Als we willen dat innovaties écht wortel schieten, dan moeten we linksom of rechtsom een paar dingen anders organiseren. Is dat nou niet een mooie kerstboodschap?
In deze Volatility-Uncentainty-Complexity-Ambiquity tijd – als ‘VUCA’ inmiddels een bekender begrip – is het volstrekt een illusie om te vooronderstellen dat onze bestaande veilige structuren voldoende soelaas bieden. Daarvoor is het allemaal té complex, té onzeker geworden en gaan veranderingen gewoon té snel.
Wat voor sommige zaken (denk bijvoorbeeld maar eens aan innovaties op vlak van digitalisering /sustainability ) schreeuwt om andere wijzen van organiseren: flexibeler, korter op de bal, in wisselende samenstellingen en sneller geoperationaliseerd. Met aanzienlijk minder verzuchting en gedoe. Waarbij niet zozeer de focus ligt op de eigen organisatie als twijfelachtig middelpunt – nee, veel eerder op het vraagstuk zélf, anders gezegd: maatschappelijke uitdaging centraal. Redenerend vanuit een ecosysteem. Immers: de ervaring leert dat innovaties vooral tot stand komen tússen organisaties – en niet vanuit ons eigen indrukwekkende koninkrijk of hertogdom! Heel huiselijk, netwerkachtig van opzet, voorzien van strak georkestreerde onderlinge koppelvlakken.
Té veel getut en gehannes
Het goede nieuws is dat veel van onze bestuurders en politici ook vinden dat het tempo van innovaties omhoog moet. Volstrekt logisch als je bedenkt dat we het 6de rijkste land ter wereld zijn – om die positie te behouden moet je blijven vernieuwen. Want zo betogen onze verantwoordelijke leiders: het zou allemaal té stroperig en té langzaam gaan. Met té veel getut en gehannes. Kort en goed, de boodschap is duidelijk: maak vaart. Maar wat veel van deze dames en heren bestuurders niet beseffen is dat ze daar zélf niet de condities voor creëren. Waarmee zij in ieder geval die gewenste snelheid van innoveren en vernieuwen niet bevorderen. Huh? Laat me je meenemen in de weerbarstige dagelijkse praktijk, gewoon waar het allemaal gebeurt: op de werkvloer. Where else. Wat zie je dan? Onder druk van enerzijds maakbaarheid/voorspelbaarheid (stuurbaar via een mêlee aan KPI’s) en anderzijds risicoreductie (zekerheid, géén verrassingen) en taakstellingen (sterke begrotingsdiscipline, vaak uitgewerkt tot drie cijfers achter de komma) is er een strak proces ingericht. Netjes verpakt in indrukwekkende managementcontracten. Wat prima functioneert voor het reguliere proces – daar voer je per slot van rekening repeterende dingen uit waarbij de relatie input-output-outcome goed voorspelbaar is. Wat je kunt sturen op efficiency en rechtmatigheid.
Zonder orde kan niets bestaan, zonder chaos kan niets ontstaan
Tot zo ver gaat het goed. Maar nu komt het: omdat we denken vanuit die verstikkende one-size-fits-all gedachte wordt ook deze werkwijze uitgestort over innovaties en vernieuwingen. Holadiee! Terwijl je daar nou net bezig bent met iets te ontdekken, iets te doen wat we nog nooit hebben gedaan, iets neer te zetten wat gewoon nog niet bestaat. Hoezo ‘ga een projectplan schrijven’, hoezo ‘ben je wel in control’, hoezo ‘je houdt je niet aan de organisatieregels’ – terwijl je werkt vanuit een community. Jammer dat onze bovenbazen de wijze lessen van good old Oscar Wilde (1854-1900) niet beter tot zich hebben genomen: ‘zonder orde kan niets bestaan, zonder chaos kan niets ontstaan’. Want juist dan hadden ze zich gerealiseerd dat innovaties om een compleet ander proces vragen – van risico’s nemen, van sturing, van scope, van facilitering, van tijdshorizon, et cetera. Wat niet alleen andere kwaliteiten vraagt (mensen die het inspirerend vinden om te werken aan iets wat nog nooit is vertoond), ook een regelvrije of regelarme zones. Zonder al die starre procedures of imposante contracten. In de geest van ‘put-your-money-where-you-mounth- is’.
Van ‘start-up’ naar ‘scale-up’
Maar we zijn er nog niet. Want at the end of the day gaat het natuurlijk helemaal niet om een gezellige innovatie. Nee, het gaat erop hoe we zo’n innovatie kunnen implementeren in onze dagelijkse processen. Van ‘start-up’ naar ‘scale-up’. Om daarmee met inzet van bijvoorbeeld die nieuwe IoT-technieken nieuwe toepassingen te kunnen creëren – gericht op waardecreatie. Juist dat vraagt om professionele verbindingen mét bestaande processen en organisaties binnen dat ecosysteem. Waarbij je vanuit die stip op de horizon (‘waar staan we in dit krachtenveld over vijf jaar’) werkt aan gericht innoveren. Die je dan accommodeert met energiegevende fieldtests of proof of concepts. Agile-achtig van opzet. Confucius proof [1]. Waarbij ze na voldoende vlieguren zonder kinderziektes rijp zijn voor implementatie in de dagelijkse processen.
Insanity
Mijn kerstboodschap aan al onze leiders, zowel in politieke als ambtelijke top: als we willen dat innovaties écht wortel schieten dan moeten we linksom of rechtsom een paar dingen anders gaan organiseren. Wat begint bij het besef dat een regulier proces volstrekt iets anders is dan een innovatie. En dat innovaties om hele andere vormen van sturing en leiderschap vragen. Want anders blijven we hangen in dat bekende ‘insanitygedrag’ (vrij naar Albert Einstein; ‘doing the same thing over and over again and expecting different results’).
Dirk-Jan de Bruijn is programmadirecteur Tulip Connected Transport, een IenW/Rijkswaterstaat-initiatief.
[1] Schrijf het op en ik vergeet het, laat het me zien en ik onthoud het, maar laat het me voelen en ik maak het me eigen, ik interneer in het mijn dagelijkse gedrag.