De vraag is niet of we digitalisering van onze samenleving willen maar hoe beschaafd of fatsoenlijk we dit willen. We kunnen publieke waarden niet langer negeren of ondergeschikt maken aan een verdienmodel of organisatiedoelstelling. Het ethisch bewustzijn van alle opdrachtgevers en bouwers van digitale voorzieningen moet meer worden aangesproken.
Mensen kunnen de dupe worden van commercieel misbruik van persoonsgegevens, schendingen van privacy, discriminatie door profilering, financiële fraude en diefstal en slecht toegankelijke apps. | Beeld: Shutterstock
Digitalisering was in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw, toen nog de termen automatisering, IT en ICT werden gebruikt, vooral een zakelijk instrument voor het verbeteren van de efficiency van bedrijfsprocessen. Denk hierbij aan financiële processen, salarisverwerking, logistiek, voorraadbeheer en kantoorautomatisering. Onder andere brand, waterschade en virusbesmettingen waren in die tijd wezenlijke externe bedreigingen waar organisaties rekening mee moesten houden.
Misstanden
Inmiddels is digitalisering doorgedrongen in zowat alle haarvaten van onze maatschappij. Zakelijk en privégebruik van digitalisering zijn met elkaar verweven. Gevolg is dat risico’s en dreigingen niet meer alleen organisaties treffen maar ook de mens als privépersoon. Met commercieel misbruik van persoonsgegevens, schendingen van privacy, discriminatie door profilering, financiële fraude en diefstal en slecht toegankelijke apps en websites voor mensen met een (audiovisuele) beperking als schrijnende voorbeelden hoe mensen de dupe kunnen worden van de voortschrijdende digitalisering.
Publieke waarden
Met wetgeving en beleid trachten overheidsinstanties deze misstanden aan te pakken. Ze gebruiken hiervoor vaak de terminologie ‘het beschermen van publieke waarden.’ Het benutten van de mogelijkheden van digitalisering en tegelijkertijd het borgen van publieke waarden vormt de rode draad van Kamerbrief hoofdlijnen beleid voor digitalisering van van Huffelen, Adriaansens, Yeşilgöz-Zegerius en Weerwind. “Het kabinet werkt aan een veilige, inclusieve en kansrijke digitale samenleving voor alle Nederlanders.” De vier thema’s zijn:
1. Een digitaal fundament dat mogelijkheid biedt om kansen te benutten en tegelijkertijd veilig is en publieke waarden beschermd;
2. Een digitale overheid die de mens centraal stelt, betrouwbaar en voor iedereen toegankelijk is;
3. Een digitale samenleving met sterke publieke instellingen en voorzieningen voor zorg, onderwijs en mobiliteit;
4. Een digitale economie die open, eerlijk en veilig is en bijdraagt aan duurzame innovatie.
“De staatssecretaris zal, met het hele kabinet, uitvoering geven aan de afspraken in het coalitieakkoord. Onder haar regie zal de Rijksoverheid volop inzetten op het benutten van de kansen die de digitale transitie ons biedt en, meer dan voorheen, normerend optreden naar publieke en private partijen. Doel hiervan is om publieke waarden in de digitale transitie te borgen, het gesprek over waarden-gedreven digitalisering te faciliteren, en de bouwstenen van een waarde gedreven digitale overheid te ontwikkelen.”
Ook de Nederlandse gemeenten, verzameld binnen de VNG, vinden borging van publieke waarden belangrijk en hebben dit uitgewerkt in een Handreiking Digitale Ethiek. In de handreiking van de gemeenten wordt hierbij o.a. verwezen naar het rapport Opwaarderen van het Rathenau Instituut waar zeven thema’s van publieke waarden en tal van vraagstukken zijn genoemd.
Een thema dat niet genoemd wordt in het overzicht van het Rathenau Instituut betreft duurzaamheid voor natuur en milieu. Met de discussie over energieslurpende mega- datacenters eveneens een noodzakelijk thema dat om actie vraagt.
Ethiek
Door de genoemde misstanden en de steeds grotere invloed van digitalisering is een discussie over ethiek onvermijdbaar. Ethiek is “de kritische bezinning over het juiste handelen” (Wikipedia). Beroepsgroepen zoals Norea (IT-auditors) , Vri (registerinformatici), RIM (interimmanagers) en de OOA (organisatieadviseurs) vertalen ethiek (vooral) naar gedragscodes. Integriteit, objectiviteit, vakbekwaamheid, vertrouwelijkheid, zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, professionaliteit en collegialiteit zijn voorbeelden van kernbegrippen in deze gedragscodes. Banken stellen in de bankierseed dat de klant centraal staat en gebruiken voor de rest min of meer dezelfde begrippen als de eerdergenoemde beroepsgroepen. Het UWV heeft een kompas data-ethiek ontwikkeld. Het voorbeeld van het UWV over data-ethiek gaat ook over gedragswaarden: respect, openheid, eigen verantwoordelijkheid en professionaliteit. Marketeers lijken wat verder af te staan van digitalisering. Echter, in de rol van opdrachtgever of producteigenaar van een digitaliseringsproject is het belangrijk dat ook zij op de hoogte zijn van welke schade of ongewenste bijwerkingen digitalisering kan veroorzaken aan publieke waarden. De gedragscode van registermarketeers wijst in haar eerste artikelen op het voorkomen van imagoschade aan de beroepsgroep en het dienen van het belang van de opdrachtgever. In artikel 9 komt het voorkomen van misbruik aan de orde.
De koppeling van ethiek met publieke waarden is een wezenlijk onderdeel van fatsoenlijke digitalisering.
Gedragscodes
Op zich is er niets verkeerd aan deze gedragscodes. En sluiten ze goed aan bij de definitie van ethiek. Echter, discussies en workshops over ethiek en deze gedragscodes missen diepgang, blijven vaag en abstract. En missen richting en scherpte. Ook stippen ze onvoldoende dilemma’s aan op het gebied van publieke waarden. Zoals bij de CoronaCheck app. Hier is de publieke waarde privacy boven veiligheid gesteld. Dit maakte het bestrijden van fraude van valse QR-codes lastiger. Oppervlakkige discussies over goede bedoelingen en intenties missen de essentie van waar het om gaat bij de voortschrijdende digitalisering, namelijk: het voorkomen van de eerdergenoemde misstanden. Of, positief geformuleerd: het respecteren en borgen van publieke waarden. Door gedragscodes te verbinden aan publieke waarden wordt ‘kritische bezinning over het juiste handelen’ direct gelinkt aan een maatschappelijk doel. En daarmee concreet en tastbaar. Gedragscodes dienen hiervoor te worden aangepast. Het borgen van het maatschappelijk belang van publieke waarden omvat meer dan (digitale) ethiek enkel gericht op professionaliteit, objectiviteit, deskundigheid enzovoorts. Of het dienen van alleen belangen van opdrachtgevers. De eerdergenoemde kamerbrief van van Huffelen en collega’s biedt hiervoor aanknopingspunten.
Tot slot
De vraag is niet of we digitalisering van onze samenleving willen maar hoe beschaafd of fatsoenlijk we dit willen. Organisaties, opdrachtgevers en hun professionals kunnen publieke waarden niet langer negeren of ondergeschikt maken aan hun verdienmodel of organisatiedoelstelling. In een eerder artikel is gepleit voor onafhankelijk toezicht door een registerinformaticus om publieke waarden te beschermen. Het aanpassen van gedragscodes is eveneens een belangrijke stap in de goede richting. Noodzaak is dat het ethisch bewustzijn van alle opdrachtgevers en bouwers van digitale voorzieningen meer wordt aangesproken. Deze bouwers, inclusief (project)management, zijn immers de eersten die eventuele (potentiële) schendingen en misstanden op het gebied van publieke waarden al tijdens het ontwikkelproces kunnen aankaarten en vervolgens beperken of elimineren. De koppeling van ethiek met publieke waarden is een wezenlijk onderdeel van fatsoenlijke digitalisering zoals van Huffelen en collega’s hiervoor pleiten.
Leon Dohmen is werkzaam als consultant bij DiVetro en Voorzitter van de interessegroep Onderzoek en Onderwijs ICT van de KNVI