Blog

BIT en bytes

Wat is nu precies dat bureau ICT-toetsing (BIT) van de commissie Elias? Een soort stuurslot tegen dronken rijden? Een ICT-politbureau dat zelf door niemand wordt gecontroleerd?

Wat is het nou precies, dat bureau ICT-toetsing (BIT), dat er volgens de commissie Elias moet komen? Een soort stuurslot om dronken rijden te voorkomen; een instrument voor onzekerheidsreductie bij beleidsbedenkers en hun politieke bazen; een allesbepalend ICT-politbureau dat zelf door niemand wordt gecontroleerd of een reflectiekamer voor de zin en onzin van (ICT) beleidsvoornemens?

Het is hoe dan ook de hoeksteen van de reeks aanbevelingen (34) van de ‘tijdelijke commissie ICT-projecten bij de overheid’ met als oogmerk in de toekomst te voorkomen wat de commissie terecht vaststelt, n.l. dat de rijksoverheid de besturing en beheersing van projecten met een belangrijk ICT-component niet op orde heeft. In het rapport ‘naar grip op ICT’ schetsen Elias c.s. een haarscherp beeld van de overheid als ‘domme klant’ als gevolg van ambtelijk falen, wegduikende politiek verantwoordelijken en profiterende leveranciers. En natuurlijk gaat het op zo’n dag waarop het rapport wordt gepresenteerd in de publiciteit weer over de miljoenen die daardoor zijn verspild en niet over de vraag of de oplossingen die de commissie aandraagt dat in de toekomst gaan voorkomen.

Een aantal van de aanbevelingen heeft een hoog ‘nogal wiedes’ gehalte. Voldoende ICT-experts in dienst nemen bijvoorbeeld, zorgen voor een goed intern opleidingsprogramma, meer scherpte bij personeelsbeleid op ICT-gevoel en kunde, het helder beleggen van rollen en verantwoordelijkheden, CIO’s die beter op de kosten moeten gaan letten en zelfs het opnemen van ICT in het introductieprogramma voor nieuwe Kamerleden.
En het is mooi voor de Algemene Rekenkamer dat een aantal aanbeveling die van die kant al jaren geleden zijn gedaan – CIO’s ook in de top van de departementen zetten en doorzettingsmacht voor de Rijks CIO– nu ook nog eens door de commissie worden onderschreven.

Spannender is de aanbeveling dat de Rijksoverheid meer centrale sturing aan haar ICT-beleid moet geven door nog slechts één Minister verantwoordelijk te stellen voor het beleid rondom de beheersing van ICT-projecten in plaats van de huidige vier. En de aanbeveling aan het kabinet om voortaan expliciet en structureel de mogelijke gevolgen en risico’s van zijn besluiten ook vanuit een ICT-perspectief te wegen is dus de al door velen geopperde ‘ICT-effectrapportage’ die inzicht moet geven in de gevolgen voor bestaande ICT systemen van nieuwe plannen. Want ICT is geen op zichzelf staand iets maar een samenhangende keten waar je niet lichtzinnig in kunt schuiven en toevoegen.

Dat is meteen het zwakke punt van de aanbevelingen omdat die zich beperken tot de Rijksoverheid en ZBO’s. De overheid is meer dan het Rijk en een digitale overheid houdt niet op bij de departementen. Dat wordt pijnlijk duidelijk als je kijkt naar de grote decentralisatieoperatie die op dit moment loopt. Daar blijkt nu in de praktijk al de ketenverwevenheid die in het rapport dus niet wordt beschouwd en dat is jammer. Zo is het de vraag of de parlementaire behandeling van die operatie anders zou zijn verlopen als de aanbevelingen van Elias c.s. al praktijk zouden zijn.

En opmerkelijk is ook dat er eigenlijk geen aanbevelingen zijn bedacht voor de wijze waarop Kamerleden hun rol als controleur beter kunnen invullen. In het rapport worden daar wel analyses van gemaakt, maar tot aanbevelingen heeft dat niet geleid, terwijl de commissie wel constateert dat er niets is gedaan met de aanbevelingen die een parlementaire werkgroep onder leiding van Arda Gerkens al in 2009 heeft gedaan. Waarom zijn die niet gewoon opnieuw gepresenteerd?

Blijft de aanbeveling aller aanbevelingen, het Bureau ICT-toetsing (BIT), dat het predicaat tijdelijk heeft gekregen (maximaal zeven jaar) maar – als het alle klussen krijgt die Elias het toedicht – natuurlijk een blijvertje zal zijn in de ICT-besluitcurve van de overheid. “Een kleine, efficiënte, slagvaardige organisatie” moet het worden, maar er is niet veel ‘boerenverstand’ voor nodig om in te zien dat het toegemeten takenpakket niet met anderhalve man en een paardenkop kan worden volbracht. En wat het dan in de praktijk precies wordt, zal wel blijken. Als het maar helpt om Kamerleden die pleiten voor het opgeven van de ov-jaarkaart af te leren om meteen te eisen dat er volgend voorjaar een kant en klaar nieuw en werkend alternatief systeem is. Anders heeft Elias zijn rapport geheel voor niets geschreven.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren