Markt en overheid
Artikel

Hoe wordt een open source community succesvol?

De CoronaMelder-app is een van de succesvolste open source community-projecten van de overheid; in ongekend hoog tempo gerealiseerd door drie en een half duizend betaalde en vrijwillige experts. Toch kan lang niet elk open source project op zo veel enthousiasme rekenen. Hoe werk je optimaal samen met open source gemeenschappen en hoe maak je een project tot een succes?

Edo Plantinga (community manager van de CoronaMelder) en Bryan Behrenshausen (community architect bij Red Hat)

Open source software heeft veel potentie voor de publieke sector. Zo kan het de afhankelijkheid van softwareleveranciers verkleinen en biedt het de mogelijkheid voor burgers om op een transparante manier kennis te kunnen nemen van, en zelfs te kunnen bijdragen aan, de digitale dienstverlening van de overheid. De CoronaMelder heeft de effectiviteit van open source softwareontwikkeling bewezen, maar is helaas redelijk uniek in zijn populariteit. Voor de meeste open source projecten vergt het enthousiasmeren en activeren van een community bloed, zweet en tranen. Maar hoe krijg je dan wel succesvol een open source project van de grond? En wat is de rol van een community manager hierbij?

Edo Plantinga heeft veel ervaring in het omgaan met open source community’s. Hij was community manager van de Corona­Melder, is al 15 jaar werkzaam voor de digitale overheid, medeoprichter van Gebruiker Centraal en voormalig bestuurslid van Code for NL. Hij stelt dat elke organisatie die zich met open source wil bezighouden eerst helder moet krijgen wat precies het doel is, en welke raakvlakken dit heeft met de persoonlijke of zakelijke motivatie van potentiële deelnemers.

De grote publieke betrokkenheid is vooral te danken aan het maatschappelijke belang

“Het belangrijkste doel van de CoronaMelder-app was door middel van openheid, transparantie en samenwerking het vertrouwen van het publiek te winnen omtrent de privacy”, legt Plantinga uit. “Dat bewoog veel mensen om mee te kijken en te denken. Daarnaast was de app op meerdere gebieden heel innovatief, wat ook veel mensen aantrok.” Zijn taken als community manager waren breed, met nadruk op het faciliteren van de communicatie tussen alle betrokkenen en geïnteresseerden. Plantinga: “Ik vervulde een brugfunctie tussen het ontwikkelteam, de community en de buitenwereld. Daarbij leidde ik discussies in goede banen, maar faciliteerde ik ook gesprekken en meet-ups met de verschillende partijen, waaronder tech- en privacy-experts, journalisten, leden van VWS, de secretaris-generaal en zelfs Hugo de Jonge.”

Belevingswereld en motivatie

De app bleek zeer succesvol en is tot op heden zo’n 4 miljoen keer gedownload, wat volgens Plantinga mede te danken is aan de open manier van ontwikkelen. Dit nam veel zorgen weg rondom de privacyvraagstukken. Toch is de grote publieke betrokkenheid volgens hem vooral te danken aan het maatschappelijke belang. Plantinga: “Bij de overheid wordt soms nog gedacht dat het online zetten van broncode er automatisch toe leidt dat een leger aan gratis developers opstaat om aan het project bij te dragen. Zoveel vrijwilligers als bij de CoronaMelder krijg je echt niet bij elkaar als je bijvoorbeeld software voor de Belastingdienst bouwt.”
Voor een succesvol open source project is het volgens Plantinga belangrijk om je echt te verdiepen in de belevingswereld en motivatie van mogelijke deelnemers: “Waar zijn ze naar op zoek? Bedrijven willen nieuwe business, dus die geef je een plekje in de spotlight. Individuen zoeken misschien een intellectuele uitdaging of een kans om met anderen samen te werken. Dat moet je allemaal meenemen in je community-benadering. Met welke middelen of via welke kanalen je dat doet is minder relevant.”

Community architect

Naarmate meer organisaties de voordelen zien van open source softwareontwikkeling, stijgt de vraag naar goed advies. Dit doet Bryan Behrenshausen dagelijks als community architect bij het Open Source Program Office van Red Hat. Daarnaast is hij betrokken bij de Open Organization community en Opensource.com. “Ik zie mezelf niet als manager”, vertelt Behrenshausen. “Ik help vooral om de systemen, processen en infrastructuur neer te zetten die community’s nodig hebben om te functioneren. Ik creëer in feite de omstandigheden waarin ze zichzelf kunnen beheren.” In die rol beantwoordt hij veel vragen van organisaties over de implicaties van open source, de risico’s, hoe de licenties werken en welke ‘best practices’ er zijn: “Met workshops, documentatie en checklists helpen we bedrijven om na te denken over alle aspecten van open source. Het aanstellen van een community manager is altijd goed. Je geeft er een signaal mee af dat je investeert in de community. Iemand die als ogen en oren in de community fungeert, maar ook op allerlei gebieden kan helpen, van het opzetten van communicatiemiddelen tot hulp bij marketing, pr of events.”

Met workshops, documentatie en checklists helpen we bedrijven om na te denken over alle aspecten van open source

Uiteindelijk draait alles volgens Behrenshausen om het definiëren van de juiste open source strategie, waarbij alle partijen het optimale uit de samenwerking halen, en die vervolgens zowel intern als extern promoten. Dit is ook waar Edo Plantinga de nadruk op legt in zijn huidige werk voor Common Ground, een initiatief van gemeenten die willen afrekenen met vendor lock-in en de afhankelijkheid van softwareleveranciers door middel van open source. “Hier spreek je eigenlijk niet meer van een community, maar meer van een ecosysteem van leveranciers en hun opdrachtgevers”, besluit Plantinga. “Die werken samen aan een open source codebase en moeten daarbij goed kijken naar elkaars belangen. De leveranciers willen uiteindelijk allemaal een boterham verdienen en als opdrachtgever moet je daar oog voor hebben wil je hun medewerking krijgen. Ik vind het daarbij heel mooi om te zien dat er al zoveel software open source vrijgegeven wordt door verschillende partijen, tot aan een open source implementatie van de Basisregistratie Personen aan toe. Dit maakt het veel makkelijker om samen te werken en om zo burgers en ondernemers steeds beter te bedienen.”

Dit artikel is gepubliceerd in iBestuur 38, april 2021

Op donderdag 15 april organiseerde iBestuur samen met Red Hat een Thuisdebat met Lourens Visser (CIO Rijk) Mariëlle van der Zanden (CIO gemeente Utrecht) en Stefan van Oirschot (chief digital advisor Red Hat).
KLIK HIER voor het verslag van het Thuisdebat en het terugkijken van de video

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren