Blog

Veters strikken tijdens de race

Als gegevens het nieuwe goud zijn, waarom hebben we dan geen grip op die gegevens? Dat is paradoxaal.

Voor professionals op het gebied van gegevensmanagement zijn het verwarrende tijden. Data zijn het nieuwe goud, we maken momenteel de datarevolutie mee, elke zichzelf respecterende organisatie heeft het over datagedreven werken en in de publieke sector komt daar nog eens datagedreven sturen bovenop. Tegelijkertijd is de basis onder al die data, het gegevensmanagement, niet op orde.

Voor alle duidelijkheid: gegevensmanagement zorgt ervoor dat organisaties op het juiste moment over de juiste data van de juiste kwaliteit beschikken. Gegevensmanagement is niet alleen essentieel voor het slim gebruiken van al die data. Het is ook noodzakelijk om tegemoet te kunnen komen aan privacywetgeving, zoals de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming). Om gegevens te beveiligen en duurzaam toegankelijk te maken. Om open data in te zetten. Om moderne manieren van gegevensuitwisseling en dienstverlening mogelijk te maken. En om inwoners zelf de regie op hun gegevens te geven.

Dat is paradoxaal. Als gegevens het nieuwe goud zijn, waarom hebben we dan geen grip op die gegevens? Waarom ligt er geen stevige basis in de vorm van uniforme standaarden voor het opslaan, beheren, gebruiken en uitwisselen van die gegevens?

De vergelijking met duurzame energie dringt zich op. Het is glashelder dat we onze energievoorziening moeten verduurzamen, maar de techniek is nog in ontwikkeling en onze auto’s rijden grotendeels nog op benzine of diesel. Iets vergelijkbaars zien we ook bij gegevens. In modelarchitecturen als NORA en GEMMA zijn voor publieke organisaties allerlei afspraken en regels rond gegevensmanagement vastgelegd, maar na vier jaar evangeliseren zet nog steeds maar een derde van de gemeenten de juiste stappen. Het ontbreekt aan urgentie rond het belang van gegevensmanagement, aan samenwerking en de bereidheid om elkaar aan de regels te houden. Er zijn te weinig verplichtingen en afspraken worden niet nageleefd. Iedereen wil vasthouden aan het wiel dat hij eerder zelf heeft uitgevonden, of liever innovatie omarmen dan de basis inregelen.

De datagedreven race is in volle gang, maar publieke organisaties moeten hun veters nog strikken. Daar bestaan veel redenen voor. Zo hebben we te maken met de wet van de remmende voorsprong: veel organisaties werken met ‘gesloten’ legacy-systemen die op hun eigen manier met gegevens omgaan. Het inzicht dat het scheiden van data en processen van essentieel belang is, is nieuwer dan de systemen.

Gegevensmanagement krijgt ook onvoldoende prioriteit. Het kost tijd en geld en is onvoldoende sexy: je kunt er moeilijk mee scoren. De rekensom hoeveel geld je laat liggen door je gegevens niet op orde te hebben, wordt onvoldoende gemaakt. Misschien dat de AVG, die bij overtredingen een maximale boete van 4 procent van de jaaromzet tot gevolg kan hebben, daarbij kan helpen. Uit onderzoek van de Harvard Business School blijkt dat in 47 procent van de nieuwe registraties elke record minimaal één kritische fout bevat. Een bekende vuistregel bij gegevensmanagement in dit verband is de 1-10-100 regel. Het kost 1 euro om een gegeven te verifiëren en 10 euro om een fout te verbeteren. Maar zo’n fout kan je 100 euro aan omzet kosten. Kortom: doe het in één keer goed!

Belangrijker nog dan de kosten en opbrengsten is de vraag of je als organisatie niet je eigen bestaansrecht ondergraaft als je geen grip hebt op gegevens. Maar gelukkig zijn er ook lichtpuntjes. De gemeenten lijken langzamerhand te kiezen voor de Common Ground, die onder meer uitgaat van registreren bij de bron en van het scheiden van data en processen. Op ons symposium van 4 april presenteren we samen met de Expertgroepen Gegevensmanagement NORA en GEMMA de nieuwe katernen gegevensmanagement van NORA en GEMMA. Rode draad: hoe gaan we verder met het onderwerp gegevensmanagement? Op dat gebied verwacht ik ook veel van de bijdragen aan het symposium van onder meer het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, DUO, Geonovum en de gemeenten.

Uiteindelijk doen we het voor al onze afnemers: inwoners, ondernemers, ketenpartners en ga zo maar door. Zij zullen profijt hebben van de datarevolutie. De bestuurders en vooral de Chief Information Officers en de Chief Data Officers spelen daarbij een sleutelrol. Zij zullen de inrichting van gegevensmanagement prioriteit moeten geven. Niet per systeem, maar integraal. Dat past bij de verschuiving die de gehele ICT doormaakt, van een focus op dienstverlening naar strategie. Van het verzorgen van werkplekken naar voorspellen hoe beleid uitpakt. Alleen als we grip op onze gegevens hebben zijn we daadwerkelijk ‘in control’. En kunnen we met onze veters stevig gestrikt voluit meedoen in de race.

Wim Stolk is ondernemer en voorzitter van de Expertgroep Gegevensmanagement NORA/GEMMA

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren