Artikel

‘Wat als de overheid geen persoonsgegevens meer bezit?’

Tijdens het derde Diner Parlant van iBestuur en Salesforce hield Ronald Damhof, Chief Data Officer van het ministerie van Justitie en Veiligheid, zijn toehoorders een gloedvolle droom van radicale transparantie in de regie op persoonsgegevens voor. “Wat zou het toch mooi zijn als de overheid helemaal geen persoonsgegevens meer bezit. Dat die gegevens van de burger zijn en blijven.” 

Het Utrechtse Museum Sonneborgh bood het podium voor het Diner Parlant op 23 april 2024. Onderwerp van gesprek was ‘Regie op (persoons)gegevens’. Onder leiding van moderator Jody van Diemen, luisterden de aanwezigen aan vijf tafels op de overdekte binnenplaats van het museum naar bijdragen van Ronald Damhof en Jacqueline Rutjens, kwartiermaker en waarnemend Directeur Open Overheid bij het ministerie van BZK.  

Damhof begint met het schetsen van de ingewikkelde bestuurlijke situatie binnen zijn departement, met onafhankelijk opererende organisatieonderdelen als het OM, de politie en de rechtspraak, die het vinden van consensus over gegevensbeleid en standaardisering daarvan in de weg staat. Dan toont hij met een anekdote hoe regie op gegevens in de praktijk van inzage in je strafblad eruit ziet. “U stuurt een mailtje om een afspraak te krijgen in een rechtskantoor waar u zich fysiek moet melden. In het mailtje dat u terugkrijgt, zit een identificatiebestand bijgesloten, waarin u met een stift uw BSN dient door te krassen. U gaat naar het rechtskantoor en doet de walk of shame, want u komt daar niet omdat er niets op uw strafblad staat. U geeft uw telefoon af en wordt naar een kantoortje geloodst, waar u mag kijken wat er in uw strafblad staat.” Het moge duidelijk zijn, dat strafblad zou volgens Damhof vanzelfsprekend digitaal inzichtelijk moeten zijn.  

Inzage in strafblad

Toen Damhof vervolgens probeerde die digitale inzichtelijkheid voor elkaar te krijgen, belandde hij in een discussie met de betreffende beleidsdirectie. Het eerste argument dat hij daar hoorde om een strafblad níet digitaal inzichtelijk te maken was: “Dit gaat concurreren met de VOG en daar krijgen we € 23,- per stuk voor.” Ook zou het aantal aangevraagde inzagen in strafbladen massaal toenemen en de organisatie kan dat niet aan. Het derde argument wat hij te horen kreeg, was dat de kwaliteit van de data onvoldoende is om het digitaal te doen. “Terwijl dat hét argument is om het juist wél te doen.”

Damhof belooft de zaal dat hij en zijn collega-CDO’s het digitaal inzichtelijk maken van persoonsgegevens op Justitie gaan doorzetten, en niet alleen voor strafbladen. De overheid pompt volgens Damhof ‘op wanstaltige wijze gegevens van burgers rond’. “En bij Justitie en Veiligheid zijn het altijd gegevens van kwetsbare mensen: daders, slachtoffers, asielzoekers en jeugdigen. De verantwoordelijkheid en het rentmeesterschap ligt bij ons. Wij pompen die gegevens rond, zonder dat ‘herstel en correctie’ in de systemen is mee-ontworpen, met uitzondering van een aantal basisregistraties. We kopiëren die gegevens, als er iets niet klopt, corrigeren we die op één plek, maar laten het onjuiste origineel staan. Verdeeld over 700 eilanden die niet geïntegreerd zijn. Hoezo artikel 15 inzagerecht? Als morgen 10.000 mensen bij de Belastingdienst of het UWV inzage zouden vragen, is dat een DDoS-aanval.” 

Data bijproduct van informatiesystemen

De overheid is ongelooflijk slecht georganiseerd in de gegevenshuishouding, is het punt dat Damhof maakt. “Dat komt doordat we data als een bijproduct van informatiesystemen zien. Daar moeten we mee ophouden.” Damhof zelf is opgehouden het woord ‘data’ te gebruiken op zijn ministerie. Hij vermijdt het woord, het is een verbum non gratum op Justitie en Veiligheid. “We hebben het over gegevens, gegevensbeleid en gegevenskwaliteit. Want als ik over data praat, kijkt de top van het ministerie glazig weg.” 

Voordat Damhof zijn gehoor een wenkend perspectief biedt, nog één opmerking. “Gegevens gaan over mensen. Als er één vinkje fout staat, kan dat een leven verwoesten, van jou, van je partner en je gezin. We moeten stoppen met dit technologisch fetisjisme op data, daardoor zijn we de afgelopen twintig jaar in deze beerput van ellende terechtgekomen. Gegevens zijn massavernietigingswapens geworden. Die moet je heel goed beheren en dat doen wij niet. We willen dat gegevens vredesduiven worden, want ze kunnen ongelofelijk veel goeds doen.”  

Droom van radicale transparantie  

Damhof stelt zijn publiek voor te dromen over een mogelijke toekomst, zonder beren op de weg. “Hoe mooi zou het zijn als de overheid helemaal geen persoonsgegevens meer in bezit heeft? De burger heeft zijn eigen gegevens in beheer, in zijn telefoon of digitale wallet. De overheid kan met toestemming of een wettelijke grondslag die gegevens raadplegen. Als burger kan ik zien wie mijn gegevens heeft benaderd. De overheid haalt die gegevens niet op, neemt ze niet mee en slaat ze nergens op. Ik denk dat we daar naartoe moeten, waarom zou dat niet kunnen? Neem de energietoeslag. Die ontving ik ook, terwijl ik het niet nodig had. Stel ik heb in mijn telefoon mijn inkomen, mijn energieverbruik, het energielabel van mijn woning en mijn gezondheidsgegevens staan. Wat als de overheid een regel op mijn wallet afvuurt, om te horen of ik recht heb op de energietoeslag. Het enige wat de overheid terugkrijgt is: ja of nee. Dat is wat mij betreft hele interessante radicale transparantie.”     

Directief en centraal commandocentrum

Damhof is zich terdege bewust van de uitdagingen die een dergelijke decentrale strategie met zich meebrengt. “Om te beginnen zijn er keiharde afspraken over semantiek en standaarden binnen de overheid nodig. Dan is er een groep van ongeveer 2,7 miljoen digibeten, waar we goed mee om moeten gaan. Laten we hiermee experimenteren, en kijken hoe dat zou werken. Ik denk dat het kan als we stevige standaarden neerzetten en er strakke centrale regie op voeren. Weg met de consensuscultuur. Digitalisering in combinatie met daadwerkelijk mensgerichte dienstverlening eist een directief en centraal ingericht commandocentrum, met een command and control hiërarchie. Laten we daar voor gaan.”   

De droom is te groot 

Moderator Van Diemen nodigt de aanwezigen uit om tijdens het voorgerecht erover door te praten en Damhofs droom handen en voeten te geven. Maar daar komt het niet echt van. Er wordt geopperd kort cyclische experimenten te gaan doen, de data silo’s binnen de overheid af te breken en een cultuurverandering op gang te brengen. De droom lijkt te groot en kent te veel uitdagingen en vragen. Vanuit Salesforce wordt voorgesteld hier een grote hackathon voor op te zetten, een concrete stap. Aan de tafels wordt de noodzaak van verandering in de regie op gegevens weliswaar gezien, de revolte van radicale transparantie in hoe de overheid met persoonsgegevens omgaat, begint niet hier, vandaag. 

Na het voorgerecht krijgt Jacqueline Rutjens het woord, momenteel kwartiermaker en waarnemend Directeur Open Overheid bij BZK. Eerder gaf ze leiding aan het Rijksprogramma voor Duurzaam Digitale Informatiehuishouding. Rutjens voorstel om burgers thuis via gemeenten digitaal inzicht in hun gegevens te geven werd door het ministerie van BZK afgeschoten. De belangrijkste reden was dat het een te groot ICT-project zou zijn en er al te veel mislukte ICT-projecten binnen de overheid zijn geweest. De vraag werd gesteld: “Wat gaan de burgers dan met al die informatie doen?” 

Transparant, open en responsief  

Rutjens: “Als overheid gebruiken we gegevens om fraude te detecteren, ik heb er zelf een groot project voor opgezet. Maar als het gaat om het uitkeren van voorzieningen waar mensen recht op hebben, dan vinden we dat echt heel moeilijk. Dat komt doordat we de burger niet kennen. We denken dat de burger regie wil op zijn gegevens, maar we weten het niet. Management theoreticus Peter Drucker heeft in zijn boek Managing oneself daar een oplossing voor: de feedbackloop. De overheid zou de feedbackloop in moeten zetten om erachter te komen wat de burger wil.”  

De overheid heeft plannen voor meer transparantie en openbaarmaking, daar leidt Rutjens een programma voor. “Met dat programma willen we niet alleen transparant en open zijn, maar ook responsief. Zorgen dat burgers, journalisten, onderzoekers en bedrijven antwoord op al hun vragen krijgen. Mijn stelling is dat de overheid proactief en gericht informatie moet verstrekken omdat dat het gevoel van regie bij de burger versterkt. Daarnaast moet de overheid meer empathie en begrip richting de burger aan de dag leggen. Bij een overtreding weet de overheid je gegevens snel te vinden om je een boete te geven. Ik kreeg van de gemeente Dordrecht laatst een waarschuwing omdat ik een verkeersovertreding had begaan, geen bekeuring. Ik was blij verrast. De overheid moet zijn gegevens niet alleen tegen de burgers gebruiken, maar kan met die gegevens ook aan de kant van de burgers gaan staan.” 

Nederland doet het goed 

Rutjens houdt de aanwezigen voor dat Nederland het volgens het OECD onderzoek naar anti-corruptie en integriteit als één van de beste landen uit de bus komt. “We presteren goed op het gebied van gratis en transparante publieke informatie. We scoren hoog op papier, alleen de uitvoering laat wat te wensen over.” Rutjens gaat terug naar de vraag waar burgers het meest behoefte aan hebben. Dat is uitgezocht door DigiCampus en Bergers Samen. “Op 1 staat dat ze willen weten wie hun persoonsgegevens hebben, en hoe die gebruikt worden. Dat is de persoonlijke levenssfeer. Op 2 staan de financiën, daarna komen bedrijven en milieuvervuiling, de directe leefomgeving. Ook controle op fraude, en klimaatverandering staan op de lijst.”   

Grondwet ter discussie

Tijdens het hoofdgerecht wordt er aan de tafels in de voormalige vestiging van het KNMI druk gepraat en ideeën uitgewisseld, terwijl de regen op het glazen dak valt. Het idee van de open en empathische overheid van Rutjens krijgt bijval. En alsof de grondwet nog niet genoeg onder vuur ligt, zegt Damhof in de discussie dat je je kunt afvragen of we op informatiekundige aspecten de grondwet ter discussie moeten stellen. “De thorbeckiaanse inrichting is een belemmering. Elk departement heeft veel vrijheid in hoe het zich organiseert. Dat is diep in onze grondwet vastgelegd. Dat maakt dat we in informatiekundig opzicht niet kunnen samenwerken.”     

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren