Tot nu toe keek de overheid toe hoe burgers en bedrijven de kansen van de gedigitaliseerde netwerksamenleving aangrepen, maar nu is het tijd dat de overheid de regie terugneemt.
Nu de kabinetsformatie de laatste fase ingaat, is de vraag des te relevanter hoe verder invulling gegeven wordt aan de digitale overheid. Tot nu toe keek de overheid toe hoe burgers en bedrijven de kansen van de gedigitaliseerde netwerksamenleving aangrepen.
Nu is het tijd dat de overheid de regie terugneemt en duidelijker gaat sturen. Door enerzijds de ontwikkelingen te reguleren (governance of platforms) en anderzijds door zelf gebruik te maken van de krachtige mogelijkheden van de digitale economie (government as a platform). Kortom, een nieuwe visie op de overheid: de overheid als platform.
Door digitalisering en andere technologische ontwikkelingen, zijn de verhoudingen in onze samenleving tussen burgers, ondernemingen, maatschappelijke groeperingen en overheden aan het veranderen. Dit manifesteert zich op meerdere manieren.
De leefomgeving digitaliseert in rap tempo door de opkomst van mobiel internet, het Internet of Things en nieuwe digitale infrastructuren voor energie en wonen. Steeds meer objecten in de omgeving, van lantaarnpalen en rookmelders tot auto’s, zijn met internet verbonden en beschikken over sensoren waarmee ze informatie uit hun omgeving kunnen verzamelen. De fysieke wereld wordt hierdoor als het ware verrijkt met een virtuele laag van digitale informatie.
Met deze data kunnen gepersonaliseerde diensten worden geleverd, bijvoorbeeld op het gebied van mobiliteit, iets waarmee Uber en SnappCar actief zijn. Logistieke processen, zoals verkeer en afvalstromen, kunnen worden geoptimaliseerd. Steden zouden beter bestuurd kunnen worden met minder files, minder energieverbruik en een gezondere bevolking als gevolg. Dit is de belofte van de slimme stad.
In de complexe technologische systemen worden bovendien talloze interpretaties van data gemaakt en beslissingen genomen. Dit brengt vragen met zich mee op bijvoorbeeld het gebied van privacy, veiligheid en toegankelijkheid. Hoe worden deze publieke waarden geborgd in de ‘datalaag’? De grote vraag is hoe het publieke domein wordt vormgegeven in de digitale wereld.
Naar een cocreatie van publieke diensten
De nieuwe generatie digitale infrastructuren, en de daarin verzamelde data, zijn vaak niet in handen van de overheid. Soms zijn ze van burgers, maar veel vaker zijn ze eigendom van grote internationaal opererende ondernemingen. Zoals telecombedrijven, smartphonefabrikanten, socialenetwerksites, energiemaatschappijen, banken, leveranciers van verlichting en navigatiesoftware. Denk aan bedrijven als Facebook, KPN, Eneco, Siemens, Philips, TomTom of Google. De afgelopen jaren heeft hier een enorme machtsconcentratie plaatsgevonden: een handjevol bedrijven lijkt in het digitale domein steeds dominanter te worden.
De overheid is dan ook in grote mate afhankelijk van bedrijven en burgers voor de effectieve uitvoering van haar taken. Ze zal slim moeten leren samenwerken met bedrijven en burgers om publieke waarden te borgen en om publieke diensten en nutsfuncties tot stand te brengen. Dit na een tijdperk waarin de overheid steeds meer taken aan de markt overliet en volledig aan burgers wilde overdragen onder de noemer ‘doe-democratie’ en ‘participatiesamenleving’.
Een nieuwe visie op de overheid
Kenmerkend voor de digitalisering is dat alle verschillende sectoren en domeinen onderworpen raken aan dezelfde universele digitale principes. Dit gaat dwars door de silo’s en lagen van de overheid heen: van lokaal tot internationaal en de verschillende beleidsterreinen overstijgend, zoals leefomgeving, energie, innovatie, zorg en openbaar bestuur. Daarom moet er met een nieuwe ‘digitale bril’ gekeken worden naar de overheid, de publieke taken en de besturing (governance) ervan: de overheid als platform. Deze nieuwe digitale besturingsvorm is essentieel als de overheid haar publieke taken en diensten effectief wil uitvoeren in dynamische samenwerking met bedrijven en burgers.
De overheid als platform vormt een basis, een voedingsbodem en een vangnet dat burgers en bedrijven in staat stelt om te bloeien, floreren, ondernemen, zichzelf te ontwikkelen. Net zoals de openbare ruimte en de rechtstaat dat in de fysieke wereld bieden.
Een platform maakt gebruik van netwerkeffecten, van principes van delen en uitwisselen en kan bijvoorbeeld via reputatiesystemen en feedbackmechanismen zorgen voor nieuwe vormen van zelfregulering. Bij een platform horen afspraken, standaarden, besturingsmodellen en gereedschappen en middelen die het gebruik van het platform bevorderen en de uitwisselbaarheid van de toepassingen garandeert. Hierbij kan het veel leren van grote platformen als Google, Facebook, Amazon of Uber.
De overheid als platform: drie bouwstenen
Een platform kent drie belangrijke bouwstenen: data, infrastructuur en een community waar interacties plaatsvinden (tussen burgers, tussen aanbieders en vragers).
1. Data
Bij ‘data’ gaat het om alles wat te maken heeft met het verzamelen, verwerken en interpreteren van data, de basisgrondstof van de digitale samenleving. Welke aannames zitten er in de gebruikte algoritmen en in hoeverre zijn deze op publieke waarden gebaseerd? Hoe wordt er omgegaan met de verzamelde data en de interpretaties eruit? Waar worden de data opgeslagen en wie is er de eigenaar van?
2. Infrastructuur
De ‘infrastructuur’ omvat de tastbare nieuwe generatie digitale infrastructuur op het gebied van energie, internet, bouwen evenals de bijbehorende afspraken, protocollen, standaarden en verdragen. Wie is eigenaar van de infrastructuur? Hoe zijn beschikbaarheid, toegankelijkheid en continuïteit gewaarborgd? In hoeverre is er een splitsing nodig tussen een nutsfunctie en toepassingen en diensten op de infrastructuur? In hoeverre mag er onderscheid gemaakt worden tussen diensten in tarieven en beschikbaarheid?
3. Community: interacties
De ‘community’ draait om het samenkomen van verschillende spelers op het platform en hun sociale interacties. Bedrijfsmatige platforms zijn vaak ingericht als een marktplaats waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten, of aan elkaar verbonden worden op basis van gebruikersprofielen en beoordelingen. Marktplaatsen zijn een van meerdere denkbare vormen van sociale marktplaatsen waar gebruikers met elkaar in interactie zijn en iets uitwisselen, variërend van competitief tot meer coöperatief. Hier spelen vragen over besluitvorming een grote rol: op basis van welke onderhandeling komt een transactie tot stand?
Bij deze drie bouwstenen komen, dwars door alle beleidsterreinen en niveaus heen, universele sturingsvragen terug die samenhangen met de digitaliserende samenleving en de rol van de overheid.
Een efficiëntere en effectiever overheid
Door de overheid als platform te zien wordt veel duidelijker hoe de verschillende beleidsterreinen en verschillende overheden van elkaar kunnen leren en hoe zij elkaar kunnen versterken, allemaal horende bij eenzelfde stukje van het grote platform. Bovendien geeft het inzicht in de nieuwe sturingsmogelijkheden en beleidsinstrumenten die nodig zijn als overheid een hefboom te creëren voor de inzet van burgers en bedrijven.
Hoe kan de overheid haar maatschappelijke taken in de toekomst effectiever en efficiënter uitvoeren door gebruik te maken van platformprincipes? Hoe gaat een integralere visie op de overheid en inrichting ervan samen met het nieuwe bestuur en regulering, zoals de Omgevingswet? De komende tijd ga ik die thema’s en vragen verder verkennen.
Maurits Kreijveld is futuroloog en adviseert onder meer overheden hoe zij het beste kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen, zoals digitalisering en de netwerksamenleving.