Data en ai
Podium

Kunstmatige intelligentie kan niet zonder goede theologie

Het vak theologie biedt een behulpzame lens om maatschappelijke verschijnselen op een dieper niveau te duiden. | Beeld: Shutterstock

AI roept naast ethische vragen ook existentiële vragen op. Met een theologische bril krijg je oog te voor de diepere vragen die AI oproept. De theologie biedt handvatten en bronnen om dit goed te doordenken, betoogt Jack Esselink.

Op 18 september 2023 vond er een interessant gesprek plaats over AI en veiligheid in de Tesla-fabriek in Fremont, Californië tussen Tesla-CEO Elon Musk, topman Greg Brockman van OpenAI, MIT professor Max Tegmark en premier Netanyahu van Israël. Tijdens dit gesprek vergeleek Elon Musk het best case-scenario van AI met een beschrijving van de hemel: “Je kunt hebben wat je maar wilt, je hoeft niet te werken, je hebt geen verplichtingen en elke ziekte die je hebt kan genezen worden,” aldus Musk.

Theologische taal en symbolen

Dit is een goed voorbeeld hoe AI-opinie­makers zoals Musk het afgelopen jaar regelmatig theologische taal en symbolen gebruikten. De Amsterdamse hoogleraar computerwetenschappen Feliene Hermans zegt als reactie op de snelle ontwikkeling in AI in een interview in de Volkskrant “Dit is het einde der tijden, zo voelt het echt” en de bekende New York Times columnist Thomas Friedman gebruikt termen uit de Griekse mythologie als hij AI omschrijft als “our new Promethean moment” waarmee hij verwijst naar de mythe van Prometheus die de mensheid technologie zou hebben gegeven. Op de cover van TIME Magazine van afgelopen juni stond in chocolade­letters “The end of humanity” met de letters AI in een afwijkende kleur.

Er zijn geen woorden uit de natuurlijke wereld die goed passen bij het verschijnsel AI, dus wordt er teruggegrepen op een bovennatuurlijk vocabulaire.

Volgens religiewetenschappers worden vaak theologische taal en metaforen gebruikt bij verschijnselen die te groot en te lastig zijn om te verklaren. Er zijn geen woorden uit de natuurlijke wereld die goed passen bij het verschijnsel AI, dus wordt er teruggegrepen op een transcendent (bovennatuurlijk) vocabulaire. De Amerikaanse science-fictionauteur Arthur C. Clarke beschreef dit fenomeen in zijn derde wet voor de toekomst als “any sufficiently advanced technology is indistinguishable from magic.” Veel mensen ervaren AI als iets groots, iets magisch, iets ongrijpbaars, iets autonooms en uit recent onderzoek blijkt dat de culturele narratieven rondom AI zich vooral aan de uiteinden van het utopisch en dystopisch spectrum bevinden en we uit bronnen zoals sciencefictionfilms putten om hier woorden en beelden aan te geven.

Man en vrouw kijken in beeldscherm van computer die als spiegel fungeert, AI gegenereerd

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand

Een beeld dat ik graag gebruik is dat van de spiegel. AI is als het ware een grote spiegel die ons laat zien wie wij zijn als mens, met als onze mooie, maar ook met onze lelijke kanten. Naast reflectie is de spiegel vaak ook zeer confronterend en onthult het ons ware zijn. AI laat de mens niet alleen nadenken over ethische vragen, zoals hoe we deze technologie op een verantwoorde manier mogen inzetten in onze maatschappij, maar gaat een laag dieper. Het dringt door tot in het diepst van ons wezen. Met andere woorden, het laat ons nadenken over existentiële en spirituele zaken zoals wat een mens uniek maakt en waartoe een mens op aarde is in een wereld waarin zij omringt wordt door schepselen die slimmer zijn dan zijzelf.

Een plek waar dit het afgelopen jaar vooral zichtbaar is geworden is in het onderwijs. De introductie van ChatGPT ruim een jaar geleden heeft een ware culturele schokgolf veroorzaakt onder docenten en bestuurders in het onderwijs, zoals Remco Pijpers, adviseur ethiek bij onderwijsorganisatie Kennisnet, onlangs treffend op LinkedIn schreef. Naast de praktische uitdagingen hoe dit een plek te geven in het onderwijs­proces, roept het ook vooral vragen van bezieling en zingeving op over de rol die onderwijs speelt in onze maatschappij.

De spiegel die AI ons voorhoudt, vraagt om een bredere en diepere blik op deze materie en de theologie kan de ambtenaar handvatten bieden hiervoor.

Volgens bestuurskundige en filosoof Robert van Putten roept de complexiteit, zoals AI dat oplevert, existentieel ongemak op bij beleidsmakers, mede ingegeven door het gevoel dat de ontwikkelingen in de AI-wereld ontzettend snel gaan, het tempo niet bij te houden is en technocratische oplossingen onvoldoende blijken te helpen. Volgens Van Putten is het dan ook noodzakelijk om een bredere blik op beleid te ontwikkelen die naast ruimte voor emoties, ook ruimte biedt aan praktische wijsheid (vakmanschap) en vertraging. Kortom, de spiegel die AI ons voorhoudt, vraagt om een bredere en diepere blik op deze materie en de theologie kan de ambtenaar handvatten bieden hiervoor.

Een theologische blik

Theologie als academische cultuurstudie geeft een ondertiteling van de samenleving, aldus voormalig hoogleraar theologie en Eerste Kamerlid Ruard Ganzevoort. Het vak theologie biedt dus een behulpzame lens om maatschappelijke verschijnselen te duiden. Door het herkennen en erkennen van AI als een verschijnsel dat onze cultuur en maatschappij vorm geeft en daarbij ook te onderscheiden hoe en welke religieuze noties hierbij een rol spelen, ben je als burger en overheidsdienaar in staat een bredere en diepere blik op AI te ontwikkelen. Deze gelaagde visie helpt de politiek en beleidsmakers om AI niet te reduceren tot een beheersbaar, technisch verschijnsel maar geeft een genuanceerder, fundamenteler en multi­disciplinair beeld dat helpt om beter richting te geven aan AI. Een belangrijk uitgangspunt voor het ontwikkelen van goed beleid op AI is het mensbeeld dat gebruikt wordt.

Heb ook oog voor nieuwe, meer existentiële vragen die op de middel- en langere termijn gaan spelen door het toenemende gebruik van AI.

Door de grotere nadruk op het gebruik van data middels allerlei programma’s rond datagedreven werken ontstaat de verleiding om de mens te zien als de optelsom van haar data. De Nationale ombudsman waarschuwde in 2021 al in een rapport dat de burger geen dataset is en dat een reductionistisch mensbeeld, aangedreven door big data, uiteindelijk kan leiden tot een grotere kloof en toenemend wantrouwen tussen burger en overheid. Vanuit de theologie kun je hier een ander, meer realistisch mensbeeld tegenover plaatsen door de mens te beschouwen als een gelaagd, complex en relationeel wezen dat in zichzelf waardig is en tegelijkertijd goede en minder goede eigenschappen heeft. Het is een robuust mensbeeld dat ruimte geeft voor hoop en veerkracht in deze sterk veranderende wereld waarin AI steeds met ons leven verknoopt is.

Verdieping en verbreding

Er is momenteel veel aandacht voor de ethische kant van AI en op de achtergrond wordt ook druk gewerkt om dit in wetgeving, zoals de Europese AI Act, juridisch te verankeren. Echter, het is aan te bevelen om ook oog te hebben voor nieuwe, meer existentiële vragen die op de middel- en langere termijn gaan spelen door het toenemende gebruik van AI. Vragen rond werk, bestaanszekerheid, maar bovenal vragen rondom zingeving gaan een toenemende rol van betekenis spelen. Met name zingeving is een onderwerp waar de theologie al zo’n tweeduizend jaar over nadenkt en behulpzaam in kan zijn. De theologische bril helpt om AI niet alleen te zien als technisch fenomeen met dito ethische uitdagingen, maar vooral ook om oog te hebben voor de diepere vragen die AI oproept en de theologie biedt handvatten en bronnen om dit goed te doordenken. Het theologisch perspectief geeft een verdieping en verbreding aan het fenomeen AI dat recht doet aan de complexiteit hiervan en daarom is het niet meer dan logisch om te zeggen dat AI niet zonder goede theologie kan.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren