Kan het onderwijs op tegen de marktkracht van big tech en edtech?
Nieuwe productvormen en digitalisering hebben de leermiddelenmarkt voor het primair en voortgezet onderwijs ingrijpend veranderd. Een aantal trends vind ik zelfs zorgwekkend: marktmacht, verticale en horizontale integratie, en mededinging die mogelijk onder druk staat. Als we niet bijsturen, lopen we het risico op een ongelijk speelveld met beperkte keuzevrijheid, een toename in afhankelijkheid van bepaalde partijen en een groeiend aantal lock-ins.
Naast bovengenoemde risico’s komt de privacy onder druk te staan. We maken ons zorgen om de uitwisseling van persoonsgegevens van leraren en leerlingen door big tech en edtech (educational technology). En door de beperkte keuzevrijheid in leermiddelen zijn de eerste tekenen van marktverschraling ook al zichtbaar. Verder zien we dat de prijzen van leermiddelen stijgen, doordat scholen afhankelijk worden van specifieke aanbieders. Door lock-ins worden scholen voor het blok gezet en gaan ze fiks hogere tarieven betalen.
Het wordt dus hoog tijd dat we hierop bijsturen, want we zijn al aan de late kant. Kennisnet is daarom bezig om de mogelijkheden hiervoor te onderzoeken. Onze eerste vraag is: is er daadwerkelijk een probleem? Wij denken dit wel te signaleren en daarom analyseren we deze ontwikkelingen samen met SIVON, Surf, ACM, AP en de ministeries van Economische Zaken en OCW. De staatssecretaris van OCW publiceerde onlangs al een tussenrapportage over de prijsontwikkelingen in de leermiddelenmarkt en een beslisnota over digitalisering en leermiddelen in het funderend onderwijs.
Internationaal speelveld
Ook moeten we ons de vraag stellen op welk niveau dit mogelijke probleem speelt: nationaal of internationaal? Want de spelers in de leermiddelenmarkt komen vaak uit het buitenland, terwijl leermethodes en lesmaterialen van oudsher deel uit maakten van een nationale markt met Nederlandse wetgeving en culturele waarden. Die staan nu onder druk door internationale spelers die onze markt betreden. Daarbij stellen wij ons de vraag: houden die nieuwe spelers zich wel aan onze spelregels? Die spelregels staan natuurlijk nergens vast, maar we hebben in Nederland wel een jarenlange manier van werken met elkaar ontwikkeld op gebied van leermateriaal en lesmethodes. En de nieuwe marktpartijen gedragen zich daar niet altijd naar.
Bovendien zien we opkomende horizontale integratie (bijvoorbeeld de overname van ThiemeMeulenhoff en Zwijsen door Klett Group, waardoor bij doublures in het leermiddelenaanbod een aantal producten zouden kunnen verdwijnen) en verticale integratie (Microsoft die leermiddelen vooralsnog alleen via Teams beschikbaar lijkt te maken), waardoor het anders en mogelijk lastiger wordt om eenduidig naar een partij te kunnen kijken. Want die partij verhoudt zich immers maar een klein stukje tot de traditionele leermiddelenmarkt en begeeft zich ook op andere terreinen en in andere sectoren.
Publieke waarden staan op het spel
Onze zorg ligt in het feit dat wij vermoeden dat de publieke waarden in het geding zijn. Publieke waarden als pluriformiteit en keuzevrijheid, doelmatigheid, een gelijk speelveld, privacy en autonomie. Als ik kijk naar potentiële probleemgebieden, dan zou je je kunnen afvragen: vinden wij het wenselijk dat er spelers zijn die een meer monopolistische positie innemen in een bepaalde marktlaag cq. meerdere marktlagen? En zijn er misschien eisen die je aanvullend wilt stellen aan dataportabiliteit en cloudinteroperabiliteit? Dat zijn de oplossingsrichtingen waar wij naar kijken en waar mogelijk ruimte is voor aanscherping.
Mogelijke interventies
Mijn overtuiging is dat het écht zou helpen als we meer transparantie krijgen in de leermiddelenmarkt. Daarvoor moeten we eerst in kaart brengen wat de omvang van het probleem is en hoe de financiële kant in elkaar steekt. Vervolgens kunnen we kijken naar mogelijke interventies. Waar we momenteel aan denken is het definiëren van een afwegingskader. Een kader waar leermiddelenleveranciers zich aan moeten houden, vóórdat ze de schoolpoort mogen passeren en hun producten in de klas kunnen aanbieden. Dit gebeurt bij de introductie van nieuwe geneesmiddelen bijvoorbeeld ook. En in het Europees betalingsverkeer en de telecom is naast een dergelijk kader ook het implementeren van standaarden als oplossing gekozen. Inspirerend, denk ik, voor ons.
Ons doel is vooral vast te stellen wat in de toekomst nodig is voor een duurzame, goed functionerende leermiddelenmarkt. Een markt met voldoende aanbod, transparantie en keuzevrijheid, waar de veiligheid van persoonsgegevens gegarandeerd is. Waar het uiteindelijk om gaat is dat scholen makkelijk kunnen switchen van leverancier van software, leermiddelen of cloudpakketten. En dat ze hun data kunnen meenemen zonder dat die deel uit maken van een concurrentiepositie. Met deze uitgangspunten kunnen we vendor lock-in en leveranciersafhankelijkheid voorkomen en houden we de leermiddelenmarkt gezond.
Lees ook: