Als de wereld verslaafd is aan vermaak, zijn games misschien wel het beste medicijn om inhoudelijk toch nog wat voor elkaar te krijgen. In de Griekse oudheid werd het volk tevreden gehouden met brood en spelen. Waarom zouden we dat vele eeuwen later niet naar een hoger niveau kunnen tillen, gebruikmakend van alle digitale technologie?
Begin april vormde de Tweede Kamer het toneel voor het mondkapjesdebat. De marathonsessie was al uren bezig zonder dat hoofdrolspeler Hugo de Jonge zelf aan het woord was gekomen over zijn appverkeer. PVV-Kamerlid Fleur Agema verzuchtte daarop om vooral niet te lang meer over de inhoud door te fröbelen, want ‘heel Nederland wacht op de roast van Hugo de Jonge.’
Een politicus die zin heeft in de roast van een collega en geen interesse heeft in de inhoud. Is dat treurig? Of is het een realiteit waar we niet over moeten klagen? In feite zijn beide vragen inmiddels niet meer relevant. De scoringsdrift is velen al jaren een doorn in het oog en verschillende journalisten, politici en bestuurders starten initiatieven om er wat aan te doen. Maar hoe goedbedoeld de initiatieven ook zijn, de geest is uit de fles en gaat er niet terug in.
Zoals de Engelsen zo mooi zeggen: You can’t unscramble eggs. Het volk is verslaafd geraakt aan politiek bedrijf als entertainment en vindt het heerlijk. Eigenlijk moet alles leuk zijn. Zelfs de oorlog in Oekraïne heeft voor de gemiddelde burger meer weg van een nieuwe actiefilm dan van een tragisch conflict waarover we zo feitelijk mogelijk moeten worden geïnformeerd. Hoe ziek dat ook klinkt.
Eigenlijk zien we het al om ons heen gebeuren. In sollicitaties worden kandidaten door spelsimulaties geleid. Leuker dan een paar saaie gesprekken – en erg effectief om de competenties helder te krijgen. Met een beetje fantasie is er ook op andere terreinen veel mogelijk. Nu auto’s connected zijn kunnen we automobilisten bijvoorbeeld ‘virtuele raketjes’ geven als ze buiten spitstijden de weg op gaan om zo congestie tegen te gaan. Die raketjes mogen ze dan bijvoorbeeld weer ‘afvuren’ op een andere automobilist die zich bij het ritsen op de snelweg misdraagt. Zodra je vier keer ‘afgeschoten’ bent door collega weggebruikers, mag je een week de weg niet op.
Wellicht lossen we met een variant van Pokémon onze duurzaamheidsproblemen op. En mocht er ooit weer een mondkapjesdeal nodig zijn, kunnen we wellicht het tv-format van ‘The Voice of Holland’ wat tweaken om de beste deal te selecteren?
Sander Klous is Hoogleraar Big Data Ecosystems, UVA en partner bij KPMG
Deze weblog werd als column gepubliceerd in iBestuur Magazine #43