Gemeenten krijgen steeds meer uitvoeringstaken naar zich toegeschoven. Daarmee wordt lokale (geo-)informatie steeds belangrijker.
Gemeenten krijgen steeds meer uitvoeringstaken naar zich toegeschoven. Daarmee wordt lokale (geo-) informatie steeds belangrijker.
Met lokale informatie kan je veel zichtbaar maken, bijvoorbeeld hoe het op bepaalde terreinen en thema’s binnen je gemeente is gesteld. Vanuit KING hebben we dat al met de Stapelingsmonitor gedaan, maar met informatie vanuit het geodomein zou dat nog veel krachtiger kunnen. Zo kan de BGT gemeenten snel inzicht geven in ontwikkelingen die te maken hebben met maatschappelijke-, sociale- of economische vraagstukken. Wat mij betreft ligt daar ook de winst van de BGT. In het ‘en dan’-verhaal. Waar moet ik als gemeente de komende jaren mijn voorzieningen organiseren? In welke wijken moet dat? Hoe ziet de opbouw van die wijken eruit? Hoe is het gesteld met het leerlingenvervoer of bijvoorbeeld met het aantal gebruikers van een scootmobiel? Dat zijn best nog lastige vragen die gemeenten zelf op moeten lossen. Cruciaal daarbij is dat de basis op orde is.
Gegevensknooppunt
Door de mogelijkheid om snel inzicht te krijgen in maatschappelijke ontwikkelingen, zal met name bij gemeenten het gebruik van geo-informatie plaatsvinden. Het zou fijn zijn als we dat gebruik zouden kunnen versnellen. Het gebruik van geo zou binnen gemeenten net zo vanzelfsprekend moeten zijn als dat dit nu bij apps of internet is. De kaart als logische verbinding en presentatie. Een goede BGT is dan ook essentieel.
Het versnellen van het gebruik van geo-informatie kan met behulp van goede voorbeelden, maar ook door het aanbieden van verknoopte informatie. Een e-overheid die gevormd is vanuit de behoefte van burgers en bedrijven, is een overheid waarin actuele en correcte informatie is gebundeld en verknoopt. VNG en KING zijn hard bezig om deze verknoping te realiseren, via de zogeheten ‘gegevensknooppunten’. Daarbij wordt nadrukkelijk de link gelegd met het rotondemodel dat vanuit het Stelsel van Basisregistraties is ontwikkeld. Op die rotonde kunnen gemeenten straks alle informatie vinden die zij nodig hebben voor het maken van effectief beleid en uitvoering. Daarmee is de rotonde voor gemeenten van groot belang. Minder van belang is dat zij al die gegevens in de gemeentelijke informatiehuishouding zelf in huis hoeven te hebben.
‘Overheid is beetje losgeslagen’
Voor gemeenten is het met name van belang dat zij op basis van (BGT-)gegevens met data aan de slag gaan om de belangrijke maatschappelijke vraagstukken op te lossen. De rol van de overheid zou daarbij minder moeten liggen op het verzamelen van die gegevens. In de keten zijn er zat partijen die deze gegevens al op orde hebben. In die zin is de overheid echt een beetje losgeslagen in het willen verzamelen van gegevens. Bovendien gebeurt dat nog eens sterk verkokerd en slaan we het ook vaak slecht op. Als overheid hoeven wij die gegevens allemaal niet te hebben. We moeten wel zorgen dat we op basis van die BGT-gegevens veel meer ons lokale beleid gaan voeren. Bijvoorbeeld met betrekking tot het sociale domein en straks ook wat betreft de Omgevingswet.
Larissa Zegveld is directeur van KING. Op het BGT-congres van 11 juni in ’s-Hertogenbosch neemt Theo Peters, vanuit het management van KING, deel aan een rondetafelgesprek over de BGT. Het congres staat dit jaar in het teken staat van de transitie van de GBKN (Grootschalige Basiskaart van Nederland) naar de BGT.
Ach, ach. Sinds wanneer draagt de BGT met fietspaden, stoeptegels, landbouwgronden en spoorlijnen bij aan het sociale domein?
Juist de BGT slaat door in geometrische perfectie. De vraag om een bepaalde nauwkeurigheid te halen is groter dan het vullen van nuttige attribuutgegevens of het koppelen aan beheer- of andere systemen. Daardoor hebben we straks een product dat voor en door geodeten en GIS-specialisten gemaakt is en waar de rest van de organisatie weinig mee op heeft.