Mobility vanaf volgend jaar zelfrijdende deelauto’s gaan inzetten in Eindhoven. Is het Nederlandse PAL-V gestart met de verkoop van zijn vliegende auto. En denkt Uber in 2020 mensen in vliegende taxi’s te kunnen vervoeren. ‘Mobiliteit als een service’ rukt op, in ieder geval in de plannen van marktpartijen, ook partijen van wie je het niet zou verwachten. Zo zetten autofabrikanten als BMW hier op in: niet het autobezit, maar de ‘mobiliteitsvraag’ staat voorop. De reiziger wil van A naar B en kan daarvoor verschillende ‘vervoersmodaliteiten’ gebruiken. Fiets, trein, (zelfrijdende) auto of taxi-drone, de reiziger van de toekomst heeft vele mogelijkheden.

Wet aanpassen

Voordat het zover is, moet er nog veel gebeuren. Een aanpassing van de wetgeving, bijvoorbeeld. Veel innovaties worden nu vertraagd of onmogelijk gemaakt door wetten als de Spoorwet, Taxiwet, Wegenwet en Wet Luchtvaart. Daarom adviseert demissionair minister Schultz haar opvolger om de huidige vervoerswetten te bundelen in één mobiliteitswet, om intelligente mobiliteit mogelijk te maken. Ze stelt in een interview met NRC Handelsblad dat zo’n wet moet zorgen voor een ontschotting in de wetgeving over vervoer, zoals de nieuwe Omgevingswet er straks voor moet gaan zorgen dat een integrale aanpak van de leefomgeving mogelijk wordt.

Minder knellende wetgeving zal ongetwijfeld leiden tot meer experimenten met alternatieve vormen van mobiliteit. Met de geheel zelfrijdende auto als lonkend perspectief. Het zal echter nog wel even duren voordat we slapend in een zelfrijdende auto naar onze bestemming worden gebracht, zegt Tillema. “De voorspellingen wanneer we volledig autonome auto’s hebben lopen uiteen van 2030 tot na 2075. Het is verschrikkelijk moeilijk om een auto te ontwikkelen die geheel zelfstandig en veilig in druk verkeer kan rijden. Auto’s die zichzelf kunnen parkeren, die zichzelf aan de kant zetten als de chauffeur onwel wordt en die met hun omgeving data uitwisselen bestaan al wel. Maar de volledig autonoom rijdende auto is er nog lang niet.”

Verlaten busbanen

Inzoomend op het nieuws over zelfrijdende auto’s en taxi-drones blijkt hoe voorzichtig dit soort innovaties van de grond komen. De zelfrijdende deelauto’s in Eindhoven gaan vooralsnog alleen ’s nachts rijden, over verlaten busbanen en zonder passagiers, zodat ze de volgende dag op een goede plek staan. Je kunt je op dit moment inschrijven voor de vliegende auto PAL-V (waar je overigens een vliegbrevet voor nodig hebt), maar wanneer deze precies wordt geleverd is nog niet zeker. En Uber moet de vliegende taxi nog ontwikkelen en in productie brengen. Zijn de verwachtingen over intelligente mobiliteit dan te hoog gespannen?

Tillema wijst erop dat slimme mobiliteit meer is dan zelfrijdende auto’s en taxi-drones: “Het gaat ook om slimme apps die ons efficiënter laten reizen, bijvoorbeeld door een minder drukke route te adviseren. Om met behulp van data de bevoorrading van winkels efficiënter te plannen. Om voertuigen die hun omgeving waarnemen en daarmee de chauffeur ondersteunen om veiliger te rijden, bijvoorbeeld omdat de auto automatisch remt als er een voetganger oversteekt. Om voertuigen die met elkaar communiceren en zo efficiënter en veiliger rijden, zoals vrachtwagens in ‘treintjes’. En om stoplichten die real time data gebruiken om het verkeer beter te laten doorstromen.”

Miljoenen besparen

Slimme mobiliteit is kortom een breed gebied waarin allerlei innovatie in mobiliteit samenkomt. Voor overheden is het interessant omdat het oplossingen kan bieden voor huidige knelpunten in bereikbaarheid. Maar ook voor bijvoorbeeld duurzaamheid. Tillema geeft een voorbeeld: “Een supermarkt wordt zes tot twaalf keer per dag bevoorraad. Vrachtwagens mogen ’s nachts en tijdens de spits de stad niet in, dus dat betekent dat deze bevoorrading in weinig uren moet gebeuren. Als een vrachtwagen nog niet klaar is, dan moet de volgende rondjes blijven rijden of hij blokkeert de weg. Vervoersbedrijven en overheden werken nu samen om dit logistieke proces te verbeteren, door allerlei data te combineren.”

Slimme mobiliteit kan de overheid ook geld besparen, rekent Tillema voor: “Het vervangen van de borden langs de snelwegen waar de maximumsnelheid 130 werd, kostte 2,5 miljoen. Als je deze snelheden niet meer via borden maar digitaal aanbiedt, bijvoorbeeld via een app, dan kost dat 0,3 miljoen.” Een ander voorbeeld: de borden die in steden aangeven waar de parkeergarages zijn en hoeveel plek daar nog is. “Dit soort systemen starten bij 1,5 miljoen, afhankelijk van de grootte van de stad. Als je als gemeente alle data over parkeren openbaar zou maken, zodat andere partijen deze toegankelijk kunnen maken via bijvoorbeeld een app, dan kost dat tussen de 3.000 en 25.000 euro per gemeente, zo rekende het programma Beter Benutten uit. Bovendien ben je dan flexibeler, want je kunt snel parkeerlocaties toevoegen of verwijderen.”

Last mile

Innovaties hebben soms onverwachtse (neven-)effecten. De overheid kan die benutten om knelpunten op te lossen. Uit de presentatie van Bart de Liefde, Public Policy Manager bij Uber, blijkt dat de slimme taxidienst niet alleen vriendelijk is voor de portemonnee van de reiziger, maar er ook voor kan zorgen dat de parkeerdruk in binnensteden afneemt. De Amerikaanse stad New Jersey besloot bijvoorbeeld om geen geld uit te geven aan de aanleg van extra parkeerterreinen, maar geeft nu subsidie op de taxiritten van Uber. Het bedrijf wordt in de VS veel gebruikt voor de ‘last mile’ tussen openbaar-vervoersknooppunt en de plek van bestemming. Het komt bovendien op plekken waar gangbare taxidiensten ontbreken, zoals in de buitenwijken van Parijs, en draagt op die manier bij aan de bereikbaarheid van dit soort gebieden. Dat is wellicht een idee voor plattelandsregio’s in Nederland waar geen taxi en nauwelijks openbaar vervoer rijdt, zo opperen een aantal aanwezigen in de zaal.

Markt en overheid samen

Veel bedrijven en overheden experimenteren met verschillende vormen van slimme mobiliteit. Het is belangrijk om dit soort innovaties in samenwerking met markt en kennisinstellingen te doen, zegt Tillema. Martijn Bruil en Joop Veenis beamen dat. Zij vertellen over de pilot met zelfrijdend openbaar vervoer van de provincie Gelderland. Bruil is projectmanager Interreg International Automated Transport bij de provincie, Veenis werkt als adviseur kennis-en innovatiemanagement voor de provincie. Hij beheert ook de Kennisagenda Automatisch Rijden, een initiatief van onder meer het ministerie van I&M om alle kennis en informatie over zelfrijdend vervoer te bundelen.

Diverse overheden experimenteren met zelfrijdend vervoer. Zo heeft de provincie Gelderland de WEpod, een zelfrijdend taxibusje tussen station Ede-Wageningen en de universiteitscampus. Bruil: “Die wordt nu doorontwikkeld. Dat doen we samen met kennisinstellingen en marktpartijen, want voor dit soort ontwikkelingen heb je elkaar nodig. Kaartmateriaal blijkt niet precies genoeg om het voertuig zelf te laten rijden, weggebruikers denken dat het onveilig is en qua verzekeringen en ontheffingen blijkt het behoorlijk lastig om zo’n voertuig op de openbare weg te laten rijden.” De WEpod heeft nu een ‘steward’ aan boord die kan ingrijpen als dat nodig is. Hij rijdt vanwege de veiligheid maximaal 15 kilometer per uur.

Laadpalen

Welke rol speelt de overheid in deze innovaties, anders dan die van wetgever? Wat kunnen gemeenten met slimme mobiliteit? Een aanwezige wethouder verzucht: “We willen in onze gemeente elektrisch vervoer stimuleren en vragen ons af of we voldoende laadpalen hebben. Moeten we ons ook al bezighouden met technologie die in 2030 of later gemeengoed wordt?” Tillema: “Op diverse plekken in het land loopt de overheid wel erg voorop in slimme mobiliteit. Ik denk niet dat dat nodig is. De overheid kan wel investeren in oplossingen voor huidige knelpunten. Zoals slimme verkeerslichten die de doorstroming verbeteren.”

Innovatie in mobiliteit kan nieuwe oplossingen bieden, maar dat betekent wel dat de overheid anders naar mobiliteit moet kijken. Met minder oplossingen uit de traditionele verkeerskunde (meer asfalt, meer openbaar vervoer) en meer inzet van ICT om verkeersstromen beter te reguleren. Het vak van de gemeentelijk verkeerskundige verandert sterk, zegt Tillema: “Die moet nu ook echt verstand hebben van ICT. In al je afwegingen zul je een vinkje moeten zetten bij ‘hebben we gekeken wat we kunnen met slimme mobiliteit, zoals slimme apps’?” Een aantal toepassingen zijn nu al mogelijk, ook als die geheel zelfrijdende auto nog een paar decennia op zich laat wachten. Dat kan echter zomaar veranderen. Tillema: “Innovaties laten zich lastig voorspellen. Met de huidige stand van de techniek is die geheel zelfrijdende auto er nog lang niet. Maar er kan zomaar een doorbraak komen, zoals we zagen bij de overgang van mobiele telefoon naar smartphone, waardoor die ontwikkeling ineens heel snel dichterbij komt.”

Verkenningen

Het programma Digitale Agenda 2020 van VNG/KING, Initiate en iBestuur organiseren een serie kleinschalige bijeenkomsten waarin innovaties en trends worden vertaald naar de gemeentelijke praktijk. De bijeenkomsten zijn bedoeld voor bestuurders en richten zich op de vraag hoe gemeenten kunnen anticiperen op nieuwe, disruptieve technologieën. In elke bijeenkomst staat een ander thema centraal. Mailen met: info@kinggemeenten.nl voor meer informatie!

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren