De overheid zoekt manieren om de doedemocratie in de praktijk te brengen. Actieve burgers willen meer eigenaarschap van hun wijk. Kan het ‘right to challenge’-burgerinitiatief en doedemocratie een vlucht geven? Waarom is het überhaupt nodig? Hoe regel je het en wat zijn voorwaarden voor succes?
Remco Liefers en Jurjen van der Weg: “Door het recht vast te leggen heeft iedereen een gelijke kans.”
Het right to challenge (rtc) is het recht van burgers om tegen de gemeente te zeggen: “Dat kunnen wij beter.” Daarmee kunnen ze de mogelijkheid afdwingen om voorzieningen of taken van de overheid over te nemen. Denk aan groenonderhoud, het runnen van een buurthuis of eenvoudige zorgtaken. Het rtc lijkt de volgende stap op weg naar de open overheid en participatiemaatschappij. De spelregels veranderen: niet de overheid, maar burgers bepalen waar en hoe ze hun rol willen pakken.
De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) bevat een amendement met het right to challenge. Daarin staat dat gemeenten in hun beoordeling van plannen de sociale meerwaarde van bewonersinitiatieven meenemen, zoals kennis over de wijk, vrijwillige inzet en betrokkenheid. Het is aan de gemeenten dat recht vorm te geven in hun WMO-verordening. Het rtc mag zich verheugen op grote belangstelling: lokale politieke partijen formuleren hun standpunten, buurtrechten komen voor in visies en collegeakkoorden, een aantal gemeenten is er al mee aan de slag gegaan.
Zeggenschap
Het LSA (Landelijk Samenwerkingsverband Actieve Bewoners) pleit al langer voor invoering van buurtrechten, waar het rtc er één van is (zie kader). Thijs van Mierlo, projectleider Buurtrechten: “Buurtrechten geven burgers meer zeggenschap over hun directe leefomgeving. De rechten geven bevoegdheden die passen bij de verantwoordelijkheden die burgers in deze tijd krijgen. Zij kunnen meer zelf bepalen wat goed is voor hun wijk. Daardoor bereiken ze dat de dienstverlening aansluit op hun wensen.” Zelf taken overnemen kan ook een hulpmiddel zijn om andere doelen te bereiken, zegt Van Mierlo. “Je kunt op groenonderhoud bijvoorbeeld geld overhouden en dat investeren in volwasseneneducatie of werkgelegenheid.”
Buurtrechten
Het fenomeen ‘buurtrechten’ is afkomstig uit Engeland. Ze zijn in de Localism Act wettelijk vastgelegd. Naast het right to challenge zijn dat bijvoorbeeld:
• Right to bid. Het recht van de gemeenschap op het in eigendom krijgen van maatschappelijk vastgoed of het krijgen van zeggenschap hierover.
• Right for neigbourhood planning. Recht voor de gemeenschap om een ontwikkelingsplan te maken voor het gebied waarin ze wonen.
Een van de koplopers in het ruimte geven aan initiatieven uit de samenleving is de gemeente Leeuwarden. Het eerste Nederlandse ‘bewonersbedrijf’ zag er in 2013 het levenslicht. In de wijk Heechterp-Schieringen werken bewoners samen om de leefbaarheid te verbeteren en armoede te verminderen, met projecten in groenonderhoud, catering, afvalpreventie, energieopwekking en schoonmaak. Behaalde winst wordt geïnvesteerd in de wijk. Inmiddels lopen er meerdere succesvolle bewonersinitiatieven. Zo lopen er pilots in vijf wijken met buurtondernemerschap, met projecten in groenonderhoud, werkgelegenheid, energie en jeugdwerk.
Ambitie
De Leeuwardense raad heeft inmiddels een motie over right to challenge omarmd. Bestuurlijk-juridisch medewerker Remco Liefers is bezig dat in de WMO ‘formeel’ vorm en inhoud te geven. “De ambitie is groot. Leeuwarden wil dat bewonersinitiatieven meer gaan doen. In de zorg betekent dat dat vrijwel alle lichtere vormen van zorg en ondersteuning zo veel mogelijk wijkgericht en via bewonersinitiatieven worden opgepakt.” Het formele deel betreft bijvoorbeeld de WMO-verordening, beschikbare budgetten en aanbestedingen. “In onze aanbestedingen hebben we ruimte ingebouwd zodat bewonersinitiatieven mee kunnen doen. Er is een ander regime op van toepassing dan voor de gevestigde instellingen; bewonersinitiatieven hoeven bijvoorbeeld aan minder harde kwaliteitscriteria te voldoen. In contracten met zorgverleners is de voorwaarde opgenomen dat ze bewonersinitiatief in de wijk ruimte moeten geven.”
We zeggen eigenlijk tegen onze bewoners: “Als je iets wilt, geef het aan”
Het college in Leeuwarden heeft ook opdracht gegeven te onderzoeken hoe het recht ook kan ‘landen’ in het wijken- en dorpenbeleid. Jurjen van de Weg, projectleider Toekomst wijken- en dorpenbeleid: “We zeggen eigenlijk tegen onze bewoners: ‘Als je iets wilt, geef het aan. Dan kijken wij als gemeente hoe we kunnen faciliteren.’ Daarnaast kijken we of we datgene wat we formeel geregeld hebben voor de zorg, ook voor andere terreinen moeten doen en hoe we de ervaring die we hebben opgedaan in onze pilots goed kunnen benutten bij nieuwe initiatieven.”
Kip-ei
De drie decentralisaties in de zorg geven gemeenten de nodige prikkels om taken daadwerkelijk los te laten. Liefers. “De uitdaging is dat de overheid samen met de buurt zorgt dat het er goed gaat. Er wordt door het Rijk gekort op de WMO. We willen zo goed mogelijk zorg kunnen verlenen voor onze burgers, die zo goedkoop mogelijk is. Wijkgerichte alternatieven zijn vaak goedkoper en zorgen voor meer sociale cohesie, is de gedachte. We zeggen bijvoorbeeld: we sluiten bepaalde doelgroepen uit van het vervoer dat we hebben ingekocht. Alleen cliënten in een rolstoel kunnen daar nog gebruik van maken. Iedereen die van zijn voordeur naar de auto kan lopen, maakt gebruik van buurtdiensten.” Zo ‘challengt’ de overheid ook de samenleving om zelf dingen op te pakken.”
Serious ambtenaar & right to challenge
De gemeente Leeuwarden heeft Serious Ambtenaar de opdracht gegeven met ideeën te komen over het rtc. De resultaten:
• Een advertentietekst met procesbeschrijving en criteria voor het right to challenge om burgers op te roepen met initiatieven te komen in het sociaal domein.
• Voorstel om geld vrij te maken uit het reguliere budget, waarmee experimenten gerealiseerd kunnen worden.
Het is nog even zoeken naar de beste manier om dat voor elkaar te krijgen, zegt Liefers. “Je wilt de ruimte geven, maar tegelijkertijd voorkomen dat mensen tussen wal en schip raken. Moet de overheid toch een basisniveau blijven bieden in wijken waar bewonersinitiatieven niet van de grond komen? Dat is een beetje een kip-eidiscussie. Bovendien is het uitgangspunt dat men in de wijk vanuit saamhorigheid iets voor elkaar doet. Zodra je daar door aanbesteding op moet inschrijven en de gemeente voor alle informele zorg in de wijk geld gaat betalen, bereik je niet wat je wilt.”
Meerwaarde
Burgers moeten zich ervan bewust zijn dat de overheid ook aan het bezuinigen is, vindt Van Mierlo. Zijn advies: “Zorg ervoor dat je de cijfers paraat hebt. Vanuit Engeland horen we ook steeds: ‘Zorg dat je niet te ver onder de prijs gaat zitten, want dat is uiteindelijk niet duurzaam.’ Ik denk dat bewoners als ze een goed plan schrijven op wijkniveau behoorlijk concurrerend kunnen zijn met de professionals, alleen al vanwege hun continue aanwezigheid in de wijk.” Toch spreekt de LSA liever van samenwerking, zegt Van Mierlo: “Overheid en bewoners staan niet tegenover elkaar, maar hebben dezelfde uitdaging.”
Door het recht vast te leggen heeft iedereen een gelijke kans
Er is ook geleerd van de Engelse ervaringen. “Daar is vooral ingezet op wetgeving. Het vereist echter veel bureaucratische vaardigheden en tijd om bestaande dienstverlening open te breken. Belangrijker is dat de overheid openstaat voor initiatieven uit de samenleving en open communiceert over de besteding van publieke middelen in de wijk.” Er ligt ook een taak voor de overheid om de weg voor bewonersinitiatieven te plaveien, benadrukt hij. “Door communicatiever te zijn over de mogelijkheden voor bewonersinitiatieven en actief ondersteuning te bieden, bijvoorbeeld op juridisch en financieel gebied.”
Intentie belangrijker
Toch is het wel belangrijk het recht vast te leggen. “Het zorgde in Engeland wel voor een meer uitnodigende houding bij de overheid.” Een ander belangrijk argument om het wel te ‘regelen’ is af te komen van de willekeur. “Soms wordt niet het plan beoordeeld, maar wie iemand is. Door het recht vast te leggen heeft iedereen een gelijke kans.” Ook Van der Weg zet meer in op de intentie van de overheid: “Het formele right to challenge heeft een belangrijke functie om een formeel systeem in beweging te krijgen door de machtsbalans wat te veranderen. Met alleen het formele regelen ben je er echter niet. Ik denk dat wanneer bestuur en organisatie geloven in samen oplossingen zoeken, je dat recht niet eens nodig hebt.”
Succesverhalen verkopen
Wat maakt dat een overheidsorganisatie succesvol is in het overdragen van taken aan de samenleving? Van der Weg ziet drie rode draden. “De eerste is: durf het te proberen. De tweede is niet je eigen belang centraal te stellen, maar te luisteren naar de ander en tot een gezamenlijk belang komen.” Zo creëer je eigenaarschap. Dat lukt niet als je alleen maar wilt bezuinigen. “Dan ben je alleen met je eigen belang bezig en gaat het niet werken. Het is het belang van de bewoners om in een plezierige wijk te wonen. Als je dan vraagt: wat hebben jullie van ons nodig om zelf aan de slag te gaan, dan heb je een heel ander gesprek met elkaar.” Tot slot is het ‘verhaal’ van belang. “Succesverhalen kunnen mensen inspireren. Binnen de organisatie én in de samenleving. We hebben dat gezien met energiecoöperaties. Dat begon een paar jaar geleden met één succesvol initiatief. Inmiddels zijn het er dertig. Mensen praten met elkaar en vragen: ‘Hoe krijg je dat allemaal voor elkaar?’”
Weerbarstig
Hoe verder je wilt gaan met burgerinitiatieven, hoe meer je tegen barrières aanloopt in Europese Regelgeving, maar ook in de landelijke wetgeving, ervaart Liefers. “Denk aan het aanbestedingsrecht, het subsidierecht en de belastingwetgeving. Een voorbeeld: In Amsterdam liep er een buurtinitiatief waarbij mensen op bijstandsniveau voor elkaar kookten: voor een euro de kliekjes van je buurman overnemen. De Belastingdienst zag dat echter als inkomsten uit onderneming. Of als je het taxivervoer door bewonersinitiatieven wilt invullen en daar wat geld voor vraagt voor de coördinatie: je loopt snel tegen belemmeringen in de taxiwetgeving aan.” Er zal dus meer moeten kantelen dan alleen de gemeentelijke overheid. Liefers: “Wat we zelf als gemeente creatief kunnen oplossen, doen we natuurlijk. Maar er ligt ook een landelijke opdracht om te kijken wat je binnen de kaders van die wetgeving kunt organiseren. En misschien moet sommige wetgeving ook aangepast worden.”
Meer lezen?
Het rtc en buurtrechten zijn hot, er is veel over te lezen en te doen. Bijvoorbeeld:
• www.lsabewoners.nl/meer-over-buurtrechten: meer informatie over buurtrechten en een overzicht van gemeenten die ermee aan de slag zijn.
• www.open-overheid.nl heeft een ‘community of practice’ rond de invoering van het rtc en een toolkit voor een open aanpak.
• Op www.jijmaaktutrecht.nl vind je een overzicht van bewonersinitiatieven op de kaart.