Digitalisering en democratie
Blog

Kabinet Schoof wil grotere rol van burgers

'The proof of the pudding is in the eating'. Betrek burgers ook bij het onderzoek naar de kosten en uitvoerbaarheid van de Wet open overheid. | Beeld: Shutterstock

De afgelopen weken is er veel kritiek geweest op de plannen van het kabinet Schoof. Het ging daarbij vooral om het voornemen van een noodwet op het gebied van asiel, de onduidelijke aanpak van het stikstofprobleem, de bezuinigingen op onderwijs en de btw-verhoging voor cultuur. Hierdoor is er minder aandacht geweest voor een aantal plannen van het kabinet die wél interessant zijn en die kunnen bijdragen aan een betere relatie tussen overheid en samenleving.

De kracht van de maatschappij

‘We zien dat burgers samen uit betrokkenheid met elkaar en hun leefomgeving mooie, waardevolle en krachtige initiatieven ontplooien. Deze initiatieven verdienen ondersteuning en welwillende aandacht. (…) Om gezamenlijk de verantwoordelijkheid te kunnen dragen moet de overheid ervoor zorgen dat de kracht van de burgers en daarmee de maatschappij gebruikt wordt. (…) We bouwen aan een maatschappelijke alliantie op burgerschap. Daarbij halen we maatschappelijke initiatieven op en deze versterken we. Belemmeringen nemen we weg. Ook betrekken we burgers bij het verder uitdenken, uitvoeren en evalueren van de in het regeerprogramma voorgestelde maatregelen met een combinatie aan vormen die past in onze representatieve democratie. We zorgen ervoor dat burgers betrekken gemeengoed wordt op alle departementen en sturen daarop. (…) Er wordt een hervormingsagenda voor versobering van het ABD-stelsel opgesteld. In die agenda zal het constant betrekken van burgerperspectief en dat van de uitvoering in het werk van topambtenaren centraal staan, naast rechtsstatelijk besef en ambtelijk vakmanschap (inhoudelijke kennis en expertise).’

Regeerprogramma, hoofdstuk ‘Goed bestuur en sterke rechtsstaat’.

Deze ambities zijn interessant omdat dit kabinet de kracht van burgers wil benutten. Het betrekken van burgers bij beleidsvorming, uitvoering en evaluatie moet volgens het kabinet Schoof de nieuwe standaard worden. Daarbij geldt wel: ‘the proof of the pudding is in the eating’. Het is al bijna een kwart eeuw geleden dat het tweede kabinet Kok – in reactie op het advies van de Commissie Toekomst Overheidscommunicatie stelde: ‘In principe moeten burgers bij elk beleidsdossier de mogelijkheid hebben om in een vroeg stadium hun mening te laten horen.’ De toenmalige regering gaf aan dat zij hierop aanspreekbaar is. Ook andere kabinetten hebben mooie woorden gewijd aan het belang van burgerparticipatie. De praktijk liet echter wat anders zien. Burgerparticipatie over grote maatschappelijke thema’s heeft de afgelopen decennia nauwelijks plaats gevonden. Hier ligt een grote uitdaging voor het nieuwe kabinet.

Transparante overheid

De overheid moet eerlijk en duidelijk zijn naar de samenleving wat zij wel en niet voor burgers kan betekenen, transparant zijn in overwegingen en aanspreekbaar zijn op genomen besluiten. Het kabinet zet daarom in op meer actieve openbaarmaking en snellere beantwoording van Woo-verzoeken. Hierbij staat de informatiebehoefte van de verzoeker centraal en is goed contact met de verzoeker vanzelfsprekend en noodzakelijk om een efficiënt proces te doorlopen. Bij grote Woo-verzoeken worden, om snelheid te borgen, voortaan eerst de meest relevante documenten openbaar gemaakt. De ruime Nederlandse openbaarheidswetgeving is een groot goed, maar leidt tot een grote uitvoeringslast bij overheidsorganisaties. Het kabinet start daarom op korte termijn een onderzoek naar de uitvoeringslast, kosten en de (benodigde) capaciteit voor de Woo. Misbruik van de Woo wordt actief tegengegaan en de samenhang tussen de verschillende informatiewetten wordt verbeterd. De wetsevaluatie van de Woo wordt naar voren gehaald, waarbij onder andere wordt bezien of de overheid de letter en de geest van de Woo naleeft.’

Regeerprogramma, hoofdstuk ‘Goed bestuur en sterke rechtsstaat’.

Het is positief dat het kabinet inzet op meer actieve openbaarmaking en snellere beantwoording van Woo-verzoeken. Dat is ook hard nodig; de gemiddelde beantwoordingstermijn van departementen was vorig jaar 172 dagen, terwijl de wettelijk maximale beantwoordingstermijn 42 dagen is. Als burger kom je niet weg met zulke termijnoverschrijdingen. Ook is het positief dat het kabinet expliciet de informatiebehoefte van de verzoeker centraal stelt en goed contact met de verzoeker vanzelfsprekend en noodzakelijk acht. Het aangekondigde onderzoek naar de uitvoeringslast, kosten en de capaciteit voor de Woo verdient wel bijzondere aandacht. In de Invoeringstoets van eind 2023 werd geadviseerd om eerst werk te maken van noodzakelijke verbeteringen in het afhandelingsproces – betere regie, inkorten parafenlijn, etc. – voordat andere maatregelen als een wetswijziging überhaupt overwogen zouden worden. Het is hoe dan ook van groot belang dat een dergelijk onderzoek naar de kosten en de uitvoeringslast van de Woo zorgvuldig plaats vindt. Indien burgers, journalisten en maatschappelijke organisaties niet goed betrokken worden bij de opzet, vraagstelling en aanpak van het onderzoek, dan zullen de uitkomsten al snel betwist worden. Het wordt dan gezien als een geval waarbij de slager haar eigen vlees keurt.
Het kabinet Schoof wil ‘de kracht van de maatschappij gebruiken’ en ‘ burgers betrekken bij het verder uitdenken, uitvoeren en evalueren van de in het regeerprogramma voorgestelde maatregelen’. Daar hoort dan ook zeker het onderzoek naar de kosten en uitvoerbaarheid van de Wet open overheid bij.

Guido Enthoven is lid van de maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken

Lees ook:

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren