Digitalisering en democratie
Blog

Devaluatie van de democratie

Het Europees Parlement onderzoekt misbruik van spyware door over­heden, bedoeld om georganiseerde misdaad op te sporen en aanslagen te voorkomen, maar die wordt ingezet om journalisten, oppositiepolitici en regeringscritici te bespioneren. Dit baart grote zorgen. Het is tijd dat meer mensen bezorgd worden over de ernstige devaluatie van de democratie.

De belofte van digitalisering was altijd groter en breder dan gemak en vermaak. De digitale revolutie zou emancipatie en democratie brengen. Burgers wereldwijd zouden kennis en informatie delen, rechtstreeks met elkaar communiceren, zich organiseren en mobiliseren, en zo een tegenmacht vormen tegen gecentraliseerde machten. Wie nog altijd droomt van deze digitale empowerment moet wakker worden. Jazeker, digitalisering heeft burgers nieuwe macht gegeven. Maar het heeft de machtigen oneindig veel méér macht gegeven. De positie van individuele burgers ten opzichte van de overheid is daardoor dramatisch verslechterd.

Het Europees Parlement onderzoekt misbruik van spyware door over­heden. Krachtige software die bedoeld is om georganiseerde misdaad op te sporen en aanslagen te voorkomen, maar die wordt ingezet om journalisten, oppositiepolitici en regeringscritici te bespioneren. Ordinair machtsmisbruik en corruptie dus. Naarmate het onderzoek vordert, nemen de zorgen toe. Inmiddels weten we dat het niet gaat om incidenten, maar om systematisch en grootschalig gebruik van spyware door Europese regeringen.

Voor een individuele burger is het bijna onmogelijk om een invasieve overheid te weren.

Het betreft niet alleen hardcore politieke spionage. Sommige vormen van surveillance zijn minder spannend, maar dragen wel bij aan groeiende overheidsmacht. Nederland is geen autoritaire staat waar een gepolitiseerde geheime dienst op journalisten jaagt, maar we hebben wel de toeslagenaffaire gehad en misbruik van kentekenscanners. Er wordt racistisch bevooroordeelde anti-spieksoftware ingezet en sommige politieke demonstraties worden hardhandig de kop ingedrukt, waar andere vrijuit gaan. Ook in Nederland is het ideaal van soevereine burgers met absolute burgerrechten in de verdrukking. Voor een individuele burger is het bijna onmogelijk om een invasieve overheid te weren. Dit geldt zelfs voor de rechter, zoals bleek in de Toeslagen­affaire. Ook toezichthouders worstelen. De toezichthouder op de inlichtingendiensten stapte op, omdat zijn rol in een nieuwe wet wordt ingeperkt tot het punt dat hij geen wezenlijk toezicht meer kan houden. Parlementen zijn eerder aanjagers van ongebreidelde nieuwe bevoegdheden voor de staat, dan tegenmacht. Sluipenderwijs worden we onderdanen van een machtige staat, in plaats van autonome burgers. Ironisch genoeg zijn het vaak politici die een kleine overheid propageren, die de alomtegenwoordige, invasieve overheid hebben geschapen. Staten hebben een digitaal geweldsmonopolie ontwikkeld, terwijl de burgerrechten zijn blijven steken in het pre-digitale tijdperk. Niet iedere regeringen zal misbruik maken van dit geweldmonopolie, maar in een rechtsstaat mag onze vrijheid niet afhangen van wie er aan de macht is.

De moeite die het kost om de digitale revolutie bij te benen is vaak een thema in mijn bijdragen. Doorgaans betreft het een aansporing voor ons trage, deliberatieve politieke stelsel om de macht van technologiebedrijven te beteugelen. Daar is ook wel een recept voor, getuige de successen die behaald zijn. Als het echter de toenemende digitale macht van de overheid betreft, dan is de oplossing minder duidelijk. Dat baart grote zorgen. Het is tijd dat meer mensen bezorgd worden over de ernstige devaluatie van de democratie.

Sophie in’t Veld is lid van het Europees Parlement voor D66

Deze blog verscheen eerder als column in iBestuur Magazine #44 van oktober 2022.

  • Vincent Hoek | 9 december 2022, 20:38

    De Staat is geen gegeven, maar vergelijkbaar met een levend organisme.
    Democratie is slechts een procedurele machtsovergang na een rituele herijking van het politiek sentiment op een bepaald, beperkt territoir en hoe je dat regelt, daar kennen we binnen de EU alleen al diverse varianten van. Uiteindelijk gaat het dus niet om WAT men denkt, maar om HOE men denkt: logisch, consistent en op basis van verifieerbare, intersubjectieve feiten. Aangezien data zich niet aan Staatsgrenzen houden, kan de Staat inmiddels veel minder voor haar bevolking betekenen dan deze op grond van de eigen brede data toegang verwacht. Digitalisering helpt hierbij juist. De Twintigste Eeuw kenmerkte zich door hevige gebeurtenissen, zoals de Eerste Wereldoorlog, de bolsjewistische revolutie, de Chinese burgeroorlog, de Spaanse burgeroorlog, de Tweede Wereldoorlog, de Koreaanse oorlog, de oorlog in Vietnam en de Koude Oorlog. Al die oorlogen werden uitgevochten over de vraag hoe je een grondgebied eigenlijk bestuurt? Constitutionele kwesties: welke vorm van grondwet – liberale democratie, fascisme of communisme – moest de koloniale ideologie van de 19e eeuwse imperiale staten van Europa vervangen, die zelf weer dateerden uit de eeuw daarvoor. Imperiale staten ontstonden na de Napoleontische oorlogen. De wereldleiders van toen kwamen samen op het Congres van Wenen, waar het soevereine Staatsconcept weer een evolutie doormaakte na de Unie van Utrecht (1579), de Unie van Westfalen (1648) en zo via Wenen naar het Handvest van Parijs uit 1990 voor een Nieuw Europa. Staten evolueren, waarbij oorlog wordt gemaakt met de methoden waarmee ook welvaart wordt gemaakt. Vandaag dus digitaal. De huidige generatie politici is nog opgegroeid voor de tijd van digitalisering. De Staat zelf was toen nog ingericht voor een veel simpeler en statischer wereld. Die wereld verandert razendsnel. Zoals de Eerste Wereldoorlog het einde betekende van het Duitse, Ottomaanse, Oostenrijks-Hongaarse en Russische rijk, was de Tweede Wereldoorlog een echo van de Eerste Wereldoorlog, maar werden de As-mogendheden, Duitsland, Italië en Japan ditmaal mede overwonnen door de computer. De Koude Oorlog vloeide voort uit de Tweede Wereldoorlog en kende enorme technische vooruitgang in miniaturisering, digitalisering en computing. Die drie krachten maakten fragmentatie van centraal gezag niet alleen mogelijk, maar ook veel effectiever dan centralisatie, standaardisatie en harmonisatie. De Koude Oorlog eindigde met de val van de Sovjet-Unie, waarna het Vredesdividend werd geïnvesteerd in wat toen nog “Nieuwe Media” heette. Na 1989 ontstond het Internet. De wereld werd een “Global Village” en geld en data gingen daar waar zij het beste behandeld werden. Transactie- en coördinatiekosten voor samenwerking werd teruggebracht tot nihil en real time. Daar zijn Staten niet op gemaakt, dus ervaren Staten spanning rond hun legitimiteit en bestaansrecht enerzijds en rond de inzet van technologie om zich te beschermen anderzijds. Open Grenzen omwille van vrij verkeer van goederen en diensten leverden echter ook kwetsbare Just-in-Time logistieke ketens en wereldwijd transport. Het effect waren Resource Wars om de toegang tot schaarse grondstoffen, pijplijnroutes en beperkte transport corridors door zeestraten en landengten. Dit vereist Informatie Gestuurd Optreden en snel meer weten dan je tegenstander en ook sneller kunnen reageren. Het real time wereldwijd verbonden Internet-der-Dingen vraagt inmiddels net zo goed om het kunnen waarborgen van Vertrouwen in mensen, machines, organisaties, applicaties en datasets. Identiteiten worden daartoe razendsnel toegekend en onderling gecorreleerd. Hoe meer je van de context van een object weet, hoe zekerder je mag zijn dat de bijbehorende data en daarmee je analyses kloppen. De combi van datawetenschappen en identiteit kennis zorgen inmiddels dat een juridisch verzoek (doelbinding!) door een wetshandhavingsinstantie, leidt tot het gelimiteerd correleren van specifieke data, waaronder elementen van identiteit gegevens. Afstemming tussen honderden onafhankelijke standaardisatiefora zorgen dat gestandaardiseerde processen en procedures machine leesbare gegevens kunnen uitwisselen, zodat rechtshandhavers, verzekeraars, banken, onderzoekers en burgers juist transparanter, verifieerbaarder en inclusiever dan ooit hun werk kunnen doen. Cruciaal voor de Rechtstaat en dus juist voor de democratische transparantie en verantwoording. Daar past geen emotie bij. De Westerse Democratische Overheid is allang geen Top Down monoliet meer (if ever), maar een ecosysteem van data eigenaren, dataconsumenten en data leveranciers, waarbij de meeste data niet eens van de Staat zelf zijn. Dus hoe beter de EU data wetgeving wordt ingevoerd, hoe transparanter de macht wordt gereguleerd. De toekomst is aan identities-as-a-service, code-as-infrastructure, verifieerbare Trust Ankers, PDP (Policy Decision Points), PEP (Policy Enforcement Points), autorisatie registers en identity providers. Voorlopig heeft de Staat nog een aardige capability en maturity gap te overbruggen om ook maar in de buurt te komen van het in dit artikel gepercipieerde gevaar.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren