Blog

Recht op centrale correctie

De overheid kan haar fouten niet corrigeren, zei de Rekenkamer in 2014. Vijf jaar later is er niets veranderd.

In juni 2014 beschreef de Ombudsvrouw van Rotterdam als eerste helder dat een fout bij de digitale overheid niet altijd met terugwerkende kracht wordt gecorrigeerd wanneer dat moet. Ze citeerde brieven van burgers die per abuis waren uitgeschreven bij de gemeente.

Een student die opnieuw werd ingeschreven, bleef met een schuld zitten bij de Dienst Uitvoering Onderwijs, omdat hij niet was ingeschreven volgens de registratie van de gemeente. Hetzelfde principe van inschrijving wordt gehanteerd voor toeslagen bij de Belastingdienst en andere regelingen.

De rubriek Digitaal verdwaald toont opzienbarende en frustrerende ervaringen in de digitale wereld. Zelf een ervaring gehad? Mail ons!

Nu is het wel degelijk mogelijk om iemand met terugwerkende kracht weer in te schrijven bij de gemeente. Daar hamerde de Ombudsvrouw ook op. Misschien in de veronderstelling, dat áls dat zou gebeuren, de organisaties die deze gegevens overnemen alles netjes met terugwerkende kracht corrigeren. En – zo hoop je dan – ook de ongewenste gevolgen ongedaan maken van die een tijdelijke, onjuiste registratie.

Dat bleek valse hoop. Even later in hetzelfde jaar verscheen nog een rapport, nu van de Algemene Rekenkamer. Zij schrijven dat het rechtzetten van onjuiste gegevens bij meerdere overheidsinstanties voor burgers een onmogelijke opgave is. Dat komt onder meer omdat lang niet alle organisaties kunnen corrigeren met terugwerkende kracht. En dus ondervinden burgers blijvend nadelige gevolgen, ook nadat een correctieprocedure volledig is doorlopen. Dat komt bijvoorbeeld voor bij de opbouw van AOW, aldus Rekenkamer.

Dit is nu vijf jaar geleden. En behalve dat steeds meer mensen last van hebben van de falende correctie, is er niets veranderd. Dat heeft alles te maken met de manier waarop we besluiten nemen over de ICT infrastructuur als geheel, ofwel de governance. In Nederland hebben we de bijzondere gewoonte om precies het tegenovergestelde te doen van wat we op school leren. Niet eerst een wet aannemen en die vervolgens uitvoeren. Dat is theorie. In de praktijk zijn het juist uitvoeringsorganisaties als Belastingdienst en UWV die samen met overheden bedenken wat er moet gebeuren, waarna er een wet volgt.

Belangen van burgers, zoals de mogelijkheid fouten te corrigeren, vragen om een specifiek soort coördinatie: sturing op het geheel. Pas wanneer alle aangesloten organisaties op dezelfde wijze fouten kunnen corrigeren, werkt dit ook voor burgers.

Dus misschien moeten we de theorie eens in praktijk brengen en beginnen met een wet. Een wet met daarin een recht op centrale correctie voor burgers. Want zonder sturing of centraal correctiepunt is een tegenkracht is noodzakelijk.

Arjan Widlak is directeur en onderzoeker bij Stichting Kafkabrigade, een organisatie die onnodige bureaucratie opspoort en oplost. Arjan publiceert regelmatig over de impact van informatietechnologie op het openbaar bestuur.

Deze bijdrage is eerder (22 juni 2019) geplaatst in Het Financieele Dagblad

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren