Nieuw kabinet krijgt voorwaardelijk
_VNG wil verder met decentralisaties_ De VNG heeft de ambitie om van de gemeenten de Eerste Overheid te maken. Ondanks wat gesteggel met het kabinet over de randvoorwaarden betekenden de ‘drie decentralisaties’ een flinke wind in de rug. VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma over ‘de juiste voorwaarden’ voor een volgend kabinet.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten werd begin juni als honderdjarige even in het zonnetje gezet, maar dat zonnetje verdween al gauw weer onder het grijze wolkendek dat al een tijdje boven gemeenteland hangt. Het Rijk stoot taken af naar de gemeenten, maar voert tegelijkertijd flinke bezuinigingen door. Bovendien gaat de economische crisis ook niet ongemerkt voorbij aan de gemeenten: minder belastinginkomsten, opgedroogde winsten van de grondbedrijven, woningcorporaties met kamikazeneigingen en straks ook nog verplicht sparen bij het Rijk tegen ongunstigere voorwaarden.
Onder andere door de vergrijzing doen steeds meer burgers een beroep op de gemeenten. Ondanks de tegenwind hebben de gemeenten de afgelopen periode flinke stappen gezet op weg naar hun ambitie: de gemeente als Eerste Overheid. Met het kabinet Rutte werd weliswaar gesteggeld over de randvoorwaarden, maar de aangekondigde decentralisaties pasten in de ambities van de gemeenten, aldus VNG-voorzitter en burgemeester van Almere, Annemarie Jorritsma.
“Wij zijn inmiddels hét loket van de overheid. De gemeente staat het dichtst bij de burger. Voor bijna alle zaken kan die burger bij de gemeente terecht. Het hele sociale domein ligt inmiddels ongeveer bij ons, en daar zal ongetwijfeld nog meer bijkomen. Delen van de AWBZ gaan naar de gemeente en ik verwacht dat uiteindelijk alles wat in de AWBZ zit, behalve de intramurale zorg, naar de gemeenten toegeschoven wordt. Op het terrein van de arbeidsmarkt is dat niet anders.”
De decentralisaties uit de bestuursafspraken 2011-2015, waarbij de uitvoering van de Wet werken naar vermogen, de jeugdzorg en een deel van de AWBZ aan de gemeenten wordt overgedragen, zou een stap moeten zijn naar een betere samenhang in het sociale domein. Jorritsma gelooft in de gemeente als Eerste Overheid, maar dan moeten ook de belastingen gemoderniseerd worden.
Ingezetenen
“Zo langzamerhand moeten de gemeenten een eigen belastinggebied krijgen, zodat er ook een betere politieke afweging gemaakt kan worden: waar hef ik belasting voor en waar geef ik die aan uit. In bijna alle landen hebben de gemeenten eigen belastinginkomsten. In sommige landen is dat een deel van de inkomstenbelasting, maar je hoort hier ook wel eens pleidooien voor een ingezetenenbelasting. Daarover heeft de VNG overigens nog geen standpunt bepaald. Voorwaarde zou natuurlijk altijd zijn dat in dat geval de rijksbelastingen omlaag gaan. De totale lasten voor de burger mogen niet omhoog gaan. Ik denk dat dit ook de betrokkenheid van burgers, de politieke discussies ten goede zou komen.”
De decentralisaties van de Wet werken naar vermogen en de AWBZ zijn na de val van het kabinet controversieel verklaard.
“En daarmee zakken alle voorbereidingen als een pudding in elkaar. We waren met zijn allen flink op stoom. De VNG heeft met de rijksoverheid een transitieorganisatie opgezet die de gemeenten ondersteunt. Er zijn ook flink wat gemeenten die dat in een of andere vorm samen doen: als het gaat om de jeugdzorg bijvoorbeeld, dan zie je dat er veel wordt samengewerkt op het niveau van de GGD-regio; als het gaat over de arbeidsmarkt, dan vinden ze elkaar in de arbeidsmarktregio. Maar dat valt nu allemaal stil. Je kunt niets voorbereiden als je niet weet wat er gaat komen. Weliswaar is de decentralisatie van de jeugdzorg niet controversieel verklaard, omdat die pas op 1 januari 2015 zou ingaan, maar ook daarvoor geldt: je weet niet of een volgend kabinet daarmee doorzet. Het betekent hoe dan ook dat er straks weer opstartkosten gemaakt moeten worden.”
Inmiddels is er een heel scala aan samenwerkingsvormen van de grond gekomen in gemeenteland; rondom de decentralisaties, maar ook op andere domeinen.
“Dat varieert van shared service-organisaties waarin men gewoon met contracten met de individuele gemeenten werkt, tot en met compleet opgetuigde gemeenschappelijke regelingen en alles wat daar tussen zit. Er zijn regio’s waarin een centrumgemeente taken organiseert voor omringende gemeenten. Soms wordt de sociale dienst aan een andere gemeente overgedragen, of de ICT. Dat laatste komt veel voor. En niet alleen bij buurgemeenten. Binnen Dimpact en GovUnited werken gemeenten samen verspreid over het hele land.
En je hebt natuurlijk de gemeente Ten Boer die de gehele ambtelijke organisatie aan de gemeente Groningen heeft uitbesteed. En heel eerlijk: ik vind dat allemaal prachtig. Laat maar gewoon gebeuren, want lokale situaties zijn overal verschillend.”
Backoffice
Met name als het gaat om backofficeactiviteiten wordt regelmatig geopperd dat gemeenten die ook gezamenlijk zouden kunnen uitbesteden. En waarom zou de Belastingdienst niet de gemeentebelastingen kunnen innen? De VNG-voorzitter denkt daar genuanceerd over.
“Op een aantal terreinen gebeurt dat ook. Sommige gemeenten laten hun heffingen innen door de waterschappen. Daar is niets op tegen. Wat mij betreft zou de Belastingdienst ook dergelijke diensten voor de gemeenten kunnen uitvoeren, dat zou heel efficiënt kunnen zijn. Maar voorlopig mag dat voor zover ik weet niet van het Rijk. Bovendien denk ik dat de Belastingdienst eerst zelf nog wat problemen heeft op te lossen met de eigen automatisering.”
“Wellicht dat bijvoorbeeld de backoffice van de sociale diensten op termijn naar een grotere schaal gaat. We denken als VNG voortdurend met de gemeenten samen over hoe we de zaken efficiënt en effectief kunnen aanpakken. Maar het zijn uiteindelijk de gemeenten zelf die de keuze moeten maken. Waar wij op tegen zijn is dat een andere partij zegt: het moet zus of het moet zo. Bovendien is het maar de vraag of je efficiëntie binnenhaalt door het naar een veel groter schaalniveau te trekken. Ik ken die uitkeringsfabrieken en die hebben enorme controleapparaten nodig om alles goed te laten verlopen. Ik geloof niet een, twee, drie dat dat de ideale schaal is.”
“Natuurlijk, je ziet dat bij de kleinste gemeenten de sociale dienst niet meer zelfstandig wordt uitgevoerd. Die doen dat meestal met een paar gemeenten samen. Op die schaal is ook de meeste effectiviteit te behalen: in de controle dat er geen onterechte uitkeringen worden verstrekt, bij het begeleiden van mensen naar een baan. We willen dat gemeenten kunnen beslissen om de taken op hun eigen manier uit te voeren. En als je de dingen anders doet, dan is ook de verwerking of de uitbetaling anders. Als we alles allemaal hetzelfde deden, dan had je ons helemaal niet nodig. Dan kon het Rijk net zo goed alle taken uitvoeren. De gemeenten zijn er omdat we kijken naar de lokale verschillen.”
KING
Een goed functionerende ICT-omgeving is een voorwaarde voor een goed functionerende ‘Eerste Overheid’. Om de gemeenten daarbij te ondersteunen heeft VNG in 2009 het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) als zelfstandige stichting in het leven geroepen. KING heeft als speerpunten de e-dienstverlening te verbeteren en de bestuurskracht te helpen ontwikkelen.
KING lanceerde recent de Basisgemeente (zie elders in dit nummer); een poging om de ICT-omgevingen van de gemeenten verregaand te standaardiseren. Standaardisatie is een voorwaarde voor informatie-uitwisseling. Toch is Jorritsma niet voor het dwingend opleggen van standaarden.
“Als KING met slimme ideeën komt, nemen de gemeenten die heus wel over. En als aan het eind van de rit blijkt dat het ontzettend onhandig is dat een paar gemeenten het anders doen dan we met elkaar bedacht hebben, dan is het nog vroeg genoeg om over dwingend opleggen te praten.
En we hebben natuurlijk de i-NUP met zijn bouwstenen. Dat loopt volgens plan, gemeenten krijgen via Operatie NUP ondersteuning bij de invoering. Daar zijn de gemeenten heel serieus mee bezig.”
Tijdens het VNG-jaarcongres hebben de leden ingestemd met een voorstel van het VNG-bestuur om KING te continueren. Bij de oprichting van KING was afgesproken het bestaansrecht na drie jaar te evalueren. Berenschot voerde die evaluatie uit en concludeerde dat het instituut in korte tijd veel heeft bereikt. Tweederde van alle gemeenten maakt gebruik van een van de producten of diensten van KING, met name op gebied van e-dienstverlening, en is daar ook redelijk tevreden over.
Berenschot stelt wel vast dat het aanbod van KING niet voldoende aansluit bij de vraag vanuit de gemeenten. Bovendien is de positionering ten opzichte van marktpartijen voor de gemeenten niet duidelijk genoeg. Ook de afbakening tussen de activiteiten van KING en VNG zijn voor gemeenten niet altijd helder.
Dat gaat veranderen, aldus Jorritsma.
“Uit die evaluatie hebben we geconcludeerd dat VNG en KING dichter bij elkaar moeten komen. Anders dan bijvoorbeeld bij het verzekeringsbedrijf en BING (Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten) die we ooit hebben opgericht en die daarna zelfstandig verder zijn gegaan, zijn we niet van plan om KING te verkopen. Wij vinden KING een kerntaak, een bedrijf dat bij VNG hoort, dat taken doet die we niet op de markt willen hebben, maar die we als vereniging willen leveren.”
Coöperatie
Vanaf 2013 zal KING verder gaan als coöperatie, met een eigen directie en raad van toezicht, binnen de boezem van de VNG. Verantwoording wordt voortaan afgelegd aan de Algemene Ledenvergadering, zodat gemeenten ook meer invloed krijgen op de producten en diensten. Het beleid van VNG en de uitvoering door KING zullen nadrukkelijker met elkaar verbonden worden zodat de taakverdeling helder wordt. Aardige bijkomstigheid in tijden van financiële krapte: met de omzetting van stichting naar coöperatie wordt jaarlijks ook pakweg 800.000 euro aan BTW bespaard. Zo draagt het Rijk indirect bij aan de KING-kas die wordt gevuld met 7,6 miljoen euro uit het gemeentefonds.
Na de val van het kabinet heeft de VNG een verlanglijstje voor een komende regeerperiode opgesteld.
“We hebben tien prioriteiten bij de verkiezingscommissies van de politieke partijen neergelegd waarvan we hopen dat zij die in hun programma zullen opnemen. Daarin gaat het onder andere over zaken als beleidsvrijheid bij de decentralisaties en over goede financiële afspraken. Over de Wet werken naar vermogen hadden we een conflictje met het kabinet. Daarvoor dragen we nu een oplossing aan. Want we willen wel dat die decentralisaties worden doorgezet. Onder de juiste voorwaarden natuurlijk.”