Kunnen we nepnieuws bestrijden met links naar bronnen?
Gaat het toevoegen van links in een tekst ervoor zorgen dat gebruikers meer zelf op zoek gaan naar de juistheid en betrouwbaarheid van de informatie die door generatieve AI-toepassingen wordt gepresenteerd? AG Connect vroeg het aan Simone van der Burg, Head of Programme van de onderzoeksgroep Code bij Waag.
Een belangrijk probleem van de revolutie in zoekmachines waar de techbedrijven op afstormen, is dat generatieve AI bepaalt wat waarheid is. En ja, de mens is gemakzuchtig, blijkt uit diverse onderzoeken. Op zoek naar informatie wordt zelden verder gekeken dan de eerste pagina met zoekresultaten. Tegelijk wordt het ook steeds lastiger om informatie op waarde te schatten. Een goedlopende tekst wordt al snel als betrouwbaar gezien.
Google probeert nu tegemoet te komen aan die zorgen door in een nieuwe versie van Search Generative Experience (SGE), die nu in bèta-versie beschikbaar is voor een geselecteerde groep gebruikers, de tekstrobot links te laten opnemen in de samenvatting die bovenaan de zoekresultaten wordt gepresenteerd. Zo kan de gebruiker zelf controleren of de feiten kloppen en of de tekstrobot van betrouwbare sites gebruik heeft gemaakt.
Volgens Simone van der Burg kan de aanwezigheid een link en daarmee de mogelijkheid om een bron te checken iets veranderen aan hoe mensen tegen nieuws aankijken.
Verwijzen naar een bron schept verwachtingen
Van der Burg trekt het onderwerp breder naar sociale media. Het verwijzen naar de bron verandert ook hoe mensen aankijken “tegen al die mensen die iets maar doorzenden en linken zonder precies te weten waarover het gaat Je kunt die mensen dan aanspreken op dat gedrag en zeggen: ‘He hallo, check even de bron van dat bericht.’ Als je weet dat je de bron kunt nagaan, en dat er door anderen op kunt worden aangesproken, dan zul je misschien ook voorzichtiger zijn met het doorzenden van berichten. Je creëert een verwachting dat je niet alles wat je aangeboden krijgt, slikt als zoete koek, maar er een beetje selectief mee omgaat.”
Proof of Provenance
Waag werkt in dat kader ook aan de ontwikkeling van een tool ‘Proof of Provenance‘ die de lezer helpt om te checken waar een bericht vandaan komt. “Je weet inderdaad niet of mensen de moeite gaan nemen om de bron ook te raadplegen. Maar het geeft mensen in elk geval de mogelijkheid om dat te doen. Op dit moment bestaat er geen enkele manier om na te gaan of nieuws van een betrouwbare bron komt, als die niet wordt vermeld.”
Van der Burg wijst ook op een fundamenteel verschil tussen hoe nieuws tot een aantal jaar geleden werd verspreid en nu en dat werkt het verspreiden van nepnieuws (fake news) in de hand. “Informatie is heel belangrijk in een democratie, want het zorgt dat burgers goed geïnformeerd zijn en keuzes kunnen maken, bijvoorbeeld voor een politieke partij. Het probleem bij het thema nepnieuws is dat er niet langer een getrainde journalist aan het werk is om te bepalen welke informatie gecommuniceerd moet worden aan burgers van een democratie.”
Professionele principes in de journalistiek
“Een journalist gaat te werk volgens een aantal professionele principes, zoals, verificatie van de bron van de informatie, verificatie van informatie bij meerdere bronnen, hoor en wederhoor etc. Ook heeft een journalist de opdracht om de gevestigde orde te controleren, dus om te kijken of politici ook doen wat ze zeggen te doen, bijvoorbeeld. Journalisten hebben dus ook de functie om burgers te informeren over de betrouwbaarheid van hun bewindslieden, of van bepaalde overheidsinstanties of bedrijven. Voorts is het zo dat als een journalist niet werkt volgens professionele principe, hij of zij kan worden aangeklaagd door collega’s, door managers van kranten of door de professionele organisatie, de NVJ. Er zijn dus instanties die controleren of journalisten hun werk wel goed doen.”
Bij automatisch gegenereerd nieuws werkt het anders, schetst Van der Burg. Het is een algoritme dat bepaalt welk nieuws wordt geselecteerd en bovenaan komt te staan in een nieuwsfeed. Het algoritme werkt ook volgens heel andere principes dan een journalist. “Het algoritme kijkt: ‘hoe vaak worden nieuwsberichten zoals dit gelezen, doorgestuurd, geliked’?”
Behoefte aan controlemogelijkheden
Het algoritme kijkt dus naar de populariteit van berichten en profileert mensen die ernaar kijken. “Door een profiel op te bouwen van degenen die ‘viewen’ en ‘liken’, ‘ weet’ het algoritme dat er nog meer moet komen van dergelijke berichten. Ook dient het profiel om advertenties op een precieze manier aan te bieden. Kortom, het zorgt dat mensen terecht komen in een zogenaamde ‘echokamer’ waarin ze steeds hetzelfde soort berichten opnieuw horen, en waarin ze advertenties krijgen die precies zijn toegesneden op dit profiel.
Dat laatste is een heel belangrijk doel van dat algoritme: advertenties aanbieden zorgt dat het algoritme geld oplevert en dat maakt de bedrijven achter de algoritmen heel rijk. “Die bedrijven hebben niet als doel om burgers goed te informeren, maar om geld te verdienen. Ze hebben er dan ook helemaal geen belang bij om controlerende mechanismen tot stand te brengen die gaan checken of het nieuws in de nieuwsfeed wel klopt, en of de journalistieke principes daarbij wel zijn gevolgd. Het probleem van nepnieuws is dus tweeledig, volgens Van der Burg. Het doel is niet perse mensen te informeren, en er is geen controlemechanisme.
De mogelijkheid zelf te controleren, is dus een belangrijke stap om iets te doen aan dat probleem. Uit onderzoek dat Waag deed blijkt dat respondenten ook behoefte hebben aan zo’n controlemogelijkheid. Ze geven bijvoorbeeld aan graag te zien dat er een disclaimer komt met ‘Dit bericht is gegenereerd door AI’ wanneer dat van toepassing is. “Vervolgens kunnen mensen zelf bepalen of ze de content gebruiken/geloven/lezen of niet. Of dat de verspreiding van fake-nieuws oplost, weet ik niet. Het gaat er denk ik vooral om dat gebruikers de mogelijkheid krijgen om een bron/feit te checken en weten dat er AI aan te pas is gekomen, wat ze er vervolgens mee doen is dan hun eigen verantwoordelijkheid. ”
Lees ook:
Dit artikel werd eerder gepubliceerd bij onze collega’s van AG Connect.