Alleen ben je snel, samen kom je ver. Maar samenwerken (in netwerken) gaat zeker niet vanzelf. Dat kost bloed, zweet en tranen, zoals we ook zien in de mobiliteitswereld.
Mocht onlangs optreden op het Parels & Puzzels-congres over het ‘werken in netwerken’. En om mijn flamboyante praatjes in de praktijk te toetsen, werd ik aansluitend gevraagd om een tweetal workshops te begeleiden van taaie netwerkvraagstukken uit de praktijk van alledag.
Uitdagende problemen uit de wereld van zorg en onderwijs waar de verleiding tot heftig micromanagement – om zo grip te krijgen op die taaie complexiteit – toch nét iets te groot is. Wat in de regel leidt tot meer van hetzelfde (méér KPI’s of SLA’s, omvangrijkere dashboards of nog gedetailleerde managementcontracten). Albert Einstein noemde dat lang geleden al ‘insanity’ (vrij vertaald: doing the same thing over and over again and expecting different results). Overwegend leidend tot meer control en topdown command en minder vertrouwen en verbinding. Met het eigen koninkrijk of hertogdom als twijfelachtig middelpunt.
Bottomline van die dag: werken in netwerken is wel wat anders. Vraagt om iets andere competenties en vaardigheden. Vroeg me op de terugweg af wat mij nou helpt als je tot ver over je oren in zo’n ingewikkelde casus zit – met tal van samenwerkingspartners, ieder met hun eigen agenda en vooral niet te vergeten: met bazen. Wat dan wijsheid is. Antwoord: terug te gaan naar een aantal cruciale vragen of leidende uitgangspunten. En om mijn betoog kracht bij te zetten licht ik het toe aan de hand van een paar klinkende voorbeelden uit de mobiliteitswereld, waar ik momenteel in mag acteren.
1) Wat is eigenlijk de ‘sense of urgency’? Wat is de échte noodzaak tot samenwerking?
Immers: alleen ben je snel, samen kom je ver. Maar samenwerken gaat zeker niet vanzelf. Dat kost bloed, zweet en tranen. Dáárom dat het zo cruciaal is dat je begint bij de ‘waarom’-vraag: waarom moeten we sowieso samenwerken, wat gebeurt er bij ongewijzigd beleid, waarom kun je het vraagstuk alleen maar oplossen als je intensief met elkaar samenwerkt?
Link naar implementatie van smart mobility
In de wereld van mobiliteit is veel aan de hand: als we niets doen staat Nederland straks compleet vast, gaat de ochtendspits naadloos over in de avondspits. Staan we bumper aan bumper dampend in file of samengepakt als haringen in een ton in ons OV. Wat niet meer op te lossen is met wat simpel ‘low hanging fruit’ – in de geest van ‘de schroefjes en moertjes her en der wat aandraaien’. Waarbij iedereen gezellig kan suboptimaliseren in de afzonderlijk opererende silo’s. Nee, dit vraagt om een systeemsprong, alleen oplosbaar bij hele intensieve samenwerking met alle spelers in het mobiliteitsecosysteem. Met actieve participatie van alle 4 de O’s – voorzien van stevig ontwikkelde koppelvlakken: overheden (denk aan wegbeheerders, politiek), ondernemers (vervoerders, verladers, autofabrikanten, software- en telecomaanbieders), onderwijsinstellingen (universiteiten, hogescholen, kennisinstellingen en consultants) en omgeving (vakbonden, gebruikersvertegenwoordigers als ANWB, veiligheids- en milieu-instellingen). Waarbij iedere stakeholder bereid is om over de schaduw van z’n eigen instituut te springen.
Samenwerken gaat zeker niet vanzelf. Dat kost bloed, zweet en tranen
2) Hoe ziet die ambitieuze sense of excitement er in feite uit? Wat staat er straks (in 2020 of 2025) qua beloofde land als we nú vol gas geven op die samenwerking?
Vanuit het leidende Covey-principe: ‘start with the end in mind’. Niet verpakt in holle zinnen of vage beschrijvingen, maar uitgewerkt in een living lab, Confucius-proof (schrijf het op: ik vergeet het; laat het me zien: ik onthoud het; laat het me voelen: ik interneer het in mijn dagelijkse gedrag). Of in een klinkende animatiefilm met beelden van hoe die stip of streep op de horizon er dan uit gaat zien. Uiteraard uitgedrukt in klantwaarde. Waarbij niet de techniek centraal staat, maar de te creëren waarde. Want je hoeft écht geen profeet te zijn om te voorspellen dat één gemeenschappelijke gedragen visie geweldig helpt als er zoveel spelers stappen moeten zetten. Opdat iedereen z’n share kan leveren, maar wel gericht op samen dat vraagstuk oplossen.
Link naar implementatie van smart mobility
A picture says more than a thousand words: kijk maar naar de vision truckplatooning 2025 gericht op creating next generation mobility, voorzien van een heldere roadmap hoe we van A naar B komen.
3) Wat levert het at the end of the day op? Welke waarde creëer je met dat werken in netwerken. Anders gezegd: welke concrete kansen zijn ‘daar en straks’ te verzilveren, uitgedrukt in parameters van ‘hier en nu’?
Link naar implementatie van smart mobility
Voor ‘mijn’ mobiliteitswereld: betere doorstroming (geen files, mobility as a service, voorspelbaarheid, groene golven), meer veiligheid (geen ongelukken en verkeersdoden) en duurzame leefbaarheid (geen uitstoot, klimaatneutraal transport).
4) Wat zijn de shared values?
De ongeschreven regels, de habits in de community. In de geest van ‘zó doen we dat hier’. Een paar guidelines zoals de eerder beschreven ‘start with the end in mind’ (lees: werk vanuit een lange termijn visie) of ‘Confucius-proof’ (lees: werk met living lab’s, proeftuinen).
Link naar implementatie van smart mobility
• Focus op niet competitieve samenwerking: werk volgens het win/win principe, waarbij je een onderscheid maakt tussen collectief (niet competitief) en individueel (marktmechanisme).
• Stuur sterk op eigen verantwoordelijkheden – er zijn geen tribunes – als je meedoet, laat dat dan ook zien: let’s get real or let’s not play (vrij naar Jacques Pijl).
• Innovatie gekoppeld aan het businessmodel – geen solitaire innovaties, geen optimalisaties, maar implementeren van fundamentele vernieuwingen gekoppeld aan de wijze van organiseren.
• Bouw een brug en ga er tegelijkertijd al over lopen – maak tempo – show it – gericht op een slagvaardige time to market.
5) Hoe speel je het spel slim?
Netwerkvraagstukken zijn altijd moeilijke, complexe puzzels. Veelal hebben bestuurders of politici de begrijpelijke neiging om dit van zich af te organiseren. Juist dat moet je zien te voorkomen: ook zij moeten hierin een rol van betekenis vervullen. Om van tijd tot tijd een doorbraak op hoog niveau te fiksen. Om het onderwerp bijvoorbeeld politiek te agenderen.
Link naar implementatie van smart mobility
Toen ik werd gevraagd om de Truckplatooning Challenge te organiseren, zei mijn toenmalige directeur-generaal Jan Hendrik Dronkers: ‘Dit moet een succes worden Dirk-Jan’. Waarop ik antwoordde: ‘Dat begrijp ik heel goed Jan Hendrik, maar dat gaat alleen lukken als jij er zelf ook een rol in speelt, als jij van tijd tot tijd ook eens iemand hoog in de boom belt om een patroon te doorbreken’. En omdat hij die rol meer dan voortreffelijk vervulde was hij ook mede-eigenaar!
Ander voorbeeld: als je met een platoon van drie Scania’s vanuit Södertälje (Zweden) naar de Maasvlakte komt, wil je niet weten hoeveel autoriteiten je onderweg tegenkomt. Die allemaal wat vinden en wat willen, ieder vanuit eigen optiek. Je kunt je dus voorstellen dat interoperabiliteit van wet- en regelgeving een must is – wat zonder politieke bemoeienis in de regel een vergezicht blijft. Dáárom dat we ook zo blij waren met de door Melanie Schultz van Haegen geïnitieerde ‘Declaration of Amsterdam’ bekrachtigd door de 28 EU-ministers van transport en infra. Opdat zij daarmee hun verantwoordelijke rol kunnen vervullen.
Of dit alles nieuw is? Dacht het niet. Kijk maar naar wat good old Henry Ford (1863-1947) ons als lang geleden leerde: ‘coming together is a beginning, keeping together is progress, working together is success’. En natuurlijk neem je risico’s en gaat alles niet in een keer goed, maar onthoud dan twee dingen: ‘het is de tegenwind die de vlieger doet stijgen’ (Chinese wijsheid) en ‘losers are people who are afraid of losing’ (Robert Kiyosaki).
Dirk-Jan de Bruijn is directeur van de Innovatiecentrale, een publiek/privaat samenwerkingsverband waar nieuwe smart mobility applicaties real life worden getest, zowel in een living lab als op de openbare weg.