Leiden wil afvalbakken via een chip koppelen aan burgers. Voor de ‘interne bedrijfsvoering’. Maar de voorlichting roept nogal wat vragen op.
“Door alle containers van een chip te voorzien wordt een 100% volledige administratie mogelijk gemaakt.” De gemeente Leiden wil naar identificeerbare vuilnisbakken. Aanleiding voor een bericht aan de ‘Beheerder Afval en Reiniging’.
Geachte heer,
In maart en mei heeft u een brief rondgestuurd over een proef met de registratie van afvalcontainers in de wijk Stevenshof. U schrijft daarin dat Leiden de voorraad afvalcontainers in de stad beter wil beheren en legen. Ook schrijft u dat de gemeente in kaart wil brengen hoeveel containers in de wijk aanwezig zijn en hoe vaak deze worden geleegd. U wilt daartoe een chip laten monteren in de bruine en de groene afvalcontainer en schrijft: “Zodra de vuilniswagen een gechipte container leegkiept, registreert de wagen dit.”
Opmerkelijk is dat u niet om medewerking vraagt, maar er wel voor bedankt en er dus blijkbaar van uitgaat dat u die krijgt. U schrijft echter evenmin dat burgers verplicht zijn mee te werken en wat er gebeurt als ze die verplichting niet nakomen. Haalt u straks het vuil niet meer op als dat in chiploze bakken zit?
Intussen is de informatie die u over het chippen verschaft, zeer summier en onduidelijk. In de brief schrijft u dat een container ‘een chip met een uniek nummer’ krijgt. Pas bij raadpleging van de gemeentewebsite blijkt dat de chip wordt ‘gekoppeld aan een adres’. Waarom ontbreekt deze informatie in uw brief?
En waarom moet de container gekoppeld worden aan het adres? Als u wilt weten hoeveel containers er in de Stevenshof zijn en hoe vaak u ze moet leegkieperen, kunt u ze in die chip gewoon nummeren van Stev-1 tot Stev-n en bij de inzamelrondes bijhouden hoeveel u er ter lediging krijgt aangeboden. Wanneer u routes wilt optimaliseren en beter afstemmen op het ‘aanbiedgedrag’, zoals op de site wordt gesteld, kunt u een nummering per straat aanbrengen. En dan natuurlijk niet overeenkomstig de huisnummers, want dan komt de privacy in het geding.
Bij inbreuken op de privacy zijn proportionaliteit en subsidiariteit van belang, respectievelijk dus dat de zwaarte van een maatregel moet worden gerechtvaardigd door de zwaarte van het te bereiken doel en dat dit doel niet bereikt moet kunnen worden op een andere wijze die minder inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer. Met de nu gekozen werkwijze kan de gemeente bijhouden welke burgers wanneer hun bak buiten zetten. Dat gaat de gemeente echter niks aan. Voor de tarifering maakt dat ook niet uit. U vraagt één bedrag, of u een bak nu vijf of vijftig keer moet leegkieperen.
Op de site staat ook: “Het vaker dan toegestaan aanbieden van containers kan worden tegengegaan.” Wat betekent dit? Bedoelt u dat u niet meer in de bak hoeft te graaien naar een envelop om het adres van de overtreder te achterhalen, maar dat u alleen nog de chip hoeft uit te lezen? Dat zou een heel ander doel zijn dan de containers beter beheren en legen, wat u in uw brief als motief aangeeft. Welke andere doelen, in de sfeer van handhaving en opsporing en wellicht nog anderszins, heeft de gemeente met het chippen nog meer in gedachten?
Jacob Kohnstamm van het College Bescherming Persoonsgegevens vertelde zes jaar geleden al van een gemeente die het CBP had geraadpleegd omtrent de mogelijkheid de hoeveelheid huisvuil per woning te koppelen aan het aantal bewoners om aldus uitkeringsfraude te traceren. En Kliko, het bedrijf dat de Leidse bakken chipt, jubelt in een brochure van zijn containermanagementsysteem over het ‘met enkele klikken een container toevoegen of verwijderen uit uw bestand’, over ‘containers op een white-list of op de black-list zetten’, over ‘de ledigingsgeschiedenis per container […] of huishouden’, over ‘blokkeringsmogelijkheden en redenen invoeren, wijziging of overname van chipgegevens, toevoegen van notities, aanmaken van serviceopdrachten en nog veel meer’, zoals: “Bij iedere lediging kan de GPS locatie van een container worden doorgegeven. Hierdoor is het mogelijk om zeer nauwkeurig de gebiedsstructuur van de inzamelroute te bekijken en te analyseren. Optimalisatie van de inzamelroute, specifieke objectsituaties of adressen van eigenaren ingeven die niet binnen het inzamelgebied liggen, zijn hiermee eenvoudig uit te voeren.” Wanneer komt mijn bak op ‘de black-list’?
U wilt blijkens de website de chip blokkeren als de container kwijt raakt (wat houdt dat eigenlijk in: de chip blokkeren?), in welk geval u verwacht dat aangifte wordt gedaan bij de politie alvorens u een nieuw container verstrekt. Het lijkt erop dat u burgers door middel van de adreskoppeling meer verantwoordelijk wilt maken voor uw container. Waarom schrijft u dat niet gewoon?
Het adres, waaraan de chip gekoppeld is, noemt de website ‘objectgegevens’. De chip is ‘niet aan een persoon (naam)’ gekoppeld. Het moet u bekend zijn dat binnen het stelsel van basisregistraties, dat in Nederland in opbouw is, de BAG en de GBA gekoppeld zijn. Er is dus wel degelijk sprake van een koppeling op persoonsniveau. Op dit punt is ook de website van de Rijksoverheid interessant. Deze stelt onder ‘Wat zijn persoonsgegevens?’ het volgende: “Sommige persoonsgegevens geven directe en feitelijke informatie over een persoon. Bijvoorbeeld iemands geboortedatum, adres of geslacht.” Het Rijk noemt het adres dus een persoonsgegeven. Geen objectgegeven. Wanneer gaat u mijn ‘ledigingsgeschiedenis’ uitpluizen?
Nog eens de Leidse website: “De gegevens worden alleen voor de interne bedrijfsvoering gebruikt en zijn niet openbaar. Het gebruik van de gegevens valt buiten de Wet op de Persoonsregistratie.” Hier wordt waarschijnlijk gedoeld op de Wet persoonsregistraties (Wpr). Deze is echter in 2001 vervangen door de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Het getuigt niet van een gedegen voorbereiding van een proef als u daarvoor rechtvaardiging zoekt in een wet die al twaalf jaar niet meer van toepassing is.
Avalex, het reinigingsbedrijf van onder meer buurgemeente Wassenaar, kent (‘gelet op de Wet bescherming Persoonsgegevens’) sinds 2011 een ’Privacyreglement Register van chips geplaatst in minicontainers’. Het bestuur van Avalex ziet in de Wbp aanleiding voor een speciaal reglement voor minicontainerchipregistratie. Leiden beweert dat voor koppeling van afvalbakken met ‘objectgegevens’ ten behoeve van de ‘interne bedrijfsvoering’ privacywetgeving niet relevant is.
De jaarstukken 2011 van Avalex zeggen er dit over: “In 2011 is een aanvang gemaakt met de vervanging van de minicontainers in de Avalex gemeenten door exemplaren voorzien van computerchips. Hierdoor is Avalex in staat te controleren of er sprake is van rechtmatige aanbieding van afval. In verband hiermee is door het Algemeen Bestuur een Privacy Reglement Registratie van chips in minicontainers vastgesteld. Dit reglement heeft als belangrijkste doelstelling de privacy van de inwoners van de Avalex gemeenten te waarborgen.”
Is ‘vaker dan toegestaan aanbieden van containers’ (wat Leiden volgens haar website wil tegengaan, zie boven) onrechtmatig? En als Avalex de rechtmatigheid van de aanbieding van afval wil checken en daarvoor een privacyreglement nodig vindt, waarom denkt Leiden het dan zonder te kunnen?
Uw voorlichting roept een hoop vragen op. Ik zie uit naar uw antwoorden.
Met vriendelijke groet,
P.S. Grappig dat op de gemeentewebsite bij ‘Aanbiedregels minicontainers’ staat: ‘Zet uw minicontainer op de ophaaldag om 7.00 uur buiten, niet de avond er voor’, en dat u in uw brief zet: “Zijn uw containers op de genoemde dag nog niet gechipt, dan wordt dit de volgende werkdag gedaan. Wij vragen u dan ook om de container(s) nog even voor uw woning te laten staan totdat de chip is geplaatst.” Als het u uitkomt, is een bak een nachtje aan de straat laten staan zeker niet zo erg.
Peter, in de gemeente Overbetuwe zijn alle afvalcontainers gechipt. Hier hanteren ze het zogenaamde Diftar systeem. Iedereen betaalt naar wat hij/zij via de containers laat afvoeren. Elk huishouden betaalt een vast bedrag per jaar en een vast bedrag per containerleging. Voordeel is dat de Verpakking Inzamelpunten die in elk dorp staan goed gebruikt worden voor inzameling van blik, glas, plastic en lege drankkartons. Klein nadeel is dat er blikvangers in de gemeente staan waar regelmatig afvalzakken in gestopt worden door zuinige inwoners… (of misschien frauderende uitkeringstrekkers?)
Dit systeem wordt al ruim 10 jaar gehanteerd en bij mijn weten is er nooit ophef over ontstaan.
De heer Mom legt goed de vinger op de pijnlijke plaats. Daar hoef ik verder niets aan toe te voegen.
Het viel mij ook op dat noch de gemeentelijke website noch die van het bedrijf Kliko enige (direct vindbare) vermelding staat van bescherming persoonsgegevens. In welke databank komen mijn chipdata gekoppeld aan mijn adresgegevens terecht? Bij Kliko (leverancier chips) of bij de gemeente of elders. Waar kunnen die mogelijk onbeveiligde gegevens nog verder terecht komen? Het beheer en registreren van containers kan ook anoniem gebeuren. De statistische modellen doet de rest. Er is dus misschien iets anders aan de hand. Mijn vermoeden is dat de gemeente nu een voortraject neemt naar b.v. een Diftar systeem. Immers men heeft aangegeven dat rond 2015 b.v. de “green bags” voor tuinafval niet meer gratis opgehaald worden. De gemeente moet zwaar bezuinigingen en heeft behoefte aan nieuwe inkomsten bronnen. Daar past het Diftar systeem dus ook in. Als men dat nu gelijk op een transparante wijze vertelt dan weten wij burgers waar we aan toe zijn.
Na inspectie van de containers blijkt de chip in een rond gat onder de deksel te passen. M.a.w. de containers waren al lang voorbereid op het detecteren met chips.
Wat mij echt stoort is dat in een herinneringsbrief van de gemeentelijke dienst gesteld wordt dat de “meerderheid” van de containers inmiddels van een chip voorzien is. Nou en, dat de meeste mensen dus niet verder lezen dan de brief lang is zal mij eigenlijk een zorg zijn. Ik eis van de (gemeentelijke) overheid een volledige waarborging van persoonlijke gegevens en een duidelijk einddoelstelling van de “proef”. Zolang hierin geen duidelijkheid gegeven wordt weiger ik een chip te laten monteren.
De heer Mom schrijft op een doortastende manier hoe dit experiment van de Leidse gemeente afdeling A&R faalt op bescherming van persoonsgegevens. Ik onderschrijf zijn artikel ten volle. Groot is dan ook mijn verbazing dat niet meer wijkgenoten hierop hebben gereageerd.
Bij een herinneringsbrief schreef men mij dat de “meerderheid” van de containers al van een chip voorzien was. Of ik mijn container nog maar eens langs de weg wilde zetten. Nee dus. Dat de “meerderheid” niet verder leest dan de brief lang is, zal mij een zorg zijn. Ik weet niet in wat voor mogelijk onbeveiligde databank mijn afval “tracking” gaat plaatsvinden. Nota bene noch de gemeente, noch het commerciele bedrijf Kliko garandeert enige bescherming van mijn gegevens. Dat is bij de overheid in zijn algemeen wel gebruikelijk. Waarom in Leiden dus niet?
Hoewel op de gemeente website staat dat de invoering van een Diftar systeem nu niet aan de orde is, vermoed ik dat deze (bezuinigende) gemeente dat wel van plan is. Zo worden de “green bags” rond 2015 al van een prijskaartje voorzien. De volgende inkomsten bron zou weleens Diftar kunnen worden. Eerst nog even een “proef” om aan het idee te wennen. Zeg dat dan gelijk via een heldere en transparante communicatie!
Ik heb dus nog steeds een open gat aan de voorkant van mijn container en dat blijft zo tot de gemeentelijke dienst haar huiswerk goed uitgevoerd heeft.
N.B.: Ik hoop niet dat zo’n open gat in mijn bakken als zichtbaar teken van geen “medewerking” een reden zal zijn om mijn bakken maar eens over te slaan.