“Overheden en ziekenhuizen zijn dag en nacht in touw om te zorgen dat burgers en patiënten veilig zijn. Bedrijven zijn bezig te overleven en te zorgen dat zij banen kunnen behouden voor al hun mensen. Daar gaan wij niet bij staan met onze vinger omhoog en de privacywetgeving onder de arm.” Deze uitspraak van Aleid Wolfsen, voorzitter van de AP, aan het begin van de coronacrisis, deed de wenkbrauwen fronsen. Wettelijke bescherming van onze grondrechten is niet bedoeld voor als de zon schijnt, maar juist voor guur weer.
Sophie in’t Veld is lid van het Europees Parlement voor D66
Dezer dagen hoor ik wel vaker de klacht ‘de privacywetten belemmeren de strijd tegen corona’. Twee Nederlandse burgemeesters maakten het helemaal bont door te beweren dat er doden waren gevallen door de privacywet. Dat is natuurlijk onzin. De Europese privacywetten zijn glashelder: in het geval van een pandemie, zijn er allerlei uitzonderingsclausules die ruimschoots gebruik van persoonsgegevens toelaten.
Maar sommige voorstellen en maatregelen gaan compleet over de schreef, en echt niet alleen in China. De Poolse regering verplicht het gebruik van een app voor wie mogelijk besmet is, en dwingt quarantaine af met een meldplicht via selfies van de thuisomgeving. De regering van Cyprus overweegt een verplichte quarantaine-enkelband. In sommige landen eist de overheid locatiegegevens op van telecomaanbieders, om de verspreiding van het virus in kaart te brengen. Volgens de voorstanders ‘volledig anoniem’, maar experts wijzen erop dat volledige, onomkeerbare anonimisering niet mogelijk is. In Nederland trapte de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op de rem, en werd minister Hugo de Jonge stevig op de vingers getikt, omdat hij zonder toestemming van de AP al aan de slag was gegaan.
En zo hoort het ook. Want naast kansen zijn er ook risico’s. Ook de handmatige methode van ‘contact tracing’ is privacygevoelig. Maar we moeten ons bewust blijven van de extra risico’s van digitale methodes, en het feit dat er altijd commerciële of politieke belangen in het spel zijn.
Overheden vinden het best handig om veel van hun burgers te weten. Het risico dat een tijdelijke app toch permanent wordt, en sluipenderwijs met nieuwe mogelijkheden wordt uitgebreid, is niet denkbeeldig. En hoewel weinig regeringen in Europa de app willen verplichten, groeit de druk om de app als voorwaarde te stellen voor bijvoorbeeld toegang tot openbaar vervoer, scholen, winkels, sportclubs, restaurants, enzovoort. En hier geldt de gouden wet: als er zoveel persoonsgegevens beschikbaar zijn, schuift de overheid al snel van ‘noodzakelijk om te hebben’ naar ‘handig om te hebben’.
Bedrijven, veelal niet-Europees, ruiken ook een gouden kans. Apple en Google sloegen de handen ineen om een systeem van ‘contact tracing’ te ontwikkelen. Het is cruciaal dat de overheid volledige openbaarheid betracht bij het besluiten voor een bepaald systeem of een bepaalde aanbieder.
We moeten nieuwe technologieën omarmen als die kunnen helpen bij bestrijding van een pandemie. Maar laten we nuchter en zorgvuldig afwegen welke middelen echt noodzakelijk zijn, en hoe we de rechten van burgers, en onze open en vrije samenleving waarborgen.
Privacy is een groot goed. Aan de andere kant kan de maatschappij niet meer functioneren zonder dataficering. De AVG is een grote stap voorwaarts, maar het echte probleem zit in het ondoorzichtig gebruik van (lerende) algoritmes. Die zijn bedrijfsgeheim. Maar juist het niet-transpante gebruik van algoritmes tast de grondrechten van burgers aan. Er zouden eisen moeten worden gesteld aan (de betrouwbaarheid van) algoritmes en aan een zekere mate van transparantie. Die eisen zouden moeten worden vastgelegd in wetgeving. Net als de AVG.
Er dreigt bovendien een onbalans te ontstaan door de door bedrijven gebruikte data en de door de overheid gebruikte. De verplaatsingsgevens bijvoorbeeld worden op de minuut nauwkeurig vastgelegd door routeplanners als Waze en Googlemaps en er is geen enkele duidelijkheid wat er met die verplaatsingsgevens wordt gedaan. Terwijl de overheid met heel veel beveiliging tbv de volksgezondheid en niet centraal, verplaatsingsgegevens vastlegt.