Digitale bureaus en overheden moeten werken aan herbouw van vertrouwen
Ik krijg een half miljoen euro van Dutch Digital Agencies (DDA) om de digitale dienstverlening van de overheid te verbeteren. Hoite Polkamp van INFO geefthet terug. Niet omdat hij denk dat het een verloren zaak is, zeker niet. Maar hij zou graag zien dat DDA, de brancheorganisatie van digitale bureaus, zich opwerpt als regisseur van een verbeterde publiek-private samenwerking. Dat is volgens hem nodig voor een fundamenteel herstel van vertrouwen.
Ik neem u eerst even mee in de staat van de publiek-private samenwerking en dan specifiek tussen overheden en digitale bureaus. Ik zie namelijk een landschap gedomineerd door wantrouwen, waardoor we miljoenen aan overheidsgeld verspillen. We zitten vast in een traditionele leverancier-opdrachtgever-relatie die niemand werkelijk dient.
Drie dodelijke valkuilen in publiek-private samenwerking
Er zijn wat mij betreft drie terugkerende dingen die de samenwerking negatief beïnvloeden. Ten eerste werkt het bestaande aanbestedingsproces een race to the bottom in de hand. IT-leveranciers schrijven in tegen bodemprijzen om aanbestedingen, waarbij het prijs-kwaliteit criterium zwaar weegt, te winnen. Die investering proberen ze vervolgens terug te verdienen. Dit zorgt bij overheden (terecht) voor een angst voor ‘vendor lock-in’. En het creëert voor bureaus die tegen marktconforme prijzen in willen schrijven een oneerlijk speelveld.
Ten tweede is er, als reactie op die’vendor lock-in’, een hele interessante beweging naar open source oplossingen. Alleen is dat lang niet altijd de heilige graal. Veel open source initiatieven sterven in een doodbloedende community. Maar ik denk dat hier wel veel kansen liggen. Als je het hebt over publieke gelden, zou het ook publieke codes moeten opleveren.
Tot slot is er vaak geen duidelijke probleemeigenaar. Ik neem een energievraagstuk op een bedrijventerrein als voorbeeld. Wie neemt de besluiten? De gemeente aarzelt, bedrijven zijn terughoudend, en de netbeheerder ziet geen urgentie. En zo bloedt het oplossen van de probleemvraag dood.
Van patstelling naar perspectief
Kortom: er is een patstelling. De samenwerking tussen overheden en digitale bureaus zit vast en daar hebben ze beiden een verantwoordelijkheid in. Ik zou het heel krachtig vinden als DDA daar een rol in pakt en positie durft te nemen. Om een publiek-private samenwerkingsvorm te ontwerpen die zoveel mogelijk hindernissen wegneemt en met zo veel mogelijk transparantie. Ja, er zijn al mooie open source initiatieven, Common Ground projecten en inkoopsamenwerkingsverbanden. Maar er is iets waardoor die samenwerkingen niet goed van de grond komen. En dat ‘iets’, is volgens mij vertrouwen. Pas als er vertrouwen is, kunnen we het hebben over standaardisatie, interoperabiliteit, collectieve inkoop, open source et cetera.
Daarom pleit ik voor het ontwerpen van een publiek-private samenwerkingsvorm. DDA mag de regie voeren op het ontwerptraject. Dat moet een gezamenlijke zoektocht zijn naar wat écht werkt, zonder bureaucratische kramp. Transparantie, open source denken, en vooral: samen optrekken in plaats van tegenover elkaar staan. Want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: digitale oplossingen die werken, efficiënt zijn, en waarde toevoegen voor de samenleving.
Het is tijd om het roer om te gooien. Niet met nog meer rapporten of commissies, maar met lef, vertrouwen en de bereidheid om echt samen te werken. Met het half miljoen dat ik zou teruggeven aan DDA, bouwen we aan een betere samenwerking tussen overheden en digitale bureaus die overheidsgeld besparen. En daar plukt de burger uiteindelijk de vruchten van.
Dit artikel is geschreven in de DDA reeks “Wat zou je doen met een half miljoen?”, om overheidsinstellingen te inspireren hoe het óók kan. Dutch Digital Agencies (DDA) verenigt en vertegenwoordigt de digitale bureaus van Nederland.
Lees ook: