Gebeten hond
In Amsterdam is onlangs besloten over de inzet van een algoritme om illegale vakantieverhuur sneller en beter op te sporen. En in Den Haag vroeg een bezorgd raadslid zich af waarom het hebben van een hond of koikarper een risicofactor is op fraude. Dit naar aanleiding van berichten in de pers over een big-brothersysteem voor opsporing van bijstandsfraude. Een mooi voorbeeld van algoritme-angst.
Geen enkele indicator is een risicofactor op zich, dus noch hondenbezitters noch koikarpereigenaren zijn verdacht. Hondenbelasting wordt aangegeven, dus die kennis is gewoon beschikbaar. Koikarperbelasting bestaat niet, en kan dus sowieso geen indicator zijn omdat niet rechtmatig gemeten kan worden. En als dat al wel het geval was, dan nog zou het geen indicator zijn: je hebt een tuin (want vijver) nodig en in Den Haag zijn die schaars. De kans op tuin + koikarpers + bijstandsuitkering is miniem.
Hondenbelasting in Den Haag bedraagt maandelijks ongeveer 10 euro per hond. Die kosten wegen niet op tegen de stress van controle, dus zullen de meeste mensen wel aangifte doen. Het Nibud schat dat een hond aan lopende kosten tussen de 600 en 1000 euro per jaar kost, exclusief de eenmalige investeringen. Hebben mensen meer van dit soort ‘kostenpostfactoren’, dan telt dat allemaal op bij hun totale jaarlijkse kosten. En daarmee wordt de kans groter dat die niet alleen van een bijstandsuitkering betaald kunnen worden.
Hondenbezit alleen is dus geen signaal voor verder onderzoek. Zijn die er dan helemaal niet? Jawel, altijd naar dezelfde plek op vakantie (‘het huisje in Frankrijk’) gaan bijvoorbeeld. Niets mis met zo’n huisje, maar als je een bijstandsuitkering aanvraagt heb je daar geen recht op als je vermogen hebt in de vorm van een tweede huis.
Modellen voor opsporing gaan als het goed is uit van gegevens die je rechtmatig mag opvragen. En als daar rare dingen in zitten, komt dat door die modellen vanzelf bovendrijven. Van tevoren nadenken over welke factoren wel of niet indicaties zijn is dan ook een slechte raadgever. Een bekend adagium luidt: it never pays to think, unless you run out of data.
Dit soort vraagstukken illustreert haarfijn dat technologie maar lastig begrijpbaar is. Meer kennis en kunde over algoritmes – ook ten behoeve van het maatschappelijk debat – is hard nodig. Het is van groot belang om structureel in dit soort technologie te investeren, zodat die in onze complexe wereld nog meer en nog beter kan worden toegepast. Angst en onbegrip zijn slechte raadgevers.
Chris Verhoef is hoogleraar informatica aan de Vrije Universiteit in Amsterdam
Deze column staat ook in iBestuur magazine 34
Het wegzetten van opponenten als angsthazen, domoren of querulanten is een bekende truc, maar helaas een hoogleraar (en iBestuur) onwaardig. Het onderwerp is belangrijk genoeg om het op een hoger niveau te behandelen.