Blog

Oproep tot debat

Wat is de juiste schaal en eenheid van besturing van het beleid van gemeenten inzake uitgaven aan ICT? En wat is de daarbij passende inrichting van de informatievoorziening?

Sommige mensen in het openbaar bestuur maken zich zo kort voor de verkiezingen druk over de kwaliteit van de gemeenteraden. Deels heeft die zorg te maken met de overdracht aan gemeenten van taken in het sociale domein. Deze taakoverdracht gaat gepaard met een verdubbeling van het budget.

Vanuit een gemeente en gemeente-overstijgend belang zou ik een belangrijker bestuurskundig, bedrijfskundig, informatiekundig en politicologisch vraagstuk op de agenda zetten dan de kwaliteit van de gemeenteraad: Wat is in deze tijd de juiste schaal en eenheid van besturing van het beleid van gemeenten inzake uitgaven aan ICT en nog belangrijker wat is de daarbij passende inrichting van de informatievoorziening?

403 keer het wiel uitvinden, 1 coöperatie U.A. (Uitgesloten Aansprakelijkheid) van 403 leden die de inrichting en het beheer van hun informatiehuishouding aan deze coöperatie overdragen, of een vorm daar tussen in?

Ik formuleer dit vraagstuk zo omdat:

  • de kwaliteit van de democratische controle op lokaal niveau niet los gezien kan worden van de kwaliteit van de informatievoorziening.
  • Ook bij de drie decentralisaties, de inrichting, aanpasbaarheid, het gebruik en de kosten van de informatiehuishouding binnen een gemeente, en gemeente-overstijgend, een centrale rol spelen.
  • We aan dit vraagstuk wat kunnen doen: het verbeteren van de kwaliteit van onze politiek-gekozenen is aan de kiezer.

Het nadrukkelijk koppelen van de kosten en inrichting van de informatiehuishouding aan de kwaliteit van onze (lokale) democratie doe ik omdat ik mij ernstig zorgen maak over het langere termijn draagvlak van een overheid die rechtmatigheid niet weet te koppelen aan informatievoorziening en doelmatigheid.

Debat geopend

iBestuur is het platform voor iedereen die betrokken is bij de i-overheid en omdat iBestuur bijdraagt aan het ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie op een efficiëntere, effectievere en klantvriendelijke overheid ligt het voor de hand dit debat te voeren via iBestuur. Hierbij verklaar ik het debat met politiek, bestuurlijk en ambtelijk Nederland aangaande dit onderwerp voor geopend.

Ik formuleer ten eerste mijn uitgangspunten voor dit debat.

  • De gemeente is de juiste eenheid van besturing.
  • Ik onderschrijf het beleidsuitgangspunt dat de gemeente de poort is naar de burger.
  • Ik onderschrijf de noodzaak van de decentralisatie van overheidstaken in het sociale domein naar gemeenten.
  • Thorbecke staat verregaande samenwerking tussen gemeenten en Rijk niet in de weg.
  • Ik stel de mens en de professional centraal bij de inrichting van processen en de uitvoering van wetten.
  • Ik wil dat er zo weinig mogelijk geld wordt verbruikt bij de uitvoering van wetgeving.
  • Burger en bedrijven dienen zo veel als mogelijk (in staat gesteld te worden) te participeren in de uitvoering van (lokale) overheidstaken.

Het is juist nu het moment dit debat te starten. Gemeenten worden in 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Een deel van deze taken hebben zij nu ook al, een deel nemen zij over van de Rijksoverheid.

Zo wordt niet alleen een kwalitatieve en beleidsmatige doelstelling nagestreefd, tegelijk denkt men een kwantitatieve bezuiniging te kunnen realiseren. Daartoe zegt het Rijk een aantal flankerende maatregelen te nemen. Minder regeldruk en eenvoudigere en eenduidigere geldstromen voor de taken in het sociaal domein richting gemeenten. Zo is het de bedoeling dat gemeenten uiteindelijk één budget krijgen om de participatie in de maatschappij te bevorderen. Besteding van en verantwoording over dit budget wordt zo voor gemeenten en samenleving overzichtelijker. Tot zover de goede bedoelingen.

Ik onderschrijf deze goede bedoelingen, maar zie toch wat beren op de weg. Ik vraag mij bijvoorbeeld af hoe het komt dat negen van de tien gemeenten in de schulden zitten Een gevolg van een gebrekkig inzicht in de effectiviteit van het uitgevoerde lokale beleid?

Ik vraag mij ook af of deze financiële problemen niet alleen een gevolg zijn van falend grond- en derivatenaankoopbeleid maar ook van een gebrek aan behaalde innovatie, schaal-, efficiëntie en inkoopvoordelen met een omvang van 12 miljard over de laatste 10 jaar zoals Ronald Berger Consultancy voor de gehele (ook lokale) overheid in 2013 heeft uitgerekend

Machtspositie

Ik vraag mij af of een tekortschietend inzicht in de financiële huishouding een gevolg is van een tekortschietende informatiehuishouding. Een informatiehuishouding die gekenmerkt wordt door veel te hoge kosten (1,2 miljard per jaar voor alle gemeenten), door een gebrekkig aanpassingsvermogen ten gevolge van niet flexibele en niet eenvoudig aanpasbare software, door een onacceptabele machtspositie van enkele zeer dominante software leveranciers en door het gebrek aan inhoudelijke kennis van en belangstelling voor ICT-vraagstukken bij bestuurders.
Zou het zo kunnen zijn dat eenvoudig te behalen bezuinigingen niet of niet snel gerealiseerd kunnen worden door een hoge mate van afhankelijkheid van enkele softwareleveranciers? Als dit waar is wat betekent dit dan bijvoorbeeld voor de kosten van het inpassen van nieuwe taken in oude systemen?
Mochten al deze vragen nog geen aanleiding zijn voor een paar discussies aan de bestuurstafel, dan vraag ik aandacht voor de te verwachten problemen met betrekking tot het inrichten van de informatievoorziening in een nieuwe keten van samenwerkende partijen. Juist op het terrein van de noodzakelijke ketensamenwerking hebben (semi-)overheden een matig trackrecord.

Klanten in de jeugdzorgketen moeten soms meer dan twintig keer hetzelfde uitleggen, terwijl de professionals niet weten wie, wat, wanneer tegen welke kosten doet. Dit geldt overigens ook in hoge mate voor de afhandeling van dossiers binnen de gemeente zelf. De ene afdeling weet vaak niet wat de ander doet, laat staan wat al deze verspilling kost. Deze problemen worden niet veroorzaakt door een gebrek aan kwaliteit van de gemeenteraad maar door gebrekkige processen en een falend ICT-beleid waardoor deze processen niet een, twee, drie te verbeteren zijn. Samen met een gebrek aan kennis en aandacht bij bestuurders en ambtelijk apparaat zorgt dit voor een langzamerhand falend en vastlopend systeem.

Gemeenten zijn volledig afhankelijk van enkele marktpartijen die al meer dan tien jaar kunnen doen en laten waar ze zin in hebben. Ik ben van mening dat een principiële discussie over de wijze van de besturing van de informatiehuishouding in 403 gemeenten hard nodig is, omdat het systeem van democratische controle op dit aspect al decennia niet optimaal functioneert. Het feit dat 403 gemeenten evenzoveel aanbestedingsprocedures moeten uitvoeren voor de aanschaf van overal exact dezelfde bijhoudingssoftware op een centrale database, omdat men niet tot een productieve samenwerking kon komen, is wat mij betreft een onacceptabele uitkomst van een gebrek aan samenwerking door gemeenten op het ICT-dossier.

Vrijwel iedere poging tot standaardisatie wordt in de knop gebroken of afgeremd (door een slecht functionerende markt voor gemeentelijke ICT) of wordt door het proces zo duur dat de winst van samenwerking al bij voorbaat is verdampt. Op welk democratische bestuurslaag is dit aspect van het reilen en zeilen in gemeenten aan politieke controle onderhevig? Ik heb nog niemand betrapt op een poging dit onder de aandacht van wethouders, gemeenteraadsleden, provinciale bestuurders, Kamerleden en of ministers te brengen. Door deze verkwisting wordt vast iets veel nuttiger wegbezuinigd. Wellicht dat de Rekenkamer of de ACM onderzoek kunnen doen naar de doelmatigheid van gemeentelijk ICT-beleid en naar het gedrag van ondernemers. Ik voorspel een zeer interessante uitkomst.

Transparantie

Of het nu gaat om democratische controle van de regering, het provinciaal bestuur, de waterschappen of de gemeenteraad, controle valt of staat met de transparantie en controleerbaarheid van ambtenaren en bestuurders door gekozen lichamen en onafhankelijke lichamen. Er zijn helaas maar enkele gemeenteraadsleden, wethouders en zelfs ambtenaren die voldoende kennis van ICT en de gemeentelijke informatiehuishouding hebben om duidelijk te maken waar het geld aan uitgegeven wordt, waarom er geen schaalvoordelen worden gehaald en waarom de ICT-kosten per burger hoger zijn naarmate de gemeente groter is. Geen enkel debat over de vraag hoe dat nu komt, laat staan enig inzicht in of dit nu klopt en of het waar is.

Dit terwijl de uitgaven per gemeente gemiddeld toch ongeveer 3 miljoen zijn en per burger 70 euro per jaar, elk jaar weer. Op een lijstje dat de Volkskrant op 8 maart publiceerde, staat die uitgave toch in de top 12, vergelijkbaar met de uitgaven per burger aan Sport, Brandweer en Rampenbestrijding en vijf keer zoveel als aan Kinderdagopvang. Niemand die zijn vinger in de lucht steekt met de vraag: Zullen wij ons hier eens in verdiepen? Nee, het valt tussen de wal en het schip van de verschillende bestuurslagen en komt niet op de agenda door een desinteresse van politieke ambtsdragers. Dat deze geen kennis hebben van ICT verwijt ik hen niet, ik heb ook niet overal verstand van, maar dat het zelden een onderwerp van gesprek is in de raad en dat keuzes (te vaak) alleen door ambtenaren, en niet eens op het hoogste niveau, worden gemaakt is een zeer treurig voorbeeld van een democratisch deficit.

Mogelijk is dit alles een gevolg van een wellicht doorgeslagen vertrouwen in leveranciers en marktwerking waardoor er leveranciers zijn die al 20 jaar gemeenten gijzelen, kennis wegkopen, schaalvoordelen weigeren terug te geven en innovatie tegenhouden of hun verdienmodel weigeren aan te passen. Het treurigste is wel dat als deze redenering klopt, de Nederlandse samenleving niet kan profiteren van technologische vooruitgang die sommige bedrijven in de ICT wel degelijk boeken. Dat de aanname zou kunnen kloppen blijkt uit het eerder genoemde rapport van Berger, die aantoont dat productiviteitsverbetering binnen de publieke sector ver achter blijft bij die in de private sector.
Ik snap heel goed dat gemeenten een zelfstandige bestuurslaag zijn en dat zij zich op een aantal beleidsterreinen als onafhankelijk van de centrale overheid mogen gedragen. Ik snap best dat de VNG als vereniging slechts een beperkt coördinerende rol kan spelen en blijkbaar niets aan gemeenten dwingend kan opleggen. Ik begrijp ook dat je een dergelijk staatsrechtelijk vraagstuk niet oplost via een blog.

Een gebrek aan transparantie, interesse en kennis maakt echter dat we niet in staat zijn de werking van het democratisch en constitutionele systeem te doorgronden om zo systeemfalen te voorkomen. Dit falen is zichtbaar op nationaal niveau, zie het grote aantal falende ICT-projecten. Het is slechts een kwestie van tijd voordat dergelijk falen ook op lokaal niveau zichtbaar wordt. Alle gemeenten samen geven bij elkaar opgeteld 1,2 miljard euro aan ICT uit. Ondoelmatigheid is in deze context het uitgangspunt. Reden tot zorg over de kwaliteit van ons democratische systeem. Hoe lang zal de burger nog accepteren dat we minimaal 900 (ik doe een gooi) miljoen per jaar weg flikkeren aan verouderde niet flexibele ICT en daarmee de zakken van enkelen vullen. Ik ben het in ieder geval meer dan zat en pleit voor een coöperatie U.A. van 403 gemeenten die de verantwoordelijkheid voor de ICT overneemt van die gemeenten. Een blauwdruk daarvoor komt aan de orde in de volgende blogs waarin ik nog minimaal 6 andere meer of mindere voorbeelden van systeemfouten aan de orde zal stellen. Ik zal dan ook aangeven dat ik ook meen 900 miljoen euro per jaar te kunnen besparen in de keten waarin bepaald wordt welke burgers er in 2016 zorg ontvangen. Bij elkaar 1,8 miljard voor het oprapen. Heb ik uw aandacht? Ik reken in ieder geval op uw weerwoord.

Ik ga graag het debat aan.

  • Ad Gerrits | 18 maart 2014, 20:00

    Lekker heldere stellingname. Waar het nu nog vooral signaleren is van wat er allemaal niet goed gaat, maakt het benieuwd naar het vervolg waarin beschreven gaat worden hoe het beter kan.
    Een deel van de column waar ik moeite mee heb ik dat met de vinger wijzen naar leveranciers die op de gemeentemarkt actief zijn. Ik heb ondertussen aardig wat situaties meegemaakt waarin ik blij ben dat leveranciers voorinvesteren en keuzes maken waar de overheid zelf niet toe in staat lijkt. Ik heb het in de loop van de tijd dan ook omgekeerd: wees blij dat er een paar sterke partijen zijn, omdat je anders alles zelf zou moeten doen (wat gelet op de de stellingname van de auteur niet veel goeds zou voorspellen).

  • Harrie Gooskens | 19 maart 2014, 11:59

    Beste Swier Jan Miedema,
    Het is mij niet helemaal duidelijk geworden welk debat je eigenlijk wilt aangaan. Je formuleert een aantal uitgangspunten en poneert vervolgens enkele stellingen waarop ik graag wil reageren.

    Ik ga er van uit dat je de uitgangspunten hebt geformuleerd als een soort kader waarbinnen het debat moet plaatsvinden. Met elk van die zeven uitgangspunten ben ik het eens, dus ga ik er van uit dat ik me heb gekwalificeerd om deel te nemen aan het debat.

    Die uitgangspunten waren in je blog makkelijk te vinden. Zeven heldere bullets. De zoektocht door je blog naar de punten waarover je wilt debatteren was een stuk lastiger en eerlijk gezegd vraag ik me af of ik wel de door jou beoogde discussiepunten heb gevonden. Ik doe een poging door een aantal stellingen/vraagstukken letterlijk over te nemen en verontschuldig me daarbij op voorhand voor het eventueel over het hoofd zien van beoogde discussiepunten en het reageren op thema’s die je niet als discussiepunt hebt bedoeld.

    1) Is er sprake van gebrek aan gemeentelijk financieel inzicht en wordt dat veroorzaakt door een tekortschietende informatiehuishouding?

    Ik denk dat er inderdaad sprake is van gebrek aan financieel inzicht. Maar ik denk niet dat dit wordt veroorzaakt door een tekort schietende informatiehuishouding. De oorzaak is volgens mij gelegen in de zogenaamde productbegroting die in de jaren ’90 werd geïntroduceerd door de VNG. Sindsdien krijgen gemeenteraadsleden geen financiële rapportages meer in het gangbare formaat dat door andere (semi-)overheden en het bedrijfsleven wordt gehanteerd (overeenkomstig het grootboekrekeningschema van Bakker en de zogenaamde kostenplaatsen en kostendragers). Niet ieder raadslid is financieel onderlegd, maar als de financieel onderlegden rapportages krijgen waaraan ze vanuit het eigen referentiekader geen touw kunnen vastknopen, maken we het erg lastig voor de gehele gemeenteraad.

    2) Is jaarlijks € 1,2 miljard voor gemeentelijke ICT niet teveel?

    Stel dat die € 1,2 miljard klopt dan is dat 2,3% van de totale gemeentelijke inkomsten ter hoogte van 52 miljard (gemeentefonds + specifieke uitkeringen + gemeentelijke heffingen + overige eigen middelen). Gemiddeld wordt over de andere sectoren (inclusief het bedrijfsleven) 4% van de omzet besteed aan ICT. Als die € 1,2 miljard klopt dan geven gemeenten dus relatief weinig uit aan ICT, maar liefst 1,7% minder (omgerekend € 884 miljoen).

    3) Kunnen bezuinigingen niet of niet snel gerealiseerd worden door een hoge mate van afhankelijkheid van enkele softwareleveranciers?

    Waarschijnlijk doel je op de afhankelijkheid van Centric en PinkRoccade. Rond de eeuwwisseling begon die afhankelijkheid inderdaad een zorgelijke omvang aan te nemen want deze twee partijen hadden nagenoeg alle andere leveranciers overgenomen (zoals Kramers, IGA, L+T, VUGA, SAMSOM, RAET, CIOB, CEVAN, CBT, GCEI en GRC). Maar dankzij initiatieven als egem, NOiV en KING is in het afgelopen decennium een andere architectuur (GEMMA) met open standaarden (zoal StUF) ontstaan, waardoor er inmiddels meer dan 100 leveranciers van bedrijfssoftware in concurrentie met elkaar kunnen opereren in de gemeentelijke ICT markt.

    Die 100 leveranciers hebben een convenant met KING getekend en hun software aangemeld in de GEMMA softwarecatalogus. Van die afhankelijkheid van enkele softwareleveranciers is volgens mij dan ook geen sprake meer. Ik constateer wel dat die twee leveranciers nog steeds een aanzienlijk marktaandeel hebben en derhalve als marktleider mogen worden gekwalificeerd, maar dat is in bijna ieder deel van de bedrijfssoftwaremarkt zo. Oracle en SAP voeren de internationale ERP markt aan, Exact en Afas de markt van het Nederlandse MKB en zo kan ik nog wel even doorgaan. Dergelijke marktleiders, waaronder PinkRoccade en Centric op het gebied van gemeentelijke bedrijfssoftware, hebben volgens mij nauwelijks invloed op het bezuinigingspotentieel bij hun klanten. Daarvoor is een monopolie of oligopolie nodig zoals 15 jaar geleden. Die positie hebben deze twee niet meer. Niet in de backoffice waar ook Procura, Vicrea en Gouw-IT een belangrijke rol spelen, ook niet in de frontoffice waar SIM en Green Valley marktleider zijn en evenmin in de midoffice markt waar gemeenten hun zaaksysteem van zo’n 15 verschillende leveranciers betrekken.

    Dat wil overigens niet zeggen dat ik van mening ben dat de leveranciers van gemeentelijke bedrijfssoftware “heilige boontjes” zijn. In tegendeel. Net als in andere economische sectoren streven ze naar winstmaximalisatie. Soms via klantgerichtheid, soms via product gerichtheid. Net als bij hun klanten in andere sectoren in ieder geval vanuit het besef dat die klanten hun bedrijfssoftware niet graag vervangen vanwege alle organisatorische en personele consequenties die daarmee samenhangen. Dat zorgt voor ongewenst leveranciersgedrag en gijzelingsgevoelens bij gemeenten. Daarom juich ik het toe dat KING het thema “opdrachtgeverschap / leverancier management” nadrukkelijk op de gemeentelijke ICT agenda probeert te zetten.

    4) Hebben (semi-)overheden op het terrein van de noodzakelijke ketensamenwerking een matig trackrecord?

    Nederland staat na Zuid Korea op plaats 2 in de ranking van landen op het gebied van overheids e-dienstverlening zoals gepubliceerd door de VN. Dat hebben we vooral te danken aan de prima ketensamenwerking binnen het NUP. Ik had tien jaar geleden niet durven dromen van zoveel standaarden waaraan zoveel verschillende bestuurslagen zich hebben geconformeerd. Op dit gebied heeft Nederland een trackrecord opgebouwd waaraan veel andere landen een voorbeeld kunnen nemen.

    5) Kan de Nederlandse samenleving niet profiteren van technologische vooruitgang die sommige bedrijven in de ICT wel degelijk boeken?

    Gegeven het voorgaande thema (4) denk ik dat de Nederlandse samenleving dat profijt wel geniet. Waarom het in Zuid Korea nog beter is weet ik niet, wellicht kunnen we daarvan leren. Als ik onze e-dienstverlening door de overheid echter vergelijk met het bedrijfsleven dan denk ik dat de overheid nauwelijks achterloopt t.o.v. webshops en financiële dienstverleners. Qua standaardisatie loopt de overheid op dit gebied zelfs voor want de standaarden in het bedrijfsleven worden bepaald door machtsblokken als Unilever en Albert Heijn, terwijl ze in de overheidssector onafhankelijk zijn ontwikkeld. Daardoor hoeft de software maar één set standaarden te ondersteunen, waar de ERP bedrijfssoftware soms wel tien standaarden moet ondersteunen voor dezelfde vorm van gegevensuitwisseling. Dat scheelt aanzienlijk in de ICT kosten.

    6) Kan een coöperatie U.A. van 403 gemeenten de verantwoordelijkheid voor de ICT overnemen van die gemeenten?

    Theoretisch is niets onmogelijk, dus ook zo’n coöperatieve U.A. van 403 gemeenten niet. Maar in de praktijk is het volgens mij een schier onmogelijke opgave, want zo’n coöperatief vereist een overgang overeenkomstig het “big bang scenario”. Dat betekent dat de coöperatie alle bedrijfssoftware voor alle domeinen en sectoren gereed moet hebben in één versie waarmee alle gemeenten uit de voeten kunnen, inclusief de conversiesoftware vanuit alle voorgaande softwaresystemen. Stapsgewijs is ook mogelijk maar dan neemt de complexiteit gigantisch toe omdat de software voor de eerste deelsystemen moet kunnen samenwerken met de overige dan nog bestaande deelsystemen van de verschillende leveranciers, die we pas in de loop der jaren met volgende deelsystemen gaan uitfaseren. Of het via een “big bang” of stapsgewijs plaatsvindt maakt niet uit, beide scenario’s zijn onuitvoerbaar want er is volgens mij niet één wereldburger in staat om een dergelijk project als projectmanager tot een goed einde te brengen binnen tijd en budget. Maar ik kan onbekende talenten over het hoofd hebben gezien.

    Het idee van die coöperatie U.A. van 403 gemeenten is overigens niet nieuw. Rond 1980 hebben we in Nederland samengewerkt aan een vergelijkbaar idee onder de naam SOAG. Onder leiding van VNG/IBA (soort KING) sloegen de toenmalige gemeentelijke samenwerkingsverbanden (regionale rekencentra zoals CEVAN, CON, CIOB, CBT, CVA/IAM, GCEI, GRC en CCL) de handen ineen om samen één bedrijfssoftware suite te ontwikkelen voor alle gemeentelijke sectoren/domeinen. Dat is volledig mislukt waarna de 728 gemeenten hun toevlucht namen tot de particuliere leveranciers Kramers, IGA, L+T, VUGA en SAMSOM. Je geeft aan dat je 25 jaar ervaring hebt, dus moet je de laatste stuiptrekkingen van de toenmalige samenwerkingsverbanden (ICT SSC’s) nog hebben meegemaakt.

    Tot zover de zes thema’s voor debat die ik in je blog heb ontdekt en van commentaar heb voorzien zonder de zeven uitgangspunten ter discussie te stellen. Kort samengevat komt het er op neer dat ik van mening ben dat:
    1) Het gemeenten inderdaad ontbreekt aan financieel inzicht.
    2) Gemeenten relatief juist weinig aan ICT uitgeven.
    3) Softwareleveranciers nauwelijks invloed hebben op het gemeentelijk bezuinigingspotentieel.
    4) Nederland zelfs een gidsland is op het gebied van e-dienstverlening.
    5) De Nederlandse overheid eerder een voorsprong dan een achterstand heeft t.o.v. het bedrijfsleven op het gebied van e-business.
    6) Het concept van een coöperatieve gemeentelijke U.A. voor ICT praktisch niet uitvoerbaar is (wat de SOAG al heeft bewezen).

    Ik zie uit naar je volgende blogs omdat je aankondigt dat je daarin nog minimaal 6 andere meer of mindere voorbeelden van systeemfouten aan de orde zal stellen, waarbij zelfs 1,8 miljard voor het oprapen ligt. Heb je mijn aandacht? Natuurlijk heb je mijn aandacht en wederom mag je op mijn weerwoord rekenen. Stiekem hoop ik daarbij op een inhoudelijke reactie naar aanleiding van mijn reacties op de zes (in bovenstaande blog) ontdekte thema’s voor debat.

    Harrie Gooskens

  • Davied | 20 maart 2014, 14:49

    Zonder in detail in te willen gaan op de diepgravende discussie op de diverse punten hierboven wil ik aandragen dat er sinds eerdere pogingen tot vernieuwing van de ict-wereld van de overheid twee cruciale veranderingen hebben plaatsgevonden.

    Ten eerste zijn de ict-werelden van die 1000 overheidsorganisaties met elkaar verbonden via internet. Het is dus een stuk gemakkelijker geworden om onafhankelijk van locaties en organisaties oplossingen te kiezen die overal bruikbaar zijn. Dit proces is bij het Rijk al bezig, maar kan net zo goed overheidsbreed doorgetrokken worden. Dat hoeft niet één oplossing te zijn, maar zeker geen 1000.

    Ten tweede heeft de wereld van open source en open standaarden een enorme professionalisering doorgemaakt en is er een bruikbaar alternatief voor licentiegebonden software. Dat maakt niet alleen andere businessmodellen en keuzes mogelijk, maar biedt ook de mogelijkheid om slimmere combinaties te maken en samenwerkingsverbanden aan te gaan. Overheidsbreed wordt daardoor gelijk aan flexibiliteit.

    Als je dit doordenkt kom je uit op het volgende concept:
    ibestuur.nl/weblog/d…

    Vanuit deze ideeën hebben we ook Pleio opgezet overigens:
    – overheidsbreed, zodat de kosten van de basisvoorziening laag zijn;
    – modulair, zodat elke overheid het kan aanpassen naar eigen behoefte;
    – open source, zodat iedere overheid maatwerk kan laten maken (en weer delen);
    – ecosysteem, zodat bedrijven hun diensten en software op Pleio kunnen bouwen.

    Over die rol van Pleio als infrastructuur heb ik ook een blog geschreven op iBestuur.nl, zie:
    ibestuur.nl/weblog/p…

    Constaterende dat er nieuwe mogelijkheden zijn om de ict van de overheid slimmer en goedkoper in te richten, dan ligt de vraag voor ons hoe we die mogelijkheden het beste kunnen gebruiken. Dit is mijn antwoord, maar uiteraard sta ik open voor andere oplossingen!

  • Niels Klinkenberg (zelfstandig adviseur) | 25 maart 2014, 23:01

    Beste Swier Jan, je triggert me zeker met je ‘belofte’ dramatisch te kunnen bezuinigen op IT uitgaven bij gemeenten. En één van de begrippen die naar voren komt is dan altijd: standaardisatie. Helaas is in de praktijk standaardisatie van functionaliteit over zelfstandige partijen heen zelden op te leggen. Pas als er een ‘offer they cannot refuse’ op tafel ligt, waarbij problemen weggehaald worden bij gemeenten, zonder dat er nieuwe grote veranderprojecten over hen heen uitgestort worden, zal een gemeente zich bij dit voorstel willen aansluiten. Heb jij dat ei van Columbus?
    En dan standaardisatie: volgens mij moeten er voor gemeenten oplossingen worden geboden die zeker ‘standaard’ zijn, maar die tegelijkertijd de ruimte bieden om de specifieke procesinvulling bij die gemeenten, aanpasbaar aan de lokale situatie.
    Een ERP achtige oplossing, waarbij een standaard oplossing wordt uitgerold over een veelheid aan organisaties levert in mijn praktijk altijd nachtmerries op van enerzijds grote verandertrajecten en anderzijds grote verstarring. En daar zitten gemeentelijke organisaties niet op te wachten.

    Ik ben benieuwd hoe je gemeenten zal kunnen verleiden om jouw beloofde goedkopere oplossing met graagte aan te nemen. Hoe denk je de specifieke behoefte van bv. een plattelandsgemeente op te lossen in dezelfde standaard als een deelgemeente in de randstad?

  • Swier Jan Miedema (Managing partner Gemboxx B.V.) | 21 april 2014, 19:29

    Beste Ad, Harrie, Davied en Niels,

    Bedankt voor jullie reactie op mijn blog, ik ben er kennelijk in geslaagd jullie te interesseren voor een poging het vraagstuk van “Wat is in deze tijd de juiste schaal en eenheid van besturing van het beleid van gemeenten inzake uitgaven aan ICT en nog belangrijker wat is de daarbij passende inrichting van de informatievoorziening?” te bespreken. Dat ik niet voor allen helemaal duidelijk was komt (hopelijk) voor rekening van mijn poging een tamelijk specifiek probleem op de agenda te krijgen zonder naam en toenaam te noemen. Dat Harrie suggereert dat ik daarbij op Centric en PinkRoccade doel, laat ik geheel voor zijn rekening. Gezien de bewering dat er inmiddels meer dan 100 leveranciers in concurrentie met elkaar opereren, zal ik er dan ook vast behoorlijk naast zitten. Wellicht had ik het probleem anders moeten definiëren? Bijvoorbeeld door het te betrekken op een project als mGBA, dat in 1999 startte o.a. ook om de marktverhoudingen te beïnvloeden. Het zal geen toeval zijn dat dit in de afgelopen 15 jaar niet is gelukt als het gaat om de markt van GBA-software want op deze markt zijn maar drie leveranciers actief en of zij met elkaar concurreren? Harrie kan dat beter beoordelen dan ik, ik begrijp uit zijn LinkedIn profiel dat hij enige tijd CEO was bij PinkRoccade.

    Het gaat mij niet om het (be)noemen van en met de vinger wijzen naar leveranciers, zoals Ad suggereert. Ik deel de mening van Ad dat onder bepaalde voorwaarden een financiële prikkel de oorzaak kan zijn voor het maken van keuzes. Dat is ook de rode draad van mijn betoog. Toch ben ik niet blij met de gedeelde observaties van Harrie en Ad, te weinig sterke partijen (in de economische theorie oligopolisten genoemd) hebben op termijn een destructieve werking op de werking van een markt, zowel qua prijsvorming als qua innovatie. Juist dit is een bestuurlijk punt dat in alle openbaarheid op de agenda van bestuurders in de publieke sector hoort te staan. Mijn excuses dat ik dat niet duidelijk genoeg wist te maken.

    Een ander misverstand is dat ik met het gebrek aan financieel inzicht de gehele gemeente begroting zou hebben bedoeld. Mijn observatie is beperkt tot het inzicht in de kosten van ICT. Ik bedoelde te zeggen dat ik bij vele gemeenten heb gevraagd naar de kosten van een enkelvoudig bedrijfsproces, liefst per activiteit, en naar de kosten van ICT als onderdeel van een dergelijk bedrijfsproces. Helaas zijn er nergens dergelijke gegevens beschikbaar. Zonder dit soort van gegevens wordt niet inzichtelijk of processen efficiënter te maken zijn, of een investering in ICT een gezonde “business-case” is en dus of 1,2 miljard veel of weinig is. Als we de uitgaven aan ICT door gemeenten willen vergelijken met die aan ICT op andere “markten” dan moeten we ook kijken naar het rendement van deze uitgaven, zeker als een dergelijk bedrag voornamelijk naar een klein groepje ondernemingen lijkt te gaan, of het er nu 3, meer dan 100, of 12 (alle door Harrie opgesomde ondernemingen) zijn. Het gaat mij voornamelijk om het punt dat bestuurders van organisaties vooral in doelmatigheid en strategische flexibiliteit op lange termijn geïnteresseerd zouden moeten zijn en dat dit punt op de agenda van deze bestuurders zou moeten staan.

    Het volgende misverstand is dat ik geen oog zou hebben voor de inzet en investering van de Nederlandse Overheid in e-dienstverlening en dat Nederland op dit gebied geen gidsland zou zijn. Ook ik zie dat VNG/KING veel energie steken in standaardisatie. Daarin overigens veelvuldig in de wielen gereden door gemeenten en leveranciers. Juist het niet dwingende karakter van deze noodzaak tot standaardisatie en de daardoor veroorzaakte kosten zou, wederom in alle openheid, op de agenda van bestuurders moeten staan. Mijn observatie had overigens geen betrekking op standaardisatie, maar op ketensamenwerking. Ik durf te beweren dat juist wanneer gemeenten, andere overheden en ketenpartners in een semi-publieke variant moeten samenwerken, niet het belang van de zaak dominant is, maar vaak het (deel)belang van bestuurders/organisaties. In dat geval staat het overigens wel op de agenda. Ook in dergelijke gevallen is juist het kleine aantal leveranciers niet bevorderlijk voor transparantie en de kwaliteit van de besluitvorming. Ook hier is inzicht in het systeem onontbeerlijk.

    Stel dat ik mij zou neer leggen (zonder op de mist rondom die redenering in te gaan) bij de conclusie dat “Softwareleveranciers nauwelijks invloed hebben op het gemeentelijk bezuinigingspotentieel.” dan ontvalt voor mij persoonlijk alle motivatie om als publiek ondernemer mijn diensten en producten aan te bieden. Ooit heeft de politiek (het zal in de jaren 80 geweest zijn) besloten dat het goed zou zijn om de (ontwikkeling van) ICT-deskundigheid aan de private sector (een wat enge opvatting over de markt) over te laten. Ik ben ondernemer geworden, juist om de publieke sector te helpen doelmatiger te worden, goedkoper te werken, te profiteren van schaal-, inkoop- en innovatievoordelen. Dat de meeste ondernemers denken dat zij zich al deze voordelen mogen toe-eigenen met een beroep op “ondernemerschap” is niet mijn overtuiging, ik wil dat mijn kinderen in een gezonde democratie leven waarin verantwoording afgelegd kan worden over de wijze waarop de Overheid de ter beschikking gestelde middelen besteed.
    Ik ben daarom heel blij met de twee cruciale ontwikkelingen die Davied aandraagt. Initiatieven als Pleio zouden veel meer door gemeenten geadopteerd moeten worden. De wereld besturen vanuit een visie op en kennis van moderne technologie is essentieel voor deze tijd. Ik zou het formuleren van deze visie en het implementeren daarvan niet aan adviseurs met een privaat belang (waar ik er overigens ook 1 van ben) overlaten. Gemeenten zouden moeten begrijpen dat BZK/VNG/KING een proces zouden moeten en kunnen faciliteren waarbij kennisdeling, standaardisatie, vooruitgang, doelmatigheid en innovatie voorop staan. Juist deze aandachtspunten komen in het gedrang als particuliere en lokale belangen, waaronder ook die van lokale ICT-medewerkers, als uitgangspunten worden genomen. In mijn visie ondergraven dit soort van systeemkenmerken de legitimiteit van de publieke dienst en daarmee op termijn die van de democratie.

    Tenslotte, maar niet van het minste belang, aan het adres van Niels: Ja, ik heb een ei van Columbus. Door deze te combineren met wat er is kunnen we in stand houden wat goed functioneert en vervangen wat te duur is en niet onder controle staat van de publieke dienst. Ik heb toen ik als projectmanager Migratie voor het programma mGBA werkte een concept uitgedacht dat de vele problemen die ik zag bij transities binnen gemeentes zou oplossen en implementaties (waaronder die naar de BRP, die nu ongekend veel geld kost) veel goedkoper zou maken. In 2011 ben ik dat concept gaan uitwerken. Het betreft het combineren van allerlei bestaande innovatieve technologieën met concepten zoals door Davied bepleit. Door mijn lange ervaring met grote ICT-projecten, waaronder het mGBA, ben ik in 2011 tot de conclusie gekomen dat het niet vreemd is dat vrijwel 99 procent van al deze projecten, ook die in de private sector, gedoemd zijn te mislukken en dus mislukken. Ik heb in 2011 mijn eigen bedrijf opgestart in de overtuiging dat we veel aspecten van wat we doen grondig dienen te herzien: vormen van samenwerking, werkwijze, technologie, het gebruik van conceptuele theoretische kennis en praktische bewijsvoering door snel op te leveren werkende en continu integreerbare en veranderbare software. Met deze bouwstenen heb ik een migratie-aanpak ontwikkeld voor de gemeentelijke ICT, een aanpak die langzamerhand wortel schiet in gremia als (grote) gemeenten, BZK, EZ, V&J, VNG en KING. Met deze propositie probeer ik een oplossing te bieden voor de 6 systeemfouten die ik van plan was te gaan behandelen in mijn blogs. Hopelijk heb ik nu ook een deel van Ad zijn nieuwsgierigheid opgelost, de rest in mijn volgende blog.

    PS. Ik beschik geen gedetailleerde kennis van en ervaring met SOAG en kan niet beoordelen of de vergelijking die gemaakt wordt met de door mij voorgestelde Coöperatie U.A. hout snijdt. Wat ik wel kan beoordelen is de technologische vooruitgang die sinds 1980 is gemaakt. Het zal Harrie niet ontgaan zijn dat de beide door hem genoemde bedrijven ook met (zogenaamde) CLOUD-concepten in de weer zijn. Ik begrijp uit de automatiseringsgids van 9 april 2014 dat een (door sommigen) erkende expert als Wouter Keller het volgende gezegd zou hebben: “Ik zou het beslist toejuichen als daar het initiatief zou worden genomen om een virtueel shared service center in de Cloud tot stand te brengen, waarin gemeenten op vrijwillige basis hun IT kunnen onderbrengen. Maar dat zal dan wel in twee smaken moeten komen; één voor de Centric-georiënteerden en één voor de PinkRoccade-georiënteerden. Als zoiets op landelijke schaal momentum zou krijgen, dan kan het echt heel veel gaan betekenen. Zowel wat betreft kwaliteit als qua kostenreductie.”
    Misschien is het wel een goed idee om twee Coöperaties U.A. op te richten. De belangen/gebruikersverenigingen van deze bedrijven bestaan al, deze omvormen naar een coöperatie is een kleine stap. Of hiermee de systeemfouten worden opgelost, wie zal het zeggen. Ik kom hier op terug.

  • Nyron Lakker | 26 juni 2014, 08:20

    Decentralisatie en De-Regularisering heeft nooit zoveel slachtoffers gemaakt.

    Het verbaast mij heel erg dat sinds 2009 toen ik aan de hand van best practice op het gebied van ICT Beheer een start maakte van een meer doelgericht onderzoek, dat bepaalde beslissingen nog steeds genomen worden, zonder echt de kennis van nu ter hand te nemen.

    Vanuit VS wordt ik van alles aangeboden op het gebied van high yielding best pratice, maar toch heb ik gekozen om dicht bij huis, waar de kinderen en familie zijn het onderzoek te doen, na deze zaken van dichtbij te hebben meegemaakt tussen 1989 en in de sferen van de zware industrie, gezondheidszorg, uitvoerende organen, ministerie van defensie, bank-wezen, Telecom en zelfs bij universiteit.

    Vanuit Europa wordt gezegd dat Nederland meer een Governance (Meer Economisch Beheer) moet doen, terwijl via uitingen van een Minister van Buitenlandse zaken, hoe voorzichtig hij zijn woorden ook probeert te kiezen, duidelijk wordt dat de Decentralisatie een Fiasco gaat worden en dat het lijkt op een soort experiment als in de tijden van voor en tijdens de Tweede Wereld Oorlog, het is een unieke kans om naast de verspillingen met ICT ook nog op humane niveau (zonder ondersteuning van middelen die efficiëntie in de hand moeten werken) kost wat kost met het experiment door te gaan.

    Decentralisatie kan vergeleken worden als een geplande inzet van een atoombom, die kost wat kost moet doorgaan, terwijl er vooraf afgesproken wordt dat er geen contingentie-planning nodig zal
    blijken.

    Het is ook bijzonder dat ondanks deze voorspellingen,die gebaseerd zijn op de inhoud van ICT Governance, dat personen in commissies, wethouders en stadsdeelmanagers niet met de burger in debat willen over de inslag van aanstaande bom vol met effecten die aangeduid kunnen worden als een volledig pakket aan systeem fouten.

    Nederland werd met alle manschappen op een verpandingslijst gezet en nu moet de decentralisatie de oorspronkelijke oorzaak voor de al bestaande ellende doen verdoezelen?

    Hoe kan het zijn dat niemand dit durft te stoppen?
    Deze besluitvorming waarmee het huidig kabinet voldoet aan: “Leugens die te paard gaan, om later te hopen dat de waarheid te voet terug keert.”

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren