Data en ai
Artikel

Zo kan straks aangesloten worden op VUM

Het programma Verbeteren Uitwisseling Matchingsgegevens (VUM) organiseert de gegevensuitwisseling waarmee de arbeidsmarkt de vraag van werkzoekenden en het aanbod van werkgevers zo goed mogelijk kan matchen. VUM is een ketenprogramma van VNG, UWV en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hoe kun je aansluiten op VUM?

Johan Verhage is projectmanager VUM-Uitwisselingsvoorziening en verantwoordelijk voor de coördinatie van de technische aansluitingen van arbeidsmarktpartners op VUM. Hij vertelt: “Arbeidsmarktpartners wisselen vacatures en profielen uit. Daarvoor gebruiken zij hun eigen matchingssysteem en gegevensbestanden.” Die systemen kunnen niet altijd even goed met elkaar ‘praten’. Doel van VUM is om naast een gegevensstandaard voor matchingsgegevens een landelijke spelverdeler op te leveren die de verschillende systemen kan koppelen, zodat publieke en private arbeidsmarktpartners eenvoudig met elkaar matchingsgegevens kunnen uitwisselen. VUM ontwikkelen we samen met arbeidsmarktpartners en softwareleveranciers. Voor elk van die partnergroepen is een eigen klankbordgroep opgezet. Het blijkt heel nuttig om van de softwareleverancier al in de ontwerpfase te horen welke technische en koppelvlakspecificaties zij nodig hebben om aan te kunnen sluiten op VUM. In de eerste twee kwartalen van 2022 gaan we de aansluiting en de werking van VUM in pilots beproeven. We gaan dan van ontwerp naar realisatie, want er moet nu echt wat gebeuren.”

Gegevensuitwisseling is geen doel op zich; het gaat erom op welke wijze het de dienstverlening ondersteunt.

Verhage benadrukt hoe nuttig het is om al in de ontwikkelfase samen op te trekken met de betrokken partners. Gegevensuitwisseling is immers geen doel op zich; het gaat erom op welke wijze het de dienstverlening ondersteunt. En elke partner heeft een andere uitgangspositie. “Je hebt te maken met arbeidsmarktpartners die vaak hun eigen techpartners hebben, met gemeenten die een van de beschikbare matchingsfunctionaliteiten hebben ingekocht en gemeenten die dat niet hebben. En met UWV, de enige landelijke publieke arbeidsmarktpartner die aansluit op VUM, dat een eigen applicatielandschap heeft en dus z’n eigen techpartner is. Zoiets complex als een landelijke voorziening als VUM maken, lukt alleen als alle partijen in al hun diversiteit meedoen. Als we de voor- en nadelen, de mogelijke scenario’s en ontwerpvragen samen doornemen. Dat is wat we in de klankbordgroepen doen.”

Eenduidige taal

Op dit moment wordt voor het bouwen van de Uitwisselingsvoorziening van VUM samengewerkt met het Inlichtingenbureau. De werking van VUM wordt in vijf verschillende pilotregio’s beproefd. In deze pilots doen gemeenten, UWV en andere arbeidsmarktpartners mee. Doel is om de pilots in 2022 af te ronden. De resultaten worden gebruikt om VUM te verbeteren. Daarna kunnen meer partijen aansluiten.
Tot slot heeft Johan Verhage een metafoor om duidelijk te maken waar het bij effectieve en transparante gegevensuitwisseling uiteindelijk om gaat. “Ik woon in een multiculturele buurt in Amsterdam. In elk huis wordt een eigen taal gesproken, maar als wij elkaar op straat tegenkomen, spreken we een taal die wij allemaal begrijpen. In de praktijk is dit Engels of Nederlands. In het geval van VUM hebben we een gegevensstandaard voor werkzoekenden profielen en vacatures afgesproken zodat we elkaar goed begrijpen als we gegevens uitwisselen. Elke arbeidsmarktpartner zal zelf de vertaling doen om deze afgesproken gegevensstandaard te implementeren in de eigen systemen.”

Aansluiten op VUM

Johan van der Waal is projectmanager UM bij de VNG. Hij schetst de context: “Gemeenten worden continu geconfronteerd met landelijke ICT-oplossingen en veranderprogramma’s. Vaak is daar een ketenpartner bij betrokken, UWV bijvoorbeeld. Die heeft dan te maken met 352 individuele gemeenten, want dé Nederlandse gemeente bestaat niet. Maar die ketenpartij wil liever niet met zo veel afzonderlijke partijen dealen; die wil één voorziening om gegevens uit te wisselen. Bedenk daarbij ook dat al die gemeenten een eigen tempo en ontwikkeling hebben in hun ICT en meestal ook een eigen softwareleverancier. Dat zou betekenen dat ze niet allemaal kunnen aansluiten op een landelijke voorziening.”

Er is een transitievoorziening voor iedere gemeente.

Om gemeenten daarmee te helpen, ontwikkelt de VNG het uitwisselingsmechanisme: UM. “Om dat te verduidelijken maak ik de vergelijking met een wereldstekker,” zet van der Waal uiteen. “De meeste gemeenten hebben nu nog geen voorziening die rechtstreeks past op VUM. Met die wereldstekker (het uitwisselingsmechanisme) zet je iets tussen VUM en het systeem dat de gemeente gebruikt waar elke gemeente z’n eigen specifieke stekker kan insteken en op die manier kan aansluiten op VUM.” Voor nu zijn er drie stekkers ontwikkeld waarmee gemeenten kunnen aansluiten op VUM. “Een API, oftewel een Application Programming Interface; die zorgt ervoor dat twee applicaties direct met elkaar kunnen communiceren. De tweede is een scherm; daarop kun je inloggen, de gegevens intikken en vervolgens versturen. En de derde is een bestand dat je kunt uploaden en downloaden. Daarmee dekken we de tot nu toe bekende varianten af, maar indien nodig maken we er nog een extra stekker bij.”
Het voordeel is duidelijk: er is een transitievoorziening voor iedere gemeente. De oplossing is geschikt voor alle formaten gegevens en zo generiek opgezet dat het voor alle ketens past. “Dat maakt het ook heel kosteneffectief! Maar vooral zorgt het ervoor dat de gegevensuitwisseling tussen gemeenten en ketenpartijen sneller en kwalitatief beter verloopt.”

VNG ontwikkelt UM samen met het Inlichtingenbureau dat ook sterk inzet op vernieuwing en verbetering van gegevensuitwisseling. Het mooie van het principe van de wereldstekker is dat het niet alleen toepasbaar is voor VUM. “Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gevraagd om dit eerst voor VUM te doen,” vertelt van der Waal. “Maar als dat werkt, werkt het ook voor het schuldendomein (bijvoorbeeld de Wet stroomlijning keten voor derdenbeslag), het inburgeringsdomein (uitwisseling met DUO), enzovoort. In feite maakt het niet uit om wat voor gegevens het gaat.”
Van der Waal wijst er wel op dat het voor de langere termijn niet de bedoeling is dat alle gemeenten een eigen specifieke stekker behouden “omdat er nu eenmaal een wereldstekker is waar je jouw stekker op in kunt prikken”. “In de eindsituatie willen we er liefst één over hebben. Want vanuit de informatiekundige visie Common Ground, gaan we zoveel mogelijk standaardiseren. We voeren tenslotte allemaal dezelfde taken uit. Anders zijn en anders doen op het gebied van uitwisselen is uiteindelijk niet functioneel. Het zal echt wel even duren voordat alle gemeenten en leveranciers de stap naar standaardiseren kunnen maken, maar dat is niet erg. Voor de tijd die dat nodig heeft, bieden we die stekkers aan.”

Om in de metafoor van de wereldstekker te blijven voegt van der Waal daaraan toe: “Als je naar Amerika reist kan het gebeuren dat je niet genoeg hebt aan een wereldstekker, bijvoorbeeld omdat het elektriciteitssysteem met een ander voltage werkt. Dan heb je een adapter nodig. Gemeenten die toch nog een extra aanpassing nodig hebben, helpen wij ook daarmee. We zorgen ervoor dat je gegevens zo worden omgezet dat je mee kunt doen, ongeacht waar je staat met je gegevensvoorziening.

Meer informatie

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren