Data zaaien in vruchtbare grond

Palo Alto, midden in Silicon Valley, heeft in een paar jaar tijd een ICT-achterstand weggewerkt en is meteen ook voorloper geworden op het gebied van de inzet van open data. CIO Jonathan Reichental is ervan overtuigd dat je daarmee maatschappelijke problemen kunt aanpakken, de gemeenschap mobiliseert en kansen creëert voor burgers en bedrijven.

Jonathan Reichental: “Je moet data centraal stellen in de manier waarop je een gemeente runt.”

Jonathan Reichental vindt zichzelf een bevoorrecht man. Hij mag CIO zijn van de gemeente Palo Alto, de bakermat van Silicion Valley, en krijgt daarbij alle ruimte om verder te kijken dan het werkend houden van email, servers en websites. Niet dat hij toen hij in 2011 aan zijn baan begon de meest inspirerende werkomgeving voor een CIO aantrof; de website was een lachertje, de telefoons waren uit de jaren zeventig en van het nut van sociale media had de gemeente een vaag vermoeden. Maar Reichental werd gevraagd de gemeente Palo Alto op technologiegebied beter te laten passen in een omgeving waar mensen léven van technologie, innovatie en een startup-mentaliteit. En dat wilde hij wel.
De ‘city manager’ (gemeentesecretaris) wilde bijvoorbeeld de gemeentelijke dienstverlening naar mobiele apparaten brengen en Reichental gaf hem gelijk. “Maar ik zei meteen dat je daar eerst ook een goede basis voor moet leggen. Want mobiel is gewoon een laag bovenop de data. Het andere dat we besloten te doen is een krachtige mogelijkheid voor analyse en beslissingsondersteuning opbouwen. We wilden de gemeenschap betrekken bij belangrijke onderwerpen. Dus ik drong aan op het beschikbaar krijgen van eenvoudig toegankelijke data om dat mogelijk te maken.”
Die ruimte kreeg hij. Zestig procent van zijn baan bestaat nu uit het routinewerk: databases, email, zorgen dat de stoplichten werken en leiding geven aan 32 mensen. “Maar de andere veertig procent van mijn tijd gaan naar werken met interessante burgers, ondernemers en academici. Om te heroverwegen en experimenteren.” En daarin past ook de opendatastrategie waarmee Reichental in 2011 al snel op de proppen kwam en waarmee hij in de VS een landelijk voorbeeld werd. “Je moet data centraal stellen in de manier waarop je een gemeente runt.” En die data kunnen over zeer gevariëerde onderwerpen gaan: bouwvergunningen, financiën, salarissen, graffitimeldingen of dierenasiels.

Drie niveaus

Reichental ziet drie niveaus waarop je moet nadenken over de omgang met overheidsdata. De eerste is een idealistische: “Er is er een democratische verantwoordelijkheid om data vrij te geven. Of de mensen in de gemeente er iets mee doen of niet, het demonstreert je openheid en laat zien dat de overheid geen informatie achterhoudt.”
Op het tweede niveau komt de vraag ‘wat is de rol van de overheid?’ “Overheden zorgen nu eenmaal voor zaken als het wegennetwerk of een vangnet voor de armen. Maar we zouden ook de private sector in staat moeten stellen in bepaalde behoeften te voorzien en problemen op te lossen. Het is onze verantwoordelijkheid als overheid alle data ter beschikking te stellen die daarbij kan helpen.”
Het derde niveau is voor Reichental het spelen van een actieve rol daarin. “Vraag je af hoe je kansen voor succes creëert.” Hij neemt de eigen transparantie als voorbeeld waarmee Palo Alto liet zien wat er mogelijk is. “De media moesten elk jaar touwtrekken met de gemeente over de salarissen van de medewerkers. Die hebben we tweeënhalf jaar geleden voor het eerst in één keer openbaar gemaakt – ook mijn eigen salaris – mét gegevens over ziektekosten, pensioen, vakantie enzovoort. Dat maakte indruk.”

We moeten ook de private sector in staat stellen problemen op te lossen

Het beschikbaar stellen van steeds meer data op het eigen opendataplatform (data.cityofpaloalto.org) heeft een bijkomend voordeel. “Twee jaar geleden hebben we alle financiële data, van salarisadministratie, inkoop tot crediteuren, allemaal online gezet. Onze medewerkers zijn die data zelf gaan gebruiken om hun beslissingen op te baseren. Het blijkt veel makkelijker dan inloggen op een gecompliceerd financieel SAP-systeem.”
De gegevens die voortkwamen uit de app die Palo Alto gebruikt voor ‘meldingen openbare ruimte’ komen ook op het platform en dat levert eveneens mooie inzichten voor de gemeente zelf op. “Als er steeds graffiti-meldingen zijn in een bepaalde wijk of in de buurt van een bepaalde highschool, dan kun je daar misschien een gesprek organiseren of ergens een graffitiplek inrichten.”

App-kerkhof?

Om het opendatabeleid handen en voeten te geven heeft Reichental (die overigens weinig opheeft met de term ‘big data’) de afgelopen jaren diverse evenementen georganiseerd: ‘meetups’, ‘hackatons’ en ‘app challenges’. “Mensen vragen me daarna vaak wat er uit die bijeenkomsten is voortgekomen. Voor 99,9 procent weten we dat niet. En dat is omdat de deelnemers niet verplicht zijn om dat ons te vertellen.” Desalniettemin komen er mooie dingen uit voort, vindt hij. “We hebben bijvoorbeeld al onze bouwvergunninggegevens beschikbaar gesteld. Twee commerciële clubs hebben daar wat mee gedaan.” BuildingEye en Civic Insight bieden beide een geografische weergave van alle bouwactiviteiten, waarop je kunt inzoomen tot op straatniveau.
Vorig jaar organiseerde Reichental de Palo Alto Apps Challenge, waarbij vijf maanden aan de uitwerking van ideeën kon worden gewerkt. Uit de 47 levensvatbare inzendingen kwamen negen finalisten, met uiteindelijk drie winnaars. “Elk daarvan gebruikte verschillende datasets van de gemeente. De tweedeplaatswinnaar maakte een app die dierenasiels helpt een thuis voor dieren te vinden. Verscheidene dierenasiels in de Bay Area gebruiken deze app nu tegen betaling.”
Reichental geeft toe dat de vele opendatawedstrijden een flink ‘app-kerkhof’ hebben opgeleverd. Daar is volgens hem wel wat aan te doen. “Ten eerste moet je de mensen die met een idee komen ook verantwoordelijkheid geven voor het ontwikkelen van de oplossing. Dan zullen de ideeën ook veel serieuzer worden.” Daarnaast kregen de deelnemers aan de App Challenge meteen een inschrijving bij de lokale Kamer van Koophandel. En dan helpt het ook als je vervolgens als gemeente belooft de winnende toepassing meteen tegen betaling van 5000 dollar af te nemen. Dan werkt een ‘hackaton’ van 48 uur veel minder: te haastig en geen ‘ownership’.

Uitzonderlijke gemeenschap

Het feit dat Palo Alto (met een bevolking van 67.000 inwoners, maar op een werkdag overdag ruim het dubbele) midden in Silicon Valley ligt – met de Stanford-universiteit binnen de gemeentegrenzen – maakt wel een verschil. “Het is een uitzonderlijke gemeenschap. Noem een top-tien technologiebedrijf en in deze gemeente woont ofwel hun CEO of een van hun top-ingenieurs. Het is prachtig die mensen te kunnen uitnodigen voor praatjes en zo. We maken er gericht en spaarzaam gebruik van.” CEO Meg Whitman van Hewlett-Packard (dat bijna ‘om de hoek’ is gevestigd), maakte zonder afspraak een halfuur vrij om met hem te praten.

Data is het enige wat je in overvloed hebt. Gebruik die gewoon

Maar midden in Silicon Valley zitten is geen vereiste om de dingen te kunnen doen die Palo Alto nu doet, drukt Reichental andere gemeenten op het hart. Iedere gemeente kan intensiever aan de gang met data. Hij wil best wat goede raad geven. “Ik zou gemeenten ten eerste aanraden open data niet als een extra keuze te zien, maar als complementair aan al het andere. Begin gewoon met dat opendataplatform.” Daarnaast moet een gemeente het niet als een financieel probleem zien. “Ook in Palo Alto hebben we niet veel middelen en het is gewoon gelukt.” Ten derde: “Data is het enige wat je in overvloed hebt. Gebruik die gewoon.” En daarmee bedoelt hij dan vooral ook dat je ánderen in staat moet stellen er iets mee te doen. En ten slotte: “Zorg dat je bij elke meeting en conversatie de relevante data bij de hand hebt om gefundeerde beslissingen mogelijk te maken.”
Misschien nog een tip: Reichental opent een dezer dagen in zijn gemeentehuis het nieuwe Civic Technology Center, een verzamelplek voor zijn medewerkers, maar ook voor andere mensen die iets met gemeentedata willen, of problemen kennen die met die data zijn op te lossen. Reichental: “Je moet die informaliteit systematiseren.”

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren