Een experiment met vrachtwagentreintjes en slimme verkeerslichten. Het is niet alleen goedkoper en duurzamer, maar het levert ook razend enthouasiste chauffeurs op.
Afgelopen week hebben we het weer mét elkaar gefikst: de experience week connected transport
Het was een week waarin we met 250 trucks – geïntegreerd in logistieke ketens van retail-, container- en bloementransport – geëxperimenteerd hebben met vrachtwagentreintjes gekoppeld aan slimme verkeerslichten. Waarbij we niet alleen truckplatooning in de praktijk hebben gesimuleerd, maar vooral in combinatie met tovergroen. Waarmee door slimme inzet van beschikbare IoT-technieken en datasharing twee asperges met elkaar zijn verbonden: logistiek én verkeersmanagement.
Eigenlijk heel simpel van opzet: zet zowel de functionaliteit als de gebruiker centraal – hier de ‘flow van transport’ én de chauffeur. En niet onbelangrijk, met een waaiert aan benefits: doorstroming (groene golf gekoppeld aan truckpolonaise levert tussen de 10-17 procent winst op, nadeel voor wachters is verwaarloosbaar tot 1-2 procent), duurzaamheid (participerende vervoerder Alex van der Slot claimt 6-14 procent brandstof besparing: ‘op jaarlijks 175.000 km per truck toch al snel zo’n slordige 6000 liter diesel – per stop scheelt dat bij optrekken een dikke liter brandstof’) en veiligheid (systemen zijn zo’n 25-40 keer alerter; 82km p/u betekent bijna 25 m/s; de gemiddelde reactietijd bedraagt > 2 sec). Maar het belangrijkste is wellicht wel: chauffeurs die razend enthousiast zijn – die bijna allemaal met een smile van oor tot oor uit die indrukwekkende trucks klimmen! Over werkplezier en vergroting van de attractiviteit van het chauffeursvak gesproken, jawel!
Door de oogharen kijkend is de vraag interessant waarop dit succes is gebaseerd – een soort van top 5 van open deuren (maar die in de praktijk o zo vaak worden genegeerd):
1. Speel in op behoefte van vragers. Wat waren we in april 2016 trots op wat we hadden neergezet met die truckplatooning challenge. Maar in alle eerlijkheid, het waren transportaanbieders die toen de 1ste viool speelden: vrachtwagenfabrikanten en wegbeheerders. Bestuurd door stoere fabriekstestrijders is toen al platoonend door Europa gereden met trucks die lucht vervoerde. Klinkt als: ‘wij van WC eend adviseren …’. Dáárom nu vanuit de andere kant: de transportvragers, de vervoerders en verladers: zij die deze nieuwe concepten moeten gaan omarmen. Dus geïntegreerd in hun logistieke flow en met échte chauffeurs.
2. Redeneer vanuit de flow van transport. Vanuit een corridor gedachte. Dus end-to-end van opzet, bijvoorbeeld van distributiecentrum tot schap in supermarkt. Kijk maar naar het bijgaande animatiefilmpje: a picture says more than a thousand words!
3. Bouw de brug tussen logistiek en verkeersmanagement. Gek genoeg, je zou het niet verwachten anno 2018, maar in de praktijk zijn dat twee naast elkaar opererende silo’s. Door te redeneren vanuit een specifieke corridor (bijvoorbeeld: Maasvlakte-Moerdijk), waarbij je de betreffende lokale wegbeheerders in hun verantwoordelijkheid zet, voorkom je dat er wordt gedacht vanuit eigen koninkrijk of hertogdom – met een mêlee aan van lokale regeltjes voor voorrang, milieuzones of slottijden. De in deze experience week actief participerende wegbeheerders (gemeenten Tilburg, Helmond, Rotterdam; provincies Utrecht/Noord-Brabant; MRDH) hebben dat ook laten zien. Past by the way naadloos in het afgelopen week gesloten convenant ‘samenwerkingsagenda smart mobility’ dat onze minister sloot met een tiental grote wegbeheerders (alleen-ben-je-snel, samen-kom-je-verder).
4. Zet de gebruiker centraal. De grote Gandhi leerde het ons als: ‘alles wat je doet voor mij zonder mij doe je tegen mij’. Daarom dat we ook zo veel aandacht hebben besteed aan de rol van de chauffeur. Heel simpel: door hen serieus te nemen. Door voor en met hen een dag van de chauffeur te organiseren. Door hen feedback te vragen: zij moeten er immers dagelijks mee werken! Kijk maar naar deze vlog van onze razende reporter.
5. Heb oog voor bijvangst. Spreekt voor zich dat platooning vraagt om planmatiger werken. Minder hap/snap, méér gestandaardiseerd, rijden volgens vormen van spoorboekjes. Wat niet alleen om een verdere professionalisering van de vervoerdersplanningen vraagt, maar vooral ook bij het begin van de logistieke keten: bij de verladers.
En last but not least – want dat vind ik nou echt vet: deze showcase toont maar weer eens fijntjes aan dat dit te verzinnen valt vanachter een glimmend Haags bureau – a desk is the most dangerous place from which to view the world. Daarom dat een community, een netwerkbenadering zó ontzettend cruciaal is – waarin wij als overheid (hier de combinatie van IenW/Rijkswaterstaat) een verbindende rol vervullen. Om zo in cocreatie met 4O-vertegenwoordigers (Overheden-Ondernemers-Onderwijs/kennisinstellingen-Omgeving) meters te kunnen maken. Iedereen vanuit eigen rol en verantwoordelijkheid. Want zeg nou zelf: als je stappen wil zetten op weg naar een nieuw ecosysteem, dan moeten toch al die spelers uit dat systeem daar een actieve rol in vervullen? Met vanuit dat purposive change denken dat hogere doel (doorstroming-veiligheid-duurzaamheid) steeds voor ogen. Ter voorkoming van dat verstikkende ‘managers-say-only-yes-to-innovations-if-doing-nothing-is-a-bigger-risk’.
Dirk-Jan de Bruijn is programmadirecteur Tulip Truckplatooning, een IenW/Rijkswaterstaat initiatief
fyi