Geen beleidswijzigingen na wijkproef met vuilnisbakkenchips. Maar over gemeentebreed invoeren wordt eind van het jaar besloten.
Woensdag 3 juni, 13.52 uur: mail van de gemeente. Om precies te zijn van een Projectmedewerker RIB, Cluster Beheer, Gemeente Leiden. Die morgen om half tien was een verhaal online gegaan (Geen verder actie nodig…), dat liet zien dat zonder verdere actie van de kant van de burger van gemeentezijde ook geen actie waarneembaar was. Maar daar had de RIB-mail niks mee te maken. Het bericht was verstuurd ‘Naar aanleiding van uw meldingen zaaknummer Z/15/157859 en zaaknummer Z/15/158601’.
Waren er twee meldingen gedaan dan? Welnee, er was één vraag gesteld. Nauwkeuriger was geweest als de gemeente iets ging melden ‘naar aanleiding van uw vraag van 3 maart, waarvoor wij 3 en 4 maart een ontvangstbevestiging stuurden en waaraan we zaaknummer Z/15/157859 gaven, waarna we er 5 maart nog een derde bevestiging achteraan stuurden met weer een ander zaaknummer, Z/15/158601, en waarvan we drie maanden later in ons zaaksysteem ontdekten dat we vergeten waren een antwoord te sturen’.
De vraag ging over de uitkomsten van een proef om de afvalinzameling efficiënter te maken door vuilnisbakken te voorzien van een aan het adres gekoppelde chip. Die was april 2013 begonnen en zou tot eind dat jaar duren, maar najaar 2014 was nog altijd niets bekendgemaakt over de resultaten. Medio oktober had een vraag daarnaar een antwoord van een secretaresse van de Afdeling Stedelijk Beheer, Team Staf, Bedrijfsbureau en Ondersteuning opgeleverd, waarin zij had aangekondigd: “De conclusies zullen worden voorzien van een advies en schriftelijk aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Naar verwachting aan het eind van dit jaar. Deze stukken zijn openbaar en worden gepubliceerd op de gemeentelijke website.” En aangezien dit voorjaar nog altijd niks op de website was te vinden, was dus begin maart gevraagd hoe het ermee stond. Om dat uit te zoeken had de Projectmedewerker RIB nu kennelijk drie maanden nodig gehad. Of minder en was het nog een tijdje blijven liggen.
“De resultaten van de pilot met gechipte minicontainers in de Stevenshof hebben geen directe aanleiding gegeven tot beleidswijzigingen.”
Zou dat ook betekenen dat het niet gemeentebreed wordt ingevoerd? Tjeetje, zou al die moeite dan voor niks zijn geweest? Althans tot de vaststelling hebben geleid dat alles bij het oude kan blijven? Een CMS (containermanagementsysteem) inrichten, bewoners aanschrijven en om ‘medewerking’ vragen, adresstickers meesturen, uitleg geven op de gemeentewebsite, vragen van privacygevoelige burgers beantwoorden, antwoordkaarten met de opgave van meer dan één minicontainer verwerken, vuilnisbakken voorzien van chips, vuilniswagens uitrusten met een ‘registratievoorziening met boordcomputer’, wie zijn bak niet liet chippen nogmaals aanschrijven voor een tweede chipronde, zestien maanden later chiploze vuilnisbakken alsnog chippen (deze keer medewerking van bewoners vragen niet nodig geacht), de opgedane ervaringen wat laten bezinken, conclusies trekken, deze van een advies aan de gemeenteraad voorzien, alles nog eens overwegen en dan toch geen aanleiding signaleren voor ‘beleidswijzigingen’.
Evaluatie
De RIB-mail: “Hierdoor is een Raadsvoorstel niet opportuun. Het klopt dus dat u dit niet kan terug vinden op de gemeentelijke website.” Niet dat de raad helemaal niet meer wordt geïnformeerd, want: “De pilot zal wel worden meegenomen als onderdeel van de tussentijdse evaluatie van het kaderstellend afvalbeleid 2013 – 2020 waarin deze wordt benoemd. Op welk moment dit zal plaats vinden is nog niet bekend.”
De nota ‘Kaderstellend afvalbeleid’ (maart 2013) spreekt inderdaad van het chippen van vuilnisbakken, zij het niet bij wijze van pilot: “Van de uitstaande minicontainers is geen actueel adressenbestand bij de gemeente voorhanden. Dit betekent dat er geen inzicht is in de feitelijke beheerssituatie van het bestand aan minicontainers in de gemeente. Het is niet bekend bij hoeveel huishoudens er meerdere containers in omloop zijn. Meerdere containers voor restafval aan huis geeft niet echt een prikkel tot afvalscheiding. Met de invoering van een container management systeem kan inzicht in het beheer worden verkregen zodat hierop kan worden gestuurd. Invoering betekent concreet dat de minicontainers worden voorzien van een chip. De inzamelvoertuigen zijn voorzien van een registratievoorziening met boordcomputer waardoor iedere minicontainer kan worden herkend.”
Chippen moest dus dubbele bakken bij huishoudens tegengaan teneinde bewoners te prikkelen tot afvalscheiding. Een nog altijd op de gemeentesite geboden toelichting op de proef (lees voor ‘april’: april 2013) formuleert de doelstelling echter ruimer: “De gemeente Leiden wil het ophalen van afval in de groene en bruine minicontainers in de stad efficiënter gaan beheren. Om dit te kunnen doen begint er in april een proef in de Stevenshof waarbij alle minicontainers in die wijk worden geregistreerd. […] Door alle containers van een chip te voorzien wordt een 100% volledige administratie mogelijk gemaakt. Het uitzetten en vervangen van containers kan snel worden verwerkt. Het is mogelijk om containers die worden gestolen, of containers die door bewoners zijn meegenomen op te sporen. Het vaker dan toegestaan aanbieden van containers kan worden tegengegaan. De inzameldienst kan de routes beter afstemmen op het aanbiedgedrag. Het containerbeheer en het verhelpen van eventuele problemen wordt aanzienlijk eenvoudiger.” Kortom, grote ambities en aanzienlijk diverser dan bewoners prikkelen tot afvalscheiding.
Wijkkrant
Terug naar de mail van vorige week. Die geeft nog aan dat ‘de resultaten van de pilot gepubliceerd [zijn] in de wijkkrant’ en stuurt de daartoe aan dat medium verstrekte informatie mee. Drie plaatjes niet meegeteld paste alles op één A4’tje. Belangrijkste ervaring: “In de proefperiode is het uitgezette containerbestand, aanbiedgedrag en route-informatie inzichtelijk gemaakt.” Maar in eerdere stukken geformuleerde wensen als ‘iedere minicontainer kan worden herkend’, ‘alle containers van een chip […] voorzien’ en ‘een 100% volledige administratie’ blijken in de praktijk nog niet zo makkelijk te realiseren.
Het verslagje meldt over het uitgezette containerbestand: “Uit de geregistreerde gegevens blijkt dat er 3.786 adressen in de Stevenshof gebruik maken van minicontainers. Hiervan zijn 3.446 adressen ook daadwerkelijk voorzien van een chip op hun minicontainers. Met een percentage van 91% is dit een positief resultaat gezien het feit dat het chippen van de container op vrijwillige basis heeft plaats gevonden. Er zijn uiteindelijk 340 adressen die geen containers hebben aangeboden.”
Er is sprake van ‘twee rondes’ waarin de bakken in 2013 zijn gechipt. Dat klopt: 15 april en 28 mei. Van een actie september 2014, toen achter de vuilniswagen (‘inzamelvoertuig’) een Kliko-auto reed met lieden die chiploze bakken alsnog een chip gaven, wordt niet gerept. Dat viel waarschijnlijk buiten de pilot, maar kon het positieve resultaat van 91% nog wat positiever maken.
Niet aangeboden
Over het aanbiedgedrag: “Verder blijkt uit de gegevens dat tijdens de proefperiode 13% van de oorspronkelijk geregistreerde containers niet worden aangeboden tijdens de inzameling. Voor een deel zullen deze containers door de bewoners voor andere doeleinden worden ingezet maar het merendeel bestond uit wel aangemaakte maar niet geplaatste chips (m.n. door de eerder genoemde adressen die geen containers hebben aangeboden bijvoorbeeld door leegstand). Correctie hiervoor geeft een percentage van 5% van de containers die wel zijn gechipt maar uiteindelijk niet worden aangeboden. Tevens blijkt uit de registratie dat 14% van de huishoudens regelmatig meer dan 1 container voor restafval en 3% van de huishoudens meer dan 1 container voor gft-afval aanbiedt.”
En over de route-informatie: “Het toepassen van containermanagement heeft inzicht gegeven in de opbouw en samenstelling van de inzamelroutes. Het registratiesysteem op de auto leest niet alleen de chip in de minicontainer maar houdt ook bij hoeveel containers het voertuig per uur leegt, hoe lang routes zijn en hoeveel tijd de inzamelroute in beslag neemt. Dit is bruikbare informatie gebleken voor verdere route-optimalisatie.” Bruikbare informatie dus over wat in de publieksvoorlichting als belangrijkste doel werd aangevoerd: efficiencyverhoging. Maar onvermeld blijft hoeveel efficiencywinst die betere routering oplevert.
Vreemd gedrag
Een opmerkelijke bevinding betreft nog het vuilnisbakkenverkeer. Het verslagje verklaart de keuze voor de Stevenshof, omgeven door een spoorlijn, rivier, snelweg en weiland, met de gedachte dat ‘deze wijk goed is afgebakend waardoor de informatie die verzameld wordt niet of nauwelijks beïnvloed wordt door aangeboden minicontainers van adressen die niet binnen deze wijk vallen’. Men was dus bang dat bewoners van andere wijken hun vuilnisbak naar de Stevenshof zouden brengen om deze daar te laten legen. Wie doet dat nou?, zou je denken. Niemand, denk je er dan achteraan. Maar omgekeerd sleuren Stevenshofbewoners hun (gechipte) bak wel de wijk uit, getuige deze ervaring: “Opvallend is dat de voertuigen als ze niet in de Stevenshof reden soms wel chips registreerde. Dit houdt in dat containers met chip uit de Stevenshof op een andere ledigingsdag in een andere wijk worden aangeboden.” Geruststellend (wat zijn Stevenshoffers voor mafketels dat ze met volle vuilnisbakken gaan zeulen?) wordt er achteraan gezegd: “Dit was echter minimaal.”
Waar de Projectmedewerker RIB nog niet wist wanneer het kaderstellend afvalbeleid wordt geëvalueerd, sluit het meegestuurde verslagje af met de aankondiging: “Eind dit jaar is er een tussentijdse evaluatie van het afvalbeleid en wordt besloten of het systeem verder wordt uitgebreid binnen Leiden.” Zit er in het kaderstellend afvalbeleid dan toch een wijziging aan te komen?