Data en ai
Blog

Contacttracing

Nu we bezig zijn met een app om de coronabesmettingen te tracen, moeten we zorgen dat we het doel niet uit het oog verliezen.

Tracken en tracen van mensen via digitale signalen is overal, en we halen onze schouders erover op.

Met de huidige uitbraak van het coronavirus is het ondoenlijk geworden voor de GGD’s om contactonderzoeken handmatig uit te voeren. Zulke onderzoeken zijn belangrijk om uitbraken in te dammen en erger te voorkomen. Dus nu de bezettingsgraad van de intensivecarebedden begint af te nemen, is het van belang om dit niet weer te doen oplaaien.

Contacttracing is een begrip dat al langer bestaat, en net zoals in ons land nu de zaak plat ligt, gebeurt dat al sinds jaar en dag in landen in Afrika (ebola, zika, et cetera). De infrastructuur en het zorgsysteem zijn daar niet altijd van voldoende niveau. Echter, wat wel vrijwel overal is doorgedrongen, is de mobiele telefoon. Daar is al veel meer en veel langer ervaring met de inzet van communicatiesporen om contactonderzoek uit te voeren.

Als het aantal besmettingen relatief laag is, is contacttracing een effectief middel. In 2003 schrijven wetenschappers al: “it is the recommended policy for tackling outbreaks of new or re-emerging infections […]; it is the standard tool for eliminating minor outbreaks in the latter stages of disease eradication.”

We komen met COVID-19 in dit stadium, en nu is de vraag welke tool we daarvoor moeten inzetten. In vrijwel alle discussies omtrent deze aanpak voeren privacy en security de boventoon, terwijl je zou denken dat gezondheid de boventoon zou moeten voeren. De discussie is klassiek: aspecteisen bijten elkaar vrijwel altijd. De belangrijkste zijn: reliability, availability, maintainability, security, safety, health, environment, economics en politics, ofwel RAMSSHEEP. Als het meest beveiligde systeem uitstaat, is de security 100 procent, maar de availability terug naar 0 procent, hetgeen ook niet de bedoeling kan zijn.

De kunst is dus om iets te bedenken waarbij de gezondheid optimaal wordt geborgd. Maar dan is de betrouwbaarheid ook van groot belang, anders krijgen we te veel valspositieven of, erger, te veel valsnegatieven. Beschikbaarheid en onderhoudbaarheid zijn natuurlijk altijd heel belangrijk, maar wel ondergeschikt aan de eerste twee. Veiligheid en milieu eender. En economics speelt uiteraard een rol. In de literatuur wordt ook gewerkt met CPI-wearables. CPI staat voor close proximity interactions. Maar ja, CPI-wearables zijn duur. En dus ligt de keus voor een mobiele telefoon als CPI-wearable voor de hand.

Het is natuurlijk onvergeeflijk dat een van de app-producenten abusievelijk persoonsgegevens online heeft gezet, maar het goede nieuws is dat dat geen gevolg is van een ontwerpfout in de app zelf.

Laten we hopen dat zo’n app er snel komt, en dat het privacydebat het belang van onze (volks)gezondheid niet overstemt. Anders rest de GGD niets anders dan contactonderzoeken doen met pen en papier. Net als decennia geleden in Botswana.

Chris Verhoef is hoogleraar informatica aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en wetenschappelijk adviseur voor overheid en bedrijfsleven.

Deze bijdrage is eerder geplaatst op de website van AG Connect en in het mei-nummer van AG Connect

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren