Blog

Grote broek

De Stichting Museumkaart trok een grote broek aan toen hen gevraagd werd om gegevens van een kaarthouder af te staan aan de Belastingdienst. Maar was die grote broek eigenlijk wel terecht?

‘Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker’ moet de Belastinginspecteur gedacht hebben toen hij de Stichting Museumkaart aanschreef met het verzoek om informatie te verstrekken over een kaarthouder.

In de brief aan de stichting staat letterlijk: “Graag zou ik van u willen vernemen op welke datum en op welke locatie(s) de museumjaarkaart, over de periode 2014 tot heden, is gebruikt.”

De inspecteur heeft deze gegevens gevraagd in het kader van een woonplaatsonderzoek op grond van artikel 4 Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR), om zodoende vast te kunnen stellen of iemand belastingplichtig is.

U heeft ongetwijfeld meegekregen dat deze kwestie uiteindelijk aan de kortgeding-rechter is voorgelegd. Wellicht heeft u ook onthouden dat de Belastingdienst in het gelijk is gesteld.

Laat me duidelijk zijn: het is een volstrekt terechte uitspraak. Dit terwijl de Stichting Museumkaart tevoren nog wel de grote broek had aangetrokken in de media. Ze stelt in een persbericht dat ze ‘grote en principiële bezwaren [heeft] tegen het delen van bezoekgegevens (…) ook met de Belastingdienst. Alleen in zeer uitzonderlijke situaties, waarbij bijvoorbeeld de nationale veiligheid in het geding is, kan er een overstijgend gerechtvaardigd belang zijn.’

De stichting stelt verder dat ‘volgens de wet heeft de stichting namelijk een zelfstandige verplichting om af te wegen of de privacy van een kaarthouder in zo’n geval niet langer beschermd zou worden. De Museumvereniging zal de privacy van haar kaarthouders desnoods tot de hoogste Europese rechter verdedigen. Want álle kaarthouders moeten zich op ieder moment vrij voelen om musea in Nederland eindeloos te ontdekken.’

Daarnaast stelt de stichting dat er ‘een heel praktische reden [is] om de gegevens niet te delen: het gebruik van de kaart geeft geen enkele zekerheid over de eigenaar van de kaart.’ Dit laatste argument is volgens mij volstrekt onlogisch. De stichting gaat hiermee op de stoel van de Belastingdienst zelf zitten. Dat kan natuurlijk niet. Was het maar waar dat het zo zou werken. Dan zou ik een stuk minder belasting betalen, schat ik zo in.

Ik ben benieuwd of de stichting na het lezen van het vonnis nog steeds zo’n grote broek aanheeft. En of ze dan inderdaad naar het Europees Hof van Justitie zal stappen. Ik vermoed van niet.

De stichting heeft in haar publieke verweer een flinke vergissing gemaakt: het draait in deze kwestie qua privacy niet om om een belangenafweging tussen stichting en de Belastingdienst op basis van een gerechtvaardigd belang. Natuurlijk, vergissen is menselijk, maar kan wel flink pijn doen als je er je mediastrategie op hebt afgestemd.

Als het niet om het gerechtvaardigd belang gaat, waar dan wel om? De voorzieningenrechter legt dit keurig uit in het vonnis: ‘de verwerking is krachtens de AVG rechtmatig, indien deze noodzakelijk is om te voldoen aan een wettelijke verplichting, zoals in dit geval artikel 53 jo 47 Algemene Wet inzake Rijksbelastingen.’ Ook overweegt de rechter dat het niet ‘om het systematisch verzamelen, bewerken en bewaren van gegevens” van vele betrokkenen gaat, maar om “het opvragen van concrete gegevens van een specifieke belastingplichtige’. Tenslotte stelt de voorzieningenrechter dat onaannemelijk is dat de Belastingdienst niet op prudente wijze met de gegevens van de betrokkene omgaat, of dat zij de gevraagde gegevens op andere, voor betrokkene minder ingrijpende wijze, zou kunnen verkrijgen.

Duidelijk verhaal dus. Wat overigens nog jammer is: in een gesprek tussen partijen om het geschil in der minne te schikken, heeft de stichting aangegeven de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) om een zienswijze te willen vragen. En de Belastingdienst gaf aan bereid te zijn de zienswijze van de AP af te wachten, alvorens een gerechtelijke procedure te starten. Maar wat doet de AP? Die heeft per brief de stichting bericht dat dit verzoek niet in behandeling zal worden genomen. Een gemiste kans denk ik dan voor de AP om duidelijkheid te verschaffen en een gang naar de rechter te voorkomen.

Menno Weij is Legal Counsel met focus op technologie.

  • Ellen Timmer (Pellicaan Advocaten) | 7 januari 2019, 10:01

    Juridisch is bovenstaand stuk juist. Wel mis ik de opmerking dat de Stichting Museumkaart geen gerechtvaardigd belang heeft om de bezoekgegevens van de individuele museumkaarthouders te registreren en te bewaren. En wat je niet hebt, kun je op verzoek van de fiscus ook niet afgeven.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren