Blog

Succesvolle ICT vergt juiste commitment

We zijn ons er onvoldoende van bewust dat niet stoppen met een ICT-project ook een keuze is, gebaseerd op menselijke driften en angsten. Daar gaat ook het BIT niets aan veranderen.

Onlangs promoveerde Niels Groen aan Maastricht University op zijn proefschrift ‘Grip op escalatie van publieke ICT-projecten.’ Niels beargumenteert, op basis van zijn onderzoek onder grote succesvolle en falende ICT-projecten binnen de rijksoverheid, dat er twee soorten ‘contingenties’ (onvoorziene effecten) optreden binnen projecten.

Falende projecten binnen de overheid, concludeert het onderzoek, worden gekenmerkt door de aanwezigheid van contingenties die leiden tot (het verkeerde) commitment.
De eerste groep contingenties betreft redelijk objectieve zaken als wijzigende eisen, belangenconflicten, communicatie- en coördinatieproblematiek en technische complexiteit. Deze soort heeft direct invloed op de efficiëntie van projecten en is altijd in meer of mindere mate aanwezig. Deze contingenties kunnen weliswaar leiden tot uitloop in tijd en geld, maar door rationele besluiten blijft deze uitloop binnen de perken. Ze leiden niet tot projectresultaten die de aandacht van Elias trekken.

De tweede soort is minder objectief van aard. Deze contingenties zijn zaken als ’zelfrechtvaardiging’, ’optimisme’ en ’risicozoekend gedrag’ en leiden tot onterecht commitment. Een voorbeeld is het voltooiingseffect: wanneer na 100% van de projectsom 90% van het product af is. beredeneren we dat we met een extra 10% het beoogde resultaat zullen krijgen. Dit staat op gespannen voet met het populaire Pareto-principe, dat zegt dat de laatste 20% van de voltooiing waarschijnlijk nog 80% van de inspanning vergt. De meeste stuurgroepleden, project- en programmamanagers hebben al meerdere malen aan den lijve ondervonden dat Pareto gelijk had.

Het sunk-cost effect draagt bij aan dit onterechte commitment op ‘doorgaan’: “We hebben nu al miljoenen uitgegeven, dus we kunnen en mogen niet stoppen. Dat kunnen we niet verantwoorden.” Als dan de politieke druk ook nog eens hoog is, bijvoorbeeld omdat het projectsucces een politieke belofte is, dan is falen geen optie. Beslissers realiseren zich hierbij onvoldoende dat stoppen niet gelijk staat aan falen. 

Doorgaan is een besluit

We zijn ons er onvoldoende van bewust dat niet stoppen met een project ook een keuze is. De keuze om na 400 miljoen niet te stoppen, maar nog 540 miljoen extra uit te geven wordt niet bewust genomen. We vinden het naar om stoppen te verantwoorden. Hoe kun je ook zeggen dat het belastinggeld dan doelmatig uitgegeven is? Maar doorgaan en nóg meer geld uitgeven hoeft niet vaak te worden verantwoord, totdat er een onderzoekscommissie aan te pas komt.

De irrationele en onwenselijke effecten die Niels omschrijft in zijn commitment-contingentie worden buiten de directe context van lopende projecten beaamd door iedereen die ICT-projecten een beetje ‘van binnen’ kent. De effecten zijn zeer herkenbaar. Zodra echter een besluit moet worden genomen binnen de context van een project lijkt de ratio overboord te gaan en worden argumenten gezocht en geaccepteerd, hoe exotisch ook, om maar door te kunnen gaan.

Collectieve Psychose

Niels Groen beschrijft de effecten van de menselijke aard. We hebben een enorme drang om onze omgeving te willen verklaren en onder controle te hebben. Vandaar onze drang om omgevingen en creatie te willen vatten in processen. Freud en Jung schreven er boeken over vol. Wanneer we die controle dreigen te verliezen vervallen we in een soort primaire overlevingsstrategie van ontkennen, verstoppen en vluchten. Op zo’n moment lijkt stoppen geen realistische optie meer te zijn – er moeten meters gemaakt worden, we moeten door!

Als in een collectieve psychose overtuigen we elkaar van de noodzaak om door te gaan, om nog een beetje te investeren, om alle signalen van falen te negeren. Niels toont aan dat deze effecten bestaan. Dat we op basis van deze signalen falende projecten vroegtijdig kunnen identificeren en dat de toepassing van bestaande (met name agile) methodieken de kans op optreden van deze effecten verkleint.

Niels, laten we na je promoveren eens de diepere laag beschouwen, de menselijke onderstroom die de grondslag vormt voor het gedrag en de effecten die je omschrijft in je proefschrift. Een laag van menselijke driften en angsten. Niet willen falen, niet willen uitglijden, niet durven uitleggen, geen verantwoordelijkheid durven nemen. Dat gaan het BIT, het ICCIO, de Adviescommissie ICT en Overheid, de DigiCommissaris en ook een eventuele Minister van ICT niet veranderen. Dit gaat over cultuur en over mensen. Over samenwerken, vertrouwen en de angst laten varen. Dáár moeten we het met z’n allen over hebben, markt én overheid.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren