Ethiek
Het privacydebat is sterk gedemocratiseerd in de vijftien jaar dat ik me met het onderwerp bezighoud. Veel meer mensen zijn tegenwoordig doordrongen van het belang, dan in de dagen dat ik tot in den treure moest uitleggen waarom privacybescherming belangrijk is.
Grote schandalen hebben de mensen zeer bewust gemaakt van de privacyrisico’s die het grootschalig gebruik van persoonsgegevens met zich meebrengt. Privacy by disaster, noemen ze dat. Was Mark Zuckerberg een paar jaar terug nog een digitale held van de internetgeneratie, vandaag vinden velen hem een ordinaire datadief. Iemand die met pek en veren je telefoon uitgejaagd moet worden. Deze breder gedragen kritische houding van het publiek is de motor waarop de strijd tegen datamisbruik draait.
Het effect is zichtbaar. Onder druk van de publieke opinie passen bedrijven de laatste tijd hun praktijken aan; gelukkig maar. Diezelfde kritische blik van het publiek ontbreekt echter tegenover overheden die onze data gebruiken. Vooral politie, justitie en inlichtingendiensten. Ik heb op deze plek vaak betoogd dat dit anders moet. Dat een bijna blind vertrouwen in de zorgvuldige en eerlijke omgang van overheden met onze gegevens op zijn einde moet gaan lopen. Nu hebben we gemiddeld gezien in Europa best betrouwbare overheden. Vertrouwen is goed, maar er zijn voorbeelden te over om een kritische blik te rechtvaardigen. Het kan immers goed misgaan en in tegenstelling tot Facebook, kun je je account bij de overheid niet zomaar opzeggen.
Een recente casus speelt in Denemarken. In Denemarken, een net land met een goed functionerende overheid, worden 10.000 gerechtelijke uitspraken opnieuw bekeken. En masse en ongericht opgeslagen telecomgegevens, die vervolgens als ‘bewijs’ waren gebruikt in de rechtszaken, klopten niet. Inmiddels zijn al 32 ten onrechte veroordeelde personen vrijgelaten. Een mensenrechtenactiviste werd door de Poolse regering in het Schengen Informatie Systeem gemarkeerd als ‘staatsgevaarlijk’. Van de ene op de andere dag werd zij geweerd uit het Schengengebied vanwege een politieke keuze van de Poolse regeringspartij.
Waakzaamheid is geboden bij wat overheden doen met de vaak gevoelige informatie die binnen het Schengen Informatie Systeem wordt verzameld omwille van de veiligheid van het Schengengebied. Zo bleek dat het Verenigd Koninkrijk stiekem kopieën maakte van dit systeem, om zo ook na de Brexit over die gevoelige informatie met onder meer vingerafdrukken en paspoortgegevens te kunnen beschikken. Dat we de Britten daar niet helemaal mee kunnen vertrouwen bleek uit het nieuws dat de Britse autoriteiten Amerikaanse bedrijven toegang gaven tot die kopieën. Klein detail: het VK is niet eens lid van de paspoortvrije Schengenzone. De nieuwe premier Boris Johnson wil nog een stap verder. Hij wil persoonsgegevens, opgeslagen door overheden, gebruiken voor campagnedoeleinden.
Ik maak me hier grote zorgen over. Als er één schaap over de dam is, dan volgen er meer. In dit geval een wolf in schaapskleren. Het begon met data verzamelen, maar we zitten nu al op manipulatie van verkiezingen, onschuldigen achter tralies, een politieke heksenjacht, en meer. Dit is een bedreiging voor onze manier van leven. De hoogste tijd voor een kritische blik op, en ethische regels voor gegevensgebruik. Ook voor overheden.
Sophie in ’t Veld is lid van het Europees Parlement voor D66
Deze column staat ook in iBestuur magazine 32