Datadelen is belangrijk, maar toch blijven organisaties op hun data zitten als een moederkloek die haar eieren beschermt.
Hoewel data en digitalisering de troonrede niet hebben gehaald komen ze gelukkig, hetzij beperkt, wel terug in de begrotingen van de ministeries.
Er wordt ingezet op kunstmatige intelligentie (AI) en innovatie, maar toch blijft veel potentieel daarmee onbenut. Er wordt immers al volop geëxperimenteerd met data in alle data- en innovatielabs die de overheid inmiddels rijk is. Helaas blijkt daarbij dat data vaak niet beschikbaar of bruikbaar is, doordat sturing en eigenaarschap ontbreken. Niet de innovatie- en datalabs, maar data governance zou daarom Chefsache moeten zijn.
De aandacht voor data binnen de overheid is groeiende, maar deze aandacht beperkt zich vaak tot ‘spannende’ onderwerpen als algoritmes, data science of voorspelmodellen. Datamanagement en – governance zijn het ondergeschoven kindje. Veel organisaties zijn daardoor wel in staat om bijvoorbeeld voorspelmodellen te maken, maar niet om ze in beheer te nemen. Wie is immers eigenaar van het model en de data? En wie bewaakt de kwaliteit? De datascientist werd enkele jaren geleden dan wel uitgroepen tot ‘sexiest job of the year’, de data steward is minstens net zo belangrijk. Toch zijn er maar weinig overheden die dit ook zo ervaren.
Het belang van datamanagement en -governance wordt zowel onderkend als onderschat. Zo staat datakwaliteit overal op de agenda, maar blijkt in de praktijk weerbarstig. De kwaliteit wordt vrijwel altijd als onvoldoende beschouwd, maar niemand weet wanneer het voldoende is. Veel verbeterinitiatieven verzanden bovendien, doordat niet duidelijk is wie verantwoordelijk is of welk probleem opgelost wordt. Hetzelfde geldt voor het delen van data. Iedereen is het erover eens dat datadelen belangrijk is, maar toch blijven organisaties op hun data zitten als een moederkloek die haar eieren beschermt.
Het gevolg daarvan is dat veel kansen van data onbenut blijven en data opgesloten is in de silo’s van gemeenten, provincies en het Rijk. Een gemeenschappelijke digitale infrastructuur is nodig om die data te ontsluiten en beschikbaar te maken. Maar naast beschikbaar moet data ook bruikbaar zijn. Dit stelt eisen aan zaken als metadatering, kwaliteit en definities, maar in eerste instantie vereist dit eigenaarschap en besturing van data.
Gelukkig worden er ook al veel goede stappen gezet. Zo zijn er steeds meer overheden met een aparte data-organisatie en ook de Chief Data Officer wint terrein. De ontwikkeling van een datagovernancemodel voor de overheid levert daarnaast handvatten in de vorm van bijvoorbeeld een self-assessment om het inrichten van data governance te ondersteunen. En ook de data agenda overheid besteedt aandacht aan het belang van het besturen en beheren van data.
Deze aandacht moet zich echter vertalen in concrete acties, zodat data niet alleen gezien wordt als waardevolle asset, maar ook zo wordt bestuurd. Anders komen we niet verder dan de innovatieve experimenten en pilots die nu vaak het eindstation zijn in plaats van het begin.
Christian Verhagen is senior adviseur bij Verdonck, Klooster & Associates en publiceert regelmatig over data en technologie in de publieke sector.
Helemaal mee eens! Wel 2 opmerkingen:
– een belangrijk onderdeel van het data beheer vormt het beheer van classificaties. Er zijn vele classificaties binnen de overheid, maar die zijn niet altijd op elkaar afgestemd, zodat koppeling vaak problemen oplevert. Elektronische patienten dossiers beginnen nu decentraal van de grond te komen, maar ieder met eigen classificaties. Dit bemoeilijkt de onderlinge koppelbaarheid van de EPDs.
– Volgens de AVG mogen data niet voor een ander doel worden gebruikt dan waarvoor ze zijn vastgelegd. Voor het effectief gebruik van data is m.i. verandering van wetgeving nodig. Wetgeving moet beter worden afgestemd op de dataficering van de maatschappij!