Het fiscale doel heiligt niet alle middelen

Heling? Onrechtmatig bewijs? Welnee, de fiscus heeft een wettelijke vrijbrief voor het gebruik van gejatte informatie.

De Nederlandse Belastingdienst vertoont trekjes die het in de DDR van de jaren 70 niet gek zouden hebben gedaan. Met een gestaalde aanpak tracht de fiscus informatie over burgers en bedrijven op megagrote schaal boven tafel te krijgen.
Daarbij worden weinig middelen geschuwd, getuige de spraakmakende actie van enkele jaren her in het kader van het zogeheten Rekeningenproject, waarbij de Nederlandse belastinginspecteur gebruik heeft gemaakt van massale hoeveelheden gegevens uit België op basis van microfiches die door werknemers van een Luxemburgse bank waren gestolen. Heling? Onrechtmatig bewijs? Welnee, de fiscus heeft een wettelijke vrijbrief voor het gebruik van gejatte informatie. Deze KB-Lux-kwestie leverde talloze belastingprocedures en een bedenkelijk imago van de Belastingdienst op.

Van meer recente datum is de insteek waarbij de fiscus bakken vol informatie tracht te vergaren bij ICT-bedrijven die op een of andere wijze een rol spelen in het internationaal elektronisch betalingsverkeer. Daartoe behoren Payment Service Providers die betalingen aan webwinkeliers faciliteren. Deze bedrijven beschikken over doorgaans omvangrijke databases met informatie die voor de fiscus heel interessant kan zijn. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de fiscus, in zijn niet te stillen honger naar informatie, zijn pijlen inmiddels ook op deze bedrijven richt.

Zo werd mij onlangs bekend dat de belastinginspecteur – gewapend met de Algemene wet inzake rijksbelastingen – grote hoeveelheden informatie bij een gereputeerd landelijk ICT-bedrijf heeft gevorderd. Het bedrijf moest met kostbare manmaanden werk zijn gehele database met transactiegegevens van buitenlandse creditcards en debitcards lichten. De hoge kosten van al dat werk werden niet vergoed.

Uiteraard stond het bedrijf in kwestie er niet om te springen de gevraagde informatie te verstrekken. Het uit handen geven van informatie over betalingstransacties staat, zo meende het bedrijf, op gespannen voet met de bescherming van de privacy van de burger. De vordering van de fiscus ondermijnt het vertrouwen dat de burger moet kunnen hebben in het elektronisch betalingsverkeer en e-commerce. De rechter moest eraan te pas komen en die gaf in november 2011 de Belastingdienst gelijk. De fiscus vorderde – kort gezegd – nagenoeg de gehele database met alle klantgegevens, ongeacht of deze informatie nuttig of bruikbaar was en ongeacht of deze op fraudeurs of keurige belastingbetalers betrekking had, maar de rechter oordeelde dat dit niet buiten proporties was. De privacy verloor het dus van de fiscale belangen.

De rechterlijke uitspraak past in een wettelijk stelsel waarin de positie van de fiscus prevaleert boven die van ICT-bedrijven die over grote databases beschikken. ICT-bedrijven en andere spelers op internet worden daarmee een gemakkelijk verlengstuk van de fiscus. De wet beschermt die bedrijven in geen enkel opzicht en dat is een slechte zaak. De overheid is net zo informatieziek als ooit de DDR was. Hoog tijd om de fiscale wetgeving op dit punt tegen het licht te houden!

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren