De WRR plaatst tegenover het rationalistische mensbeeld van de overheid een realistisch beeld. Dit geluid mag meer en krachtiger klinken. Als tegenwicht tegen de Haagse beleidsfabriek.
Beleid en uitvoering moeten veel meer in balans komen, willen we als overheid echt aansluiten bij de veranderende samenleving. Daar blijf ik mij voor inzetten.
Recent verschenen drie rapporten: ‘Maak waar’, ‘De Digidelta, samen versnellen’ en ‘Weten is nog geen doen’ van de WRR. De eerste twee kijken vooral vanuit het perspectief van de landelijke overheid en dat is, zo stelde ik in mijn vorige blog, een gemiste kans. Waarom dat een gemiste kans is, wordt pijnlijk duidelijk in het rapport van de WRR.
De overheid gaat uit van rationeel denkende en handelende mensen. Het heersende idee is dat als je mensen maar voldoende en juiste informatie geeft, ze de juiste keuzes maken. Weten leidt tot doen. Maar uit het rapport van de WRR blijkt dat dit vaak niet het geval is.
Er bestaat een groot verschil tussen wat van burgers wordt verwacht en wat ze daadwerkelijk aankunnen, stelt de WRR. Weten wat goed is, leidt niet automatisch tot doen. Dat is eigenlijk ook wel bekend. Wie lukt het om alle rond de jaarwisseling gemaakte goede voornemens daadwerkelijk tot uitvoering te brengen?
Tegenwicht Haagse beleidsfabriek
De WRR plaatst tegenover het rationalistische mensbeeld van de overheid een realistisch mensbeeld. En vertaalt dit naar overheidshandelen dat beter aansluit bij wat mensen echt nodig hebben. Zoals niet zoveel mogelijk informatie geven, want dat leidt bij velen tot keuzestress en verwarring, maar beperkte keuzes voorleggen.
Om in de uitvoering te kiezen voor een proportionele verdeling tussen online en persoonlijk. En om bij het opleggen van sancties altijd vooraf contact op te nemen, in plaats van ervan uit te gaan dat de burger hoort te weten dat er een sanctie volgt op bepaald gedrag en dat contact daarom niet nodig is.
De oproep om meer aan te sluiten bij hoe de samenleving echt in elkaar steekt, is mij uit het hart gegrepen. Dit geluid mag veel meer en krachtiger klinken. Als tegenwicht tegen de Haagse beleidsfabriek. Ik pleit er al langer voor om beleid en uitvoering meer met elkaar in balans te brengen, zodat we als overheid effectiever worden. Zodat we veel beter aansluiten bij wat er echt leeft en speelt in de samenleving.
Spannende praktijkcase ICTU
Vanuit mijn vak de informatievoorziening bekeken, hebben we een IT-infrastructuur nodig die ons daarbij ondersteunt. Niet alleen de overheid, maar de hele samenleving. Dat is een maatschappelijke informatievoorziening, waar ik al vaker over heb geschreven. Een infrastructuur waar iedereen aan bijdraagt, ook de overheid, en die mensen helpt om de juiste informatie tot zich te nemen en de juiste keuzes te maken. Met een inrichting die past bij een realistisch mensbeeld, zoals geschetst door de WRR. Waarin het uitvoeringsperspectief dat mensen niet altijd rationeel handelen net zo zwaar of misschien wel zwaarder weegt dan het beleidsperspectief. ICTU is begonnen met het bouwen van zo’n informatievoorziening: Discipl. Het is spannend wat daar gebeurt. Het mooie is: iedereen kan er aan meedoen.
Het is mijn visie en ambitie dat in de toekomst de uitvoering het beleid meer gaat bepalen. Maar daarvoor moet de uitvoering wel sterker worden. Dat kan als we veel meer samenwerken.
In de eerste plaats als gemeenten: samen voorzieningen ontwikkelen en samen organiseren. Daar zette ik mij de afgelopen zeven jaar voor in bij het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten en dat ga ik doen bij Wigo4it, waar ik per 1 juni directeur word.
Wigo4it ontwikkelt voorzieningen voor werk en inkomen voor de vier grote gemeenten. Een praktische samenwerking dus, waarmee we vanuit de uitvoering laten zien hoe krachtig het kan zijn als gemeenten samenwerken. Het is een nieuwe uitdaging voor mij, die naadloos past bij mijn visie en ambitie voor het in balans brengen van beleid en uitvoering.
Ik houd u op de hoogte, want ik blijf bloggen op iBestuur.
Leuk Larissa, je onderwerp is heet en actueel.Natuurlijk is er een wanverhouding tussen beleid en uitvoering. De uitvoering krijgt geen aandacht en wordt onvoldoende gewaardeerd.
Dat is een cultuur- en een structuurprobleem. Het rapport van de WRR is aardig, maar de kern lijkt mij hoe de hiërarchische en regelgerichte houding van departementen kan worden veranderd.
Niet door gezamenlijkheid te prediken, want de rollen van rijk en gemeenten verschillen: departementen moeten hun taak beter uitvoeren, n.l. algemene kaders maken waar gemeenten zinvol binnen acteren.
Ook niet door de bestuurlijke en juridische orthodoxie te cultiveren, want enerzijds roepen dat je verandering wilt en anderzijds elke verandering fnuiken door het beschermen van bestaande regels, leidt tot een bestuurlijke auto-immuunziekte.
Kortom, ik weet nog wel wat blogthema’s voor je: schrijf eens iets over het begrip systeemverantwoordelijkheid en hoe dat wordt misbruikt? Ik lees je…