Cybercriminaliteit en burgerparticipatie zijn twee voorbeelden waar de digitalisering een lokaal antwoord vraagt. Bij het samenstellen van colleges moeten we daar rekening mee houden.
Op 21 maart zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. Kort daarna wordt in bijna alle gemeenten van Nederland een nieuw lokaal bestuur benoemd. Dit is dé kans om de samenstelling van dit bestuur zo te kiezen, dat deze optimaal voorbereid is om de actuele digitale uitdagingen van onze maatschappij te bestieren.
Zo’n 15 jaar geleden las ik het boek ‘No Logo’ van Naomi Klein. Eén van de vele punten van haar boek was de vercommercialisering van de publieke ruimte. Als je vroeger wilde demonstreren ging je naar het centrale plein van een dorp of stad. Je hing een spandoek op en ging op een zeepkist staan. Je democratisch recht maakte dit mogelijk en je publiek kwam vanzelf, al boodschappend of flanerend, in deze openbare ruimte voorbij.
Maar toen kwamen de grote commerciële winkelcentra aan de rand van de stad. Het funshoppen en elkaar ontmoetten verplaatste zich naar een commercieel gebouw dat in handen is van een ondernemer. Deze ondernemers zaten helemaal niet te wachten op demonstrerende burgers. Dat zou alleen maar ten koste van een onbezorgde winkelbeleving gaan. Je kon natuurlijk nog steeds naar het oude dorpsplein gaan, maar daar was geen publiek meer. Het recht om in het openbaar te demonstreren kwam daarmee onder druk te staan.
Nu, anno 2018, vindt weer een volgende stap plaats. Het winkelen en elkaar ontmoeten verplaatst zich naar het internet. De grote commerciële platforms (Apple, Facebook, Amazon, Google) bieden mooie mogelijkheden om met andere mensen te interacteren, te spelen, zaken te doen. Maar dat gebeurt wel onder hun voorwaarden. Zij bepalen welke berichten gecensureerd worden. Zij bepalen welke berichten als eerste op het scherm van de gebruiker verschijnen. Daarmee bepalen zij dus de wijze waarop gebruikers zich een beeld van de actualiteit vormen.
De roep om meer participatie van burgers in het lokale democratische proces en openbaar bestuur wordt steeds vaker en steeds luider gehoord. Veel gemeenten gaan daar mee aan de slag. Inspraakavonden, buurt- en wijkteams, Right-to-challenge zijn allemaal manieren waarop deze burgerparticipatie wordt vormgegeven. Maar om een groter bereik te hebben, zal een deel van deze instrumenten ook naar de commerciële platforms gebracht moeten worden. Dat is de plaats waar de burger is. Het lokale bestuur zal de komende jaren een antwoord op deze verplaatsing moeten vinden.
De gemeente is ook verantwoordelijk voor de veiligheid van haar inwoners. Regelmatig worstelen gemeenten met het bestrijden van bijvoorbeeld woninginbraken. Het is een logische keuze om deze taak bij de gemeente te leggen, omdat het slachtoffer en de dader zich beiden binnen de stadsgrenzen bevinden (in ieder geval ten tijde van het misdrijf).
Anders wordt het met cybercriminaliteit. Hier kan de dader nog nooit in uw stad geweest zijn. Hij is misschien nog nooit in Nederland geweest. Het is ook lastig om de locatie van het misdrijf aan te wijzen. Was dit de plek waar de computer van de dader of die van het slachtoffer stond? Of was het misschien de server van het platform waar gebruik van werd gemaakt? En wat is dan de rol van het lokale bestuur? Is het te makkelijk om het dan maar bij de landelijke politiek te leggen? Wie zorgt er bijvoorbeeld voor preventieve maatregelen? Het lokale bestuur zal de komende jaren een antwoord op deze vragen moeten vinden.
Cybercriminaliteit en burgerparticipatie zijn maar twee voorbeelden waar de digitalisering een lokaal antwoord vraagt. Dit geldt natuurlijk ook voor veranderingen in de arbeidsmarkt, taxibranche, hotelbranche, onderwijs, et cetera. Al die markten, waar ook de lokale overheid een rol in heeft, zijn sterk aan het veranderen en zullen blijven veranderen. Het lokale bestuur zal de komende jaren een antwoord op deze vragen moeten vinden.
Dit zal hard werken worden en vraagt kennis en inzicht van het lokale bestuur. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart wordt het lokale bestuur weer opnieuw vastgesteld. Laten we proberen om in het nieuwe college ten minste één wethouder te benoemen die bovengenoemde veranderingen begrijpt en grote betrokkenheid heeft met deze trends in onze maatschappij.
Paul Ruijgrok is gemeenteraadslid voor de VVD in Gouda en zelfstandig adviseur informatiemanagement en –architectuur