De rode vlag en de kokende kikker
Europese samenwerking en -integratie is een hobbelig proces. We staan in Europa op een keerpunt, een tij dat we nog kunnen keren. Laten we daar samen de schouders onder zetten!
Met de eerste auto werd in 1865 de Locomotive Act, bijnaam Red Flag Act, geïntroduceerd. Er moest namelijk een man 50 meter voor de auto uit lopen met een rode vlag. Er waren nog geen rotondes, zebrapaden of drempels, maar ook de auto zelf had geen airbags, gordels of hoofdsteunen.
In 1989 hees Jacques Delors, toenmalig voorzitter van de Europese Commissie de rode vlag. Hij pleitte met urgentie voor verdere Europese integratie, meer specifiek monetaire integratie. In 1992 leidde dat tot het verdrag van Maastricht en in 2002 werd de euro geïntroduceerd. De Europese Unie is een hobbelig, maar succesvol project gebleken. De afgelopen decennia is dit keer op keer gebleken, niet in de laatste plaats met Europa als ‘wetgevende macht’.
Wetgeving
Bij de introductie van nieuwe (digitale) technologieën zien we dat een deel van de vraagstukken vooraf wordt opgelost, een deel gedurende de rit én een deel als het rijkelijk laat is. Als we de Europese wetgevende macht doorvertalen naar het digitale domein zijn juist op dit gebied recent enorme stappen gezet: van de AI Act en Data Act, tot de Digital Market Act en de Digital Service Act, waarmee de macht van Big Tech bedrijven (tot op zekere hoogte) wordt beteugeld.
Nederland is één van de Europese koplopers als het gaat om kennis en innovatie en om een sterke en betrouwbare ICT-infrastructuur. Ook blazen we een behoorlijk deuntje mee in de Europese league, echter op mondiaal niveau zijn we als individueel land erg beperkt. Meer Europese samenwerking ligt dan ook voor de hand, zeker op het gebied van digitalisering. Denk naast het beteugelen van (te) grote marktspelers naar een gelijk en eerlijk speelveld aan datastandaardisatie en -interoperabiliteit, maar ook principes die we met elkaar van belang vinden zoals ethiek, privacy, duurzaamheid, circulariteit, en digitale veiligheid en -autonomie. Alleen op Europees niveau kunnen we samen dergelijke principes incorporeren in het ontwerp van nieuwe (digitale) producten en diensten.
Rapport Draghi
In september 2024 hees Mario Draghi, voormalig president van de Europese Centrale Bank, een rode vlag, die hij in rapportvorm aanbood aan de voorzitter van de Europese Commissie Ursula van der Leijen. Een lijvig rapport met meer dan 100 relevante aanbevelingen, inclusief een pleidooi voor 800 miljard per jaar extra aan investeringen (periode 2025-2030), waarvan 150 miljard per jaar naar digitalisering.
Wat doen we eigenlijk al als Nederland in Europa op het gebied van digitalisering? Welnu, we participeren actief in grote Europese onderzoeks- en innovatieprogramma’s, zoals Horizon Europe en Digital Europe. We werken nauw samen in ‘European Digital Infrastructure Consortia’, gericht op de gezamenlijke ontwikkeling van kritieke technologie zoals de Alliance for Language Technology, de ‘ALT-EDIC’. We hebben in Nederland een zestal ‘European Digital Innovation Hubs’ ingericht, gericht op ondersteuning van het mkb. We werken nauw samen met LUMI, de grote Europese High-Performance Computing faciliteit, ofwel supercomputer.
Kortom, er gebeurt al veel, maar het kan nog beter: beter gecoördineerd, gerichter met partners en focus, maar ook zijn meer publieke en private investeringen nodig om mee te blijven komen in het internationale speelveld. Tot slot blijft wetgeving een delicate balanceer act: enerzijds gaat wetgeving gepaard met bureaucratie die belemmerend kan werken. Anderzijds is wetgeving cruciaal voor een ‘level-playing field’.
‘Sense of urgency’
In 2005 schreven Kees Schouten en ik een opinie artikel in het D66 tijdschrift IDEE met de titel “Van Nederland Kennisland naar Nederland Kermisland” dat door een enkeling wat lacherig werd ontvangen, maar een aantal mensen had de boodschap goed begrepen. Een jaar later presenteerde ik dezelfde column in een debat Hoe realistisch is de Lissabon-agenda nog voor Europa (en voor Nederland), georganiseerd door het Nederlands bureau van het Europees Parlement. Daarbij hanteerde ik het beeld van de kokende kikker: een kikker die in een pan lauw water wordt gezet blijft rustig zitten, ook als het water langzaamaan wordt gekookt. Zet je een kikker echter in een pan water die al heet is, dan springt deze er direct uit. Met andere woorden, de sense of urgency lijkt te ontbreken in Nederland en Europa. Langzaamaan wordt het denkbeeldige water wel erg warm.
De rode vlag moet niet te snel of te vaak worden gehesen. Ik denk echter dat dit nu echt nodig is, omdat we aan alle kanten worden ingehaald. De denkbeeldige kikker begint het erg warm te krijgen in zijn pan.
Lees ook:
In 2022 werd de Fiware Global Summit nog slechts door een enkele Noord-Europeaan bezocht. Het gedachtengoed van de http://www.internationaldataspace.org wordt vooral gedragen door Duitse en Spaanstalige wetenschappers. De echt gave toepassingen? Die kwamen niet uit de rijke Noord-Westeuropese landen, maar uit de armere landen: Griekenland, Portugal, Argentinië, Mexico. De echte klappers … de dataficering van hele steden tot Smart Cities … vinden vooral plaats in India.
De reden is niet zozeer de kikker in zijn stoombad, maar schaarste en noodzaak. Waarom zouden we?
De boel ‘doet het toch’?
Concepten als EDIC zijn prachtig, maar innovatie vindt natuurlijk nooit Top Down plaats. Innovatie is de aanpassing van je voortbrengingsproces aan veranderende omstandigheden, op een manier die mensen willen snappen, gebruiken en uiteindelijk betalen. Innovatie is nooit een bureaucratisch plan.
We moeten dus ook inzetten op McGyver denken in onze scholen en bedrijven: tinkeren.
Experimenteren, aanpassen en leren door interactieve engagement met tools en systemen.
Zolang onze organisaties functioneren binnen de dwangbuis van mandaat en budget, zullen we blijven steken in puntoplossingen die moeizaam worden aanbesteed. We moeten uitbreken en leren dat we data in de eerste plaats gaan zien als grondstof en niet als iemands bezit en ALS iemand dan al claimt de Data Eigenaar te zijn … dat dan grondig begrepen wordt dat dit een zware verantwoordelijkheid betekent voor data kwaliteit onder Data Governance. Mensen rekenen op je!
Tergelijkertijd zijn er allerlei ontwikkelingen in ons eigen Europa die juist knetterhard gaan, maar uitstekend zonder top down management kunnen. Deze discussie gaat niet over technologie! Hij gaat over macht. The Medium is the Message, dus de bezitter van het platform controleert de datastroom.
Graag daarom aandacht voor de overal bruisende alternatieven voor de platform economie, wat de facto een extractionistisch corporatief model is. Er bestaan wel degelijk alternatieve en wezenlijk open collaboratieve modellen, zoals Open Commons, Platform Cooperativisme de Decentralised Organisations die wel degelijk innovatief zijn en levensvatbaar. Denk aan Fairmondo, denk aan de diverse Open Data Spaces . Laten we concepten als EDIC en GaiaX niet zien als concurrentie voor Big Tech, want dat zijn het niet. Het zijn in de kern Federatieve, Gedistribueerde Datacentische Samenwerking concepten, die wel degelijk innovatief zijn en leiden tot Collaboratieve Economie Modellen. Daar is niets links, of zweverigs aan en het kan wel degelijk zeer gezond knetter commercieel zijn, maar … het is ook Data Centrisch en biedt alle ruimte voor visualisatie van datastromen, verificatie van identiteiten en data gebruiksvoorwaarden, ethiek en inclusie, governance en economische strategie, technologische interactie en kennis beleid, sociale verantwoordelijkheid en uiterst elegant probleemoplossend vermogen. In November 2024 wordt de Fiware Smart City Expo in Barcelona inmiddels overspoeld met innovaties die ook serieuze Noord-Europese aandacht krijgen.
Als er al kikkers koken … lekker laten gebeuren. Darwin is a bitch!