Digitalisering in het onderwijs zou minder vanuit ICT en meer vanuit waarden gestuurd moeten worden. Dat is de belangrijkste conclusie van een nieuw rapport van Kennisnet. Remco Pijpers en Erwin Bomas, twee van de auteurs, lichten ‘Waarden wegen. Een ethisch perspectief op digitalisering in het onderwijs’ toe.
Beeld: Saffloer Mohaupt
Scholen hebben ambities om hun leerlingen het beste onderwijs te bieden en technologie kan daaraan bijdragen. Van gepersonaliseerd leren tot datasturing – tal van nieuwe ontwikkelingen zien ook in het onderwijs het licht. Het is niet meer dan logisch dat scholen onderzoeken hoe technologie kan helpen het onderwijs te verbeteren en problemen het hoofd te bieden.
Maar er is een kanttekening: hoe meer je technologie instrumenteel inzet – zonder ethiek – hoe groter de kans dat er op een ander vlak een prijs moet worden betaald. Technologie is namelijk een tweesnijdend zwaard: onderwijstechnologie biedt oplossingen, die in positieve zin waarden versterken. Tegelijkertijd vormt ze het onderwijs op manieren die onzichtbaar zijn. Daarbij kunnen waarden – de ideeën of idealen die we koesteren en nastreven – juist ook worden ondermijnd.
De invloed van digitalisering op waarden in het onderwijs
Kennisnet is de publieke organisatie voor ICT voor het primair (po), voortgezet (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo). We merken in ons contact met scholen hoe technologisering het onderwijs kan overkomen. In ons rapport ‘Waarden wegen’ signaleren we drie ontwikkelingen:
- De verschuivende balans tussen mens en machine
- Gelijk en ongelijk: digitale kansen
- Big tech, big data en het vrije onderwijs
Deze ontwikkelingen beïnvloeden waarden in het onderwijs, zowel op een positieve als een negatieve manier. Vaak gaat dat ongemerkt. Met ons rapport hebben we deze ontwikkelingen nog explicieter willen maken.
1. De verschuivende balans tussen mens en machine
Ten eerste: digitale technologie (‘de machine’) maakt persoonlijk onderwijs mogelijk, maar kan ook een schot tussen leraar en leerling zetten. Ten tweede: technologie verrijkt het didactisch repertoire van de de leraar en helpt hem leerlingen beter te laten leren. Maar diezelfde technologie kan ook zijn professionele autonomie verkleinen.
2. Digitalisering: motor van gelijkheid én ongelijkheid
Digitale technologie vergroot de mogelijkheden voor leerlingen om ‘mee te doen’, op tal van manieren, ook de leerlingen die kwetsbaar zijn en normaliter minder gelijke kansen krijgen aangeboden. Tegelijkertijd kan digitalisering leerlingen ook uitsluiten, bijvoorbeeld doordat niet iedereen beschikking heeft over een device of doordat sommigen minder kunnen profiteren van adaptieve materialen.
3. Big tech, big data en het vrije onderwijs
De eerste grote ontwikkeling is de groei van big tech en big data op school. Dat de school als onafhankelijke en publieke ruimte onder druk staat, is zo oud als het onderwijs zelf. Met digitale middelen komen er echter nieuwe partijen de school binnen met invloed op die ruimte. Bedrijven als Apple, Google en Microsoft bieden ons digitale routekaarten voor het leven. Ze bieden gemak maar ook afhankelijkheid. Deze routekaarten tekenen ook mede de plattegrond van het onderwijs.
De invloed laat zich onder meer gelden door het toenemende belang dat aan dataverzameling wordt toegekend. Het onderwijs heeft daar zelf ook een aandeel in: met datasturing proberen scholen bijvoorbeeld leerlingen- en studentenuitval te voorspellen en te voorkomen. Daardoor komen echter waarden onder druk te staan – de leerling of student wordt geholpen maar hij kan zich door de monitoring eveneens in zijn vrijheid beperkt voelen. Het gebruik van data en algoritmes in het onderwijs vraagt bovendien om bewustzijn van de beperkingen en valkuilen zoals mogelijke bias, zodat dit geen invloed heeft op de open blik waarmee leerlingen en studenten benaderd zouden moeten worden.
Deze ontwikkelingen hebben invloed op belangrijke waarden in het onderwijs:
- De professionele autonomie van leraren
- Gelijke kansen
- Inclusiviteit
- Het onderwijs als vrije ruimte
- Vrije tijd
- Ruimte om te oefenen en te falen
- Benaderd worden met een open blik
Digitalisering vraagt om hernieuwde aandacht voor deze waarden.
Vanuit waarden
Hoe digitalisering waarden beïnvloedt en hoe je vanuit waarden digitalisering op een positieve manier begeleidt, vraagt om een ethisch perspectief op onderwijs en ict. In ons rapport beschrijven wij een manier om een ethisch onderwijsvraagstuk aan te pakken.
De antwoorden op ethische vragen zijn vaak tijdelijk, en afhankelijk van de normen en waarden van degenen die betrokken zijn bij een situatie. Dat betekent niet dat een ethisch oordeel vrijblijvend is. Moreel beraad kan helpen ethische vragen op een systematische manier te benaderen en tot beter onderbouwde antwoorden te komen. Bij moreel beraad ga je met een groep in gesprek over een ethische vraag. Daarbij verken je het vraagstuk, verzamel je argumenten en weeg je die argumenten.
Dit stappenplan voor moreel beraad helpt je om waardengedreven te digitaliseren. Het stappenplan bestaat uit zeven stappen:
Stap 1: Benoem de belangrijkste waarden.
Stap 2: Formuleer de ethische vraag.
Stap 3: Verzamel de eerste reacties.
Stap 4: Formuleer argumenten voor en tegen
Stap 5: Weeg de argumenten
Stap 6: Formuleer het antwoord
Stap 7: Evalueer
Casus: datasturing in het mbo
We hebben in het onderwijs drie van deze gesprekken gevoerd en elke keer bleek hoe deze ‘vertraging’ hielp helder te krijgen welke keuzes het beste paste. Zo voerde de bestuurder van ROC Noorderpoort een ethisch gesprek met zes studenten en hun docent over big data. De ethische vraag luidde: Is het goed om zoveel mogelijk relevante data van studenten te verzamelen om studenten te helpen hun diploma te halen? De conclusie van de bestuurder na afloop: “In het onderwijs kijken we misschien wel te instrumenteel, te technisch en te juridisch naar de voors en tegens van datasturing. De menselijkheid moet voorop staan. We moeten met studenten in gesprek. Wat is hun perspectief? Wat ervaren ze als goed? Wat ervaren ze als niet goed?”
Ethics by design
‘Ethics by design’ is een andere manier om waarden een goede plek te geven bij digitalisering in het onderwijs. Scholen en besturen kunnen met leveranciers en ontwerpers van digitale middelen in gesprek op basis van waarden. Bijvoorbeeld door vragen te stellen als:
- Kan de leraar nog begrijpen waarom een leersysteem bepaalde lesstof voorschotelt aan een leerling of student? Of waarom een leerling of student op een bepaald niveau oefent? Kan de werking van het systeem voldoende aan een leraar worden uitgelegd?
Onderliggende waarde: autonomie. - Is werken met het systeem nadelig voor bepaalde groepen?
Onderliggende waarde: gelijke behandeling.
Door al bij het ontwerpproces betrokken te zijn kan het onderwijs digitalisering sturen.
Ethiek is geen kwestie van afvinken. Ethiek vraagt om voortdurende aandacht op verschillende niveaus. Daarom is het belangrijk dat er ruimte wordt gemaakt voor ethische reflectie op verschillende niveaus in de onderwijsorganisatie. Dat kan door ethiek een plek te geven in de beleidscyclus, in gesprekken tussen bestuurder en schoolleider en in gesprekken met teams of met de medezeggenschapsraad.
Tegelijkertijd is het niet realistisch te verwachten dat een individuele school of een individueel bestuur de juiste ict vindt of ontwikkelt die volledig bij de eigen waarden aansluit. Dat blijft een complexe uitdaging met grote, machtige bedrijven tegenover je. De noodzaak voor scholen en besturen om zich te verenigen en zich stevig te positioneren is nog groter, nu technologie zo in de haarvaten van onze samenleving en ons onderwijs is doorgedrongen.
De wijsheid zit in het systeem – in het hele onderwijs. Het onderwijs als sector kan niet zonder continue reflectie op de vraag wat de publieke rol van het onderwijs behelst. Dat debat moet in het onderwijs maar ook breder in de maatschappij gevoerd worden.
- Wat kunnen scholen in gezamenlijkheid doen om technologische onderwijsinnovaties samen te laten gaan met belangrijke waarden voor het onderwijs?
- Hoe kan de overheid daarin ondersteunen?
- Welke thema’s moeten prioriteit krijgen in de publieke en publiek-private dialoog?
Het goede nieuws is dat er een stevige basis ligt waarop kan worden voortgebouwd. Zo verenigen schoolbesturen zich voor ict-vraagstukken in de coöperatie SIVON om meer slagkracht te krijgen en kent het Nederlandse onderwijs een traditie van samenwerking en publiek-private dialogen, ook als het gaat om ict. Het platform Edu-K en het privacyconvenant zijn daar voorbeelden van. In de ‘Digitaliseringsagenda van het po en vo’ (PDF) is ethiek een van de vijf thema’s. En ook in het programmaplan van de ‘Strategische agenda digitalisering van het mbo’ is expliciet aandacht voor de ethische dimensie als onderdeel van ‘data-ondersteund onderwijs’. De PO-Raad en Kennisnet hebben een Ethiek Adviesraad opgericht, die zich buigt over actuele ethische kwesties op het gebied van digitalisering. De adviezen helpen de sector en afzonderlijke schoolbesturen de juiste afwegingen te maken.
De uitdaging is aan deze basis een goed handelingsperspectief te verbinden. Alleen een constante onderwijsdialoog in alle sectoren (van po tot ho) schept context, waarbinnen scholen en instellingen digitalisering kunnen sturen in plaats van gestuurd te worden.
Verder lezen?
- Het rapport ‘Waarden wegen. Een ethisch perspectief op digitalisering in het onderwijs’ is te downloaden op de website van Kennisnet.
- Om scholen te ondersteunen bij het voeren van het ethische gesprek is het stappenplan uit het rapport ook als online tool beschikbaar, het Ethiekkompas genaamd.
Remco Pijpers is strategisch adviseur, Erwin Bomas senior adviseur, beiden werkzaam bij Kennisnet en mede-auteur van het rapport ‘Waarden wegen’.