Sinds eind september is de Europese eIDAS-verordening van kracht, maar wees eens eerlijk: voor welk probleem is dit een (echte) oplossing en is dit het juiste moment?
Op 29 september 2018 is de Europese eIDAS-verordening ingegaan: publieke organisaties en private organisaties met een publieke taak moeten Europees erkende inlogmiddelen accepteren binnen de digitale dienstverlening. Als beleidsmedewerker digitale dienstverlening bij een (kleine) gemeente ben ik hier al een tijdje mee bezig en ik leg hier graag uit waarom ik vind dat eIDAS voor de meeste gemeenten te vroeg komt.
Waar gaat eIDAS precies over?
Twee eenvoudige voorbeelden maken het op hoofdlijnen duidelijk:
1. een Duitser kan namens zijn bedrijf met zijn Duitse eHerkenningsmiddel inloggen bij de Nederlandse belastingdienst;
2. een Nederlander gebruikt zijn DigiD om in te loggen bij de Italiaanse gemeente waar hij geboren is.
In beide gevallen gaat het erom dat door het gebruiken van het inlogmiddel de identiteit van de aanvrager wordt vastgesteld. Zodat er zekerheid is dat er zaken worden gedaan met de juiste persoon. So far so good.
Het doel van de Europese Unie met de eIDAS-verordening is dat het makkelijker en veiliger moet worden om binnen Europa online zaken te regelen. Uiteraard een heel goed uitgangspunt! Maar dan komt het…
De dienst die de Duitse werknemer of Nederlandse burger uit mijn voorbeelden wil regelen (iets met belasting of het opvragen van de geboorteakte) hoeft niet digitaal aangeboden te worden en ook niet in de taal van de aanvrager. Dat laatste gaat met de komst van de Single Digital Gateway verordening (SDG) ook nog een dingetje worden trouwens: lees meer. Het gaat bij de eIDAS-verordening alleen om de identificatie en authenticatie van de persoon. Aha!
Daar komt nog bij dat op dit moment alleen de Duitse DigiD is toegelaten tot het Europese systeem van eIDAS. Concreet: alleen Duitse burgers kunnen met hun DigiD terecht bij Nederlandse overheden, als die op eIDAS zijn aangesloten (ik zal hier de technische details en uitdagingen maar even achterwege laten). De andere EU-landen zijn nog niet zover. Kortom: voor welk probleem is dit een (echte) oplossing en is dit het juiste moment?
Businesscase voor gemeenten?
Een collega van een vergelijkbare gemeente qua grootte zocht het uit: tussen 2007 en 2017 waren er 49 aanvragen (zaken) vanuit een Europees land (en van die 49 zaken gingen er 36 over belastingen). Per jaar gemiddeld dus nog geen 5 ‘Europese’ aanvragen voor deze (kleine) gemeente. Als je daar dan de kosten tegenover zet die iedere gemeente moet maken om aan te sluiten op eIDAS (ik heb het dan over ettelijke duizenden euro’s per jaar, met uiteraard nog de eenmalige investering en de tijd die eraan besteed moet worden) dan trek ik voor ‘mijn’ gemeente de conclusie dat we daar heel wat ritjes naar Duitsland van kunnen maken om in real life te verifiëren met wie we te maken hebben.
Natuurlijk zijn er gemeenten die op basis van hun bevolkingssamenstelling, hun grootte, hun ligging aan een landsgrens, een andere businesscase hebben. Maar dat zijn er vast geen 379…
Raad van State
Nederland heeft als EU-lidstaat ingestemd met de eIDAS-verordening. Gewoon uitvoeren dus, zou je zeggen. Toch voelde ik me onlangs gesterkt in mijn ideeën over het wel of niet aansluiten op eIDAS door de Raad van State: “De wetgever lijkt niet altijd voldoende rekening te houden met de nieuwe digitale werkelijkheid. Daarom vindt de Afdeling advisering het verstandig dat de wetgever bij nieuwe wetten en regels al vanaf het begin aandacht besteedt aan de gedigitaliseerde uitvoering van die wetten en regels.”
Ik lees hierin dat de wetgever ook zou kunnen concluderen dat een gedigitaliseerde uitvoering niet altijd de beste oplossing is, bijvoorbeeld omdat de tijd er nog niet voor alle overheden rijp voor is. Concreet over eIDAS: Belastingdienst, CJIB, CBR, UWV, grote uitvoeringsorganisaties: die stoppen zo’n investering in hun holle kies en omdat zij landelijk opereren is de vraag potentieel veel groter. Maar al die kleine en middelgrote gemeenten? Let’s be realistic…
Hoe dan?
Zo is er nog een heel lijstje op te stellen van beleid en wetgeving op het gebied van digitale dienstverlening die inhoudelijk en qua idee erachter helemaal okay zijn, maar in de dagelijkse praktijk simpelweg heel ingewikkeld en/of heel duur. Laten we dan wel ons gezonde boerenverstand blijven gebruiken.
En daar zit ‘m bij veel gemeenten nu net de uitdaging. Dat gebeurt te weinig. Want vaak zijn daarvoor niet de juiste mensen aan de bal (maar daar heb ik eerder al over geschreven op iBestuur). Met als gevolg dat er straks vele gemeenten netjes zijn aangesloten op eIDAS, maar dat er bijna niemand mee geholpen wordt.
Benieuwd
Ik weet intussen wat ik ons college van B&W ga adviseren en ik ben erg benieuwd naar wat andere gemeenten (of andere overheden) doen. Laat je het hieronder bij de reacties weten? Twitter mag ook: @caroliennicolai. Ik ben benieuwd!
Carolien Nicolai is beleidsmedewerker digitale dienstverlening bij de gemeente Zeewolde en lid van het actieteam van Gebruiker Centraal, een overheidsbrede kenniscommunity die streeft naar een servicegerichte en gebruiksvriendelijke (digitale) overheid. De blog is geschreven op persoonlijke titel.
Het zal ongetwijfeld geen businesscase opleveren waar je als kleine gemeente blij van wordt. Maar dat is ook niet het doel van de verordening. Misschien moeten we daarom de hand eerder in eigen boezem steken en concluderen dat we op dit moment te weinig in staat zijn om op zich lovenswaardige initiatieven als eIdas goed te kunnen ondersteunen.
Wat onverlet laat dat je uiteraard je gezond verstand moet blijven gebruiken en onze Duitse ondernemer het vast okee vindt als er een ambtenaar op bezoek komt.