Samenwerken door informatie te delen in ketens en netwerken wordt onontkoombaar, of het nu bedrijven of overheden betreft, constateert René Matthijsse, kersvers Lector aan Fontys Hogeschool. Vooral bij lagere overheden moet er op dat gebied nog veel gebeuren.
René Matthijsse
Onlangs is René Matthijsse geïnstalleerd als lector ‘Informatiemanagement en control in een ketenomgeving’, aan Fontys Hogeschool Financieel Management. In zijn lectorale rede wees Matthijsse erop dat het voor bedrijven noch voor overheidsorganisaties steeds onwaarschijnlijker is dat ze ‘solo’ werken. Ze zullen in ketens en netwerken moeten innoveren, co-creëren en samenwerken. Daarbij zullen ze ook flexibel moeten zijn. In zijn lectoraat gaat hij zich richten op het management van de informatie in dergelijke ketens, met het planning&control-vraagstuk en met de verdienmodellen.
Lagere overheden
Of het nu om het bedrijfsleven gaat of om overheidsorganisaties, samenwerking en de bijbehorende informatiedeling zijn onontkoombaar, legt hij in zijn inaugurele rede uit. En zo heel verschillend zijn die twee eigenlijk niet, vindt hij.
“Zowel in de private als in de publieke sector zie je informatiedeling. De motieven zijn wel verschillend: winst maken en efficiëntie voor het bedrijfsleven, maatschappelijke doelstellingen of het uitgeven van een kenteken voor de overheid. Alleen de bewoordingen zijn anders. En dan kom ik toch tot de conclusie dat de rijksoverheid het de laatste jaren best goed gedaan heeft en haar informatiehuishouding vrij goed op orde heeft. De uitdaging wordt nu om dezelfde kwaliteit van informatie ook in te richten bij de lagere overheden; daar zit natuurlijk wel een groot probleem. De rijksoverheid heeft een aantal maatschappelijke doelstellingen en verplichtingen in een decentralisatieoperatie geschoven en nu moeten lagere overheden dezelfde ervaringen weer gaan opdoen. Daar zie je ook nog eens dat zij steeds meer samenwerken met de private sector, zoals met woningcorporaties.”
Maar ook bij de rijksdienst moet nog veel gebeuren, zegt Matthijsse. “Neem bijvoorbeeld de keten voor veiligheid en justitie, met een veelheid aan partijen. En met name internationaal gaan daar helaas dingen fout. Er zal de komende tien jaar nog veel werk verricht moeten worden.”
Verkokering niet hét probleem
De vaak genoemde bestuurlijke ‘verkokering’ op rijksniveau – maar ook bij lagere overheden – helpt uiteraard niet, bevestigt hij. “Maar met informatieuitwisseling en -voorzieningen kun je die verkokering wel overbrúggen. Eigenlijk is gegevensuitwisseling gewoon operationeel en daarmee relatief ongevaarlijk. Dus in een situatie die misschien bestuurlijk verkokerd is, zoals de veiligheid&justitie-keten, of de gezondheidszorg, kun je de hindernissen toch vrij makkelijk slechten met operationele gegevensuitwisseling.”
Dat betrokkenen het toch vaak anders zien, is wel waar. “De persoonlijke invloed speelt een belangrijke rol. De barcodes in de logistiek waren nooit tot stand gekomen als Albert Heijn zich er niet mee bemoeide. Je moet wel op bestuurlijk niveau een overeenkomst bereiken als je iets tot stand wilt brengen. Daarna kun je de tactische dingen en de walletjes en de ego’s best overwinnen.”
Een gremium als het Kloosterhoeveberaad is daar een mooi voorbeeld van, bevestigt hij. “Als je dat niet zou hebben, blijf je alleen maar lang praten, helaas. Als het om meer dan één partij gaat, is het een kwestie van geven en nemen.” Wederzijds vertrouwen is daarbij altijd belangrijker dan controle, al blijft dat laatste vaak nodig.
Bekijk hier de inaugurele rede van René Matthijsse: