Nieuws

‘We bouwen dit voor 17 miljoen Nederlanders’

Met MijnApp werkt de gemeente Eindhoven, samen met gemeenten, VNG en BZK aan een instrument om burgers digitale dienstverlening te bieden met toegang tot alle informatie en transacties van overheden en andere partijen, met regie over ‘mijn eigen gegevens’.

Beeld: Shutterstock

Jonas Onland is programmaleider Digitale Transformatie en Urban Agenda bij de gemeente Eindhoven, en leidt MijnApp: “We bouwen vanuit de eenvoudige klantvragen en niet vanuit onze producten. Mensen vragen niet om een bijstandsuitkering maar ‘hebben onvoldoende geld’. En ondernemers vragen geen horecavergunning maar ‘willen ondernemen’. Bij Bol.com heb je ook een miljoen producten, maar krijg je antwoord op je behoeften.”

Eindhoven bouwt een prototype met de leveranciers Weave in Rotterdam en Solviteers in Houten, in een lean startup werkwijze met sprints en voortdurende toetsing aan uitgangspunten. Samen met St. Michielsgestel en Boxtel bouwt en test Eindhoven een eerste proces op basis van de klantvraag ‘Ik wil verbouwen’, en met onder meer Utrecht en Haarlem aan de klantvraag ‘Ik wil trouwen’ (zie kader). Onland: “De insteek is dat we MijnApp bouwen voor 17 miljoen Nederlanders, dus het moet plug en play zijn voor andere gemeenten. We werken vanuit de principes; microservices waarin je legoblokjes modulair toevoegt. Elke gemeente moet losse componenten kunnen toevoegen, ze vormen gezamenlijk het ‘ecosysteem’ van MijnApp.”

Technisch verloopt het via NLX, een gemeenschappelijke servicelaag, geïnspireerd op de X-Road, de gemeenschappelijke infrastructuur van de Etse overheid. Dat geldt bijvoorbeeld voor koppelingen met kernregistraties zoals de BRI en MijnOverheid. MijnApp kan op lange termijn ook tot simpeler IT-infrastructuur leiden, nu 400 applicaties en 700 databestanden groot. Onland: “Door in te zetten op MijnApp in combinatie met Common Ground brengen we onze databestanden en applicaties terug zodat we stap voor stap de basis op orde brengen.”

Europese toetsing

Eindhoven werkt in het Urban Development Initiative met de TU/e, Brainport, Helmond en Fraunhofer Instituut aan vragen rond opschaling. Onland: “Dit speelt ook bij het Rijk en in Europa. Via samen organiseren van de gemeenten en de Urban Agenda leren we hoe we slim kunnen opschalen. Hierdoor investeren we samen in middelen en kennis waardoor we minder hoeven te investeren vanuit Eindhoven en de basis op orde brengen.”

Onland schetst de kracht van Eindhoven met haar 230.000 inwoners tegenover grote steden als Lyon (1,4 miljoen) en Barcelona. “Onze kracht is het ecosysteem in combinatie met het doen, ontstaan vanuit Philips. We zijn een makersstad met ook NXP, ASML en VDL, en de TU en Design Academy, honderden sterke start-ups, en living labs als Stratumseind.” Maar Estland vormt qua aanpak het voorland, vindt Onland: “Dus hebben we de vier belangrijkste specialisten van de eGovernment Academie uit Estland een week lang laten meekijken en adviseren, zeer waardevol. Hun systeem is simpel in zijn principes, wetgeving, technologie en footprint. De belangrijkste lessen zijn de lokale context te respecteren, leiderschap te organiseren en klein te starten.”

Onland toetst dat in het Europese project EU Urban Agenda Digital Transition Partnership met onder meer Helsingborg, Barcelona, Sofia en Oulu. Onland is enthousiast geworden van het Vlaamse ItsMe, een eID-app die voor zowel private (bank)dienstverleners als overheden de poort naar diensten vormt (zie kader). Aan de andere kant is er de Nederlandse oplossing Irma. Onland: “Waar staat deze decentrale identiteit, bij de burger of in databanken? We onderzoeken beide oplossingen met BZK.” Een voorbeeld? “Je vraagt als inwoner om bijstand en moet toestemming geven voor toegang tot relevante bestanden zoals over vastgoedbezit en inkomen. Regie op eigen gegevens helpt dit proces digitaal transparant te maken. Je moet altijd inzicht hebben in wie jouw gegevens gebruikt. De kern is dat autorisatie supersnel verloopt, veiligheid hoog is en het systeem uitgaat van vertrouwen.”

Discutabele punten

Een van de belangrijkste leerpunten die Onland leert uit de Europese samenwerking: “Echt absoluut cruciaal is je leiderschap. Dat moet je in één hand brengen, want het geheel is zo complex om te overzien. Fascinerend om te zien hoe Estland en ook Vlaanderen met Alexander De Croo de digitalisering op kabinetsniveau op de politieke agenda zetten.” Dat ziet Onland nog beperkt in Nederland: “Onze cultuur is polderen en daar moet je rekening mee houden in je veranderstrategie. Door de digitaliseringsagenda’s van BZK, VenJ en EZK is er een grote stap gezet. We zullen dit in de komende periode goed bij elkaar moeten brengen.”

Echter, al dertig jaar heerst stuurloos digitaliseren. Ook het Europese programma dreigde in duizend bloeiende bloemen te ontaarden, maar de deelnemers brachten die terug tot vijftien acties verdeeld over vijf doelen. Uitgangspunt is de recente Declaration on eGovernment of Tallinn Verklaring van de EU- en Efta-landen. Deze bevat principes over openheid/open software, ‘once only’ data inbrengen voor burgers, eIDAS, het European Interoperability Framework en ook: éénmaal ontwikkelen in de EU en overal elders toepassen.

Dus MijnApp zou in principe in heel Europa als voorbeeld kunnen dienen, te beginnen in Nederland. Belangrijk zijn ‘digital inclusion’ en ethiek; zorgen dat iedereen kan meedoen en niet wordt geëxploiteerd. “Cruciaal hierbij is het woord ‘meaningful’. Dus niet zoals met Google, Facebook, WhatsApp en Apple, van wie gebruikers de slaaf worden. De digitale overheid moet het leven makkelijker maken en waarde toevoegen op momenten wanneer dat burgers echt ondersteunt. En verder niet.”

Privacy en vertrouwen zijn discutabele punten, beseft Onland: “Je biedt via MijnApp overheidsdiensten aan, maar je maakt ook contact met een bankmedewerker. Estland heeft een Trusted Authority en de vraag is hoe we daar in Nederland invulling aan geven. In Nederland proef je een discussie tussen volledig open source en regie over eigen gegevens en een stelsel met een centrale overheidsrol.” Moet de burger met zijn data dan compleet transparant worden voor de overheid, zoals in China? Onland: “Absoluut niet, het gaat om balans. Hoe transparant is het, wat kan wel en niet? Hoe kun je dat zodanig inrichten dat het risico op een alomvattende overheid minimaliseert en je er toch de voordelen van geniet? In Estland is het vertrouwen in de overheid zo gegroeid dat 200.000 mensen bereid waren zondermeer hun DNA in te leveren, scary.”

Digitale transformatie verandert dus ook mensen principieel? “Dat baart me misschien nog wel het meeste zorgen. Het gemak waarmee mensen het prettig gebruik van Google Maps en zo accepteren, zonder te beseffen dat hun gedrag op grote schaal wordt beïnvloed en gestuurd. Daarom vind ik Europese aandacht voor ethische vraagstukken belangrijk. Dat is onze kracht, ook al zijn we langzaam. Amerika is veel sneller, maar daar komen de ethische vragen nu pas. We kunnen leren van Amerika in de manier van implementeren maar onze kracht zit in onze diversiteit en kritische ethiek.”

*VDP positief *

Jan Fraanje is als directeur van de Vereniging Directeuren Publieksdiensten (VDP) een ‘supporter’ van de opzet van MijnApp en draagt bij aan de opbouw als ambassadeur, aanjager en netwerker. “Dat betekent vooral meedenken en zoveel mogelijk schakelen tussen, en coördineren van landelijke en lokale ontwikkelingen. Zodat we straks van Groningen tot Terneuzen kunnen profiteren van wat Eindhoven en andere lokale overheden bouwen.”

Daartoe is in 2018 twee keer een Common Ground Fieldlab gehouden, in Eindhoven en in Zwolle. “In Eindhoven is een week lang intensief onderzocht of MijnApp ook kan werken via een Nederlandse versie van de X-Road zoals die in Estland. In Zwolle was de uitdaging of we met een levensbepalende gebeurtenis – ‘Ik wil trouwen’ – de dienstverlening van de overheid integraal kunnen aanbieden, dus landelijk en lokaal van oriëntatie tot transactie.”

Nog een voorbeeld, behalve trouwen? “Ik hoorde onlangs een voorbeeld van een vader die een hersenbloeding kreeg en gedeeltelijk verlamd raakte. Dan sta je als zoon en als familie ineens voor een reeks van vragen over zorg, huisvesting en ondersteuning. In dat geval moet je direct alle antwoorden kunnen krijgen op je vragen en als het even kan een checklijst met handelingen en transacties met overheden en zorg die je digitaal kunt afwikkelen; en een persoonlijk gesprek kunnen aanvragen.”

MijnApp sluit volgens Fraanje ook goed aan op het programma Mens Centraal dat Algemene Zaken, Binnenlandse Zaken en gemeenten inrichten om burgers bij levensgebeurtenissen integrale digitale antwoorden te bieden. Ook noemt hij werken aan één overheid als belangrijke poot van de nieuwe aanpak vanuit een netwerk met Common Ground en Fieldlabs. “Bovendien sluit dit goed aan op de uitvoering van NL Digibeter, de Agenda Digitale Overheid van staatssecretaris Raymond Knops.”

Fraanje is dus over deze aanpak zeer positief: “We verlaten geleidelijk het oude pad van de grote projecten met een opstelling van uitgebreide vereisten, een aanbesteding, een gunning aan één partij en vervolgens invoering via een ‘big bang’ met bijbehorende grote risico’s. We bouwen straks in brokken, in netwerken, meer ‘agile’ en voeren geleidelijk in.” Maar het lijkt of al deze visies, plannen en voornemens over elkaar buitelen zonder een duidelijke richting en concreet doel. Waar is het tijdspad? Wie is er verantwoordelijk en aanspreekbaar? Fraanje: “De principes zijn helder en daar kun je nieuwe initiatieven steeds aan toetsen. Er tekent zich een krachtige samenwerking af tussen Rijk, gemeenten en ketenpartners, met een gezamenlijke agenda. Iedereen voelt een grote noodzaak om resultaten te leveren. Wij leggen jaarlijks verantwoording af aan de VNG algemene ledenvergadering.”

Digitale identiteit

In het Digitale Identiteitslab, werken BZK, VNG en acht gemeenten samen met instituut Waag in Amsterdam om een zo gebruiksvriendelijk, veilig en privacybeschermende digitale identiteitsoplossing onder burgers te testen. “Dat moet m’n buurvrouw ook kunnen gebruiken”, zegt Donovan Karamat Ali, informatiecommissaris van de gemeente Utrecht. Zijn voorland: “Toen ik in november 2016 voor de tweede keer vader werd, moest ik naar het gemeentehuis voor de aangifte. Als ik voor de derde keer vader wordt, wil ik vanuit het ziekenhuis aangifte doen.”

Intensief testen vormt de sleutel. Zo hebben Haarlem, Leiden en Almere een test gedaan voor het tonen van een rijvaardigheidsbewijs op de telefoon, toegevoegd aan de app Irma. Ook Utrecht en Eindhoven testen een eID, voor de transacties met de gemeente voor burgers die een huis kopen en/of verhuizen.

Eindhoven zet in op de Belgische applicatie Itsme, zoals Jonas Onland in bijgaand artikel vertelt. Volgens Karamat Ali is dat geen ernstig schisma: “We doen samen mee in een design sprint in het lab en analyseren samen hoe je het zou kunnen opschalen en hergebruiken voor andere gemeenten. Ook MijnApp testen we.” Karamat Ali blijkt er open in te staan. Zo ziet hij evenmin een probleem met de (moeizame) ontwikkeling van eID door BZK: “De landelijke eID van BZK is een olietanker die wij niet kunnen keren en we willen er een alternatief naast zetten. Wij werken pragmatisch toe naar een identiteitsoplossing die burgers met zowel overheden als met bedrijven als Bol.com en het energiebedrijf kunnen gebruiken.”

Dat weet BZK en het ministerie doet toch ook met ons mee. Eenvoudig is het niet altijd. Zo zijn partijen nog in gesprek over de voortgang in 2019 en over de bijbehorende financiering.

Deze bijdrage is te vinden in iBestuur magazine 29

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren