Blog

Beleidsconcurrentie

De voornemens uit ‘Maak Waar!’ laten een verkrampte overheid zien die de relatie met de marktpartijen die actief zijn op het gebied van digitalisering op een laag pitje zet.

De bronnenlijst van ‘Maak Waar!’, het onlangs verschenen rapport van de studiegroep Infomatiesamenleving en Overheid is imposant. Er staan bijvoorbeeld vijf rapporten van de WRR bij en ‘Maak Waar!’ is eigenlijk de uitgebreide managmentssamenvatting daarvan.

Vooral van het WRR-rapport ‘iOverheid’ uit 2011. De meeste aanbevelingen die nu worden gedaan kun je daarin terugvinden. Dat de overheid bij zijn pogingen om te vernieuwen ook op zijn bek moet kunnen gaan werd door de WRR al uitgebreid beschouwd. ‘First time right’ is niet altijd haalbaar en ook niet altijd wenselijk. De WRR schreef in 2008 over de risico’s bij innovatie: “Ook betekent dit dat rekening gehouden moet worden met vele mislukkingen, die noodzakelijk zijn om tot waardevolle vernieuwingen te komen”. Ook de Algemene Rekenkamer liet zich herhaaldelijk in die trant uit.

De vorige week overleden oud voorzitter van de Algemene Rekenkamer, Saskia J. Stuiveling, stelde in een interview met iBestuur in oktober 2014: “ICT-fouten horen erbij. Je moet voorlopers niet heel erg zwaar aanpakken als ze in principe geprobeerd hebben de moderne tijd in praktijk te brengen”. Een vrijbrief om maar wat aan te rommelen was dat volgens haar niet. Ze voegde er aan toe: “ Wanneer er fouten worden gemaakt die anderen al gemaakt hebben neem ik ze dat wél kwalijk. Dus ze moeten niet doen alsof ze de eersten zijn die het wiel proberen uit te vinden”.

De WRR wees er in het rapport over de iOverheid (2011) op dat de feitelijke ontwikkeling van de iOverheid mijlenver voor loopt op het politiek bestuurlijk kader dat daarbij hoort en koppelde daar het pleidooi aan om er voortaan een ‘board room decision’ van te maken op basis van een analyse die liet zien dat onze iOverheid weinig van doen heeft met een weldoordacht plan of een samenhangend stelsel. In plaats daarvan is het een “complex en gedifferentieerd stelsel van formele en informele beleids-, ontwikkel- en implementatietrajecten, die per initiatief en per beleidsonderwerp verschillen”. Kortom; een opeenstapeling van ad hoc-besluiten zonder enig besef van de technisch verknoopte samenhang van informatiesystemen binnen ketens. Mooier kunnen we het niet maken.

Het is dus positief dat aanbevelingen die soms al meer dan tien jaar oud zijn nu (weer) opduiken in ambtelijke adviezen voor de toekomstige inrichting van de iOverheid. In dat rijtje horen ook de oproep tot versterking van de ambtelijke expertise, het anders inrichten van het opdrachtgeverschap, het inzicht dat de digitale infrastructuur ‘vitaal’ is voor de Nederlandse economie en dat ICT en digitalisering behoren tot de primaire processen van de overheid. Om maar niet te spreken van de vaststelling dat het gaat om een ‘interbestuurlijke verantwoordelijkheid’ van gemeenten, rijk en andere overheden.

Maar hoe wordt nu gewaarborgd dat de voornemens uit ‘Maak Waar!’ ook daadwerkelijk worden waargemaakt en door wie? Hoe komt het eigenlijk dat goede adviezen al die jaren domweg niet zijn opgevolgd? De Haagse verklaring daarvoor heet ‘beleidsconcurrentie’ en dat is ambtelijke taal voor ruziënde ambtenaren die daarvoor de ruimte van hun politieke bazen krijgen. Iedereen wil gewoon zijn eigen gang blijven gaan en beziet het overleg met de anderen dan ook vooral vanuit het perspectief van het handhaven van de eigen invloed op besluitvorming en op geldstromen. Departementen, uitvoeringsinstellingen, provincies en gemeenten; ze spelen dat spel onderling en met de andere overheden. En als er in dat krachtenveld een vreemde eend opduikt die geen ander belang heeft dan bundelen, verbinden en medeverantwoordelijk maken dan wordt die uiteindelijk het systeem uitgewerkt.

Digicommissaris Bas Eenhoorn verdwijnt daarom even plotseling van het toneel als dat hij er op verscheen. Hij was de eenzame fietser met altijd tegenwind op een parcours met louter kasseienstroken en lekke banden als gevolg van door verschillende departementen en uitvoeringsorganisaties gestrooide punaises. Jammer, u bent te laat aan de finish en wordt gediskwalificeerd! zegt nu een evaluatiecommissie. Degenen die hem aanstelden om hun eigen falen te repareren, die zijn parcours hebben uitgezet en die de punaises strooiden waren ook de opdrachtgevers van die evaluatie!

In ‘Maak Waar!’ wordt ogenschijnlijk de aanbeveling uit het WRR-rapport ‘iOverheid’ om de expertise binnen de overheid op het punt van het opdrachtgeverschap te versterken, overgenomen. Er staat: “Alleen dan kan de overheid de leiding leren nemen in de ontwikkeling en het beheer van de eigen digitale oplossingen. Kort gezegd: de overheid moet mensen in huis halen die kennis hebben van de (mondiale) markt voor digitale technologie, de opdracht kunnen formuleren, en het pakket van eisen en de juridische context en randvoorwaarden scherp kunnen krijgen, een en ander in een bredere context kunnen doordenken en de ontwikkeling van toepassingen vakkundig kunnen begeleiden en in het uiterste geval ook zelf uitvoeren”. Maar het WRR-rapport pleit helemaal niet voor zelf uitvoeren. De WRR pleit voor een andere invulling van het opdrachtgeverschap “en daarbij niet gebonden aan de grenzen van departementen en individuele uitvoeringsorganisaties”. Juist die passage ontbreekt dus in ‘Maak Waar!’ en daarmee blijft er dus alle ruimte voor ‘beleidsconcurrentie’ in de toekomst.

Saskia J. Stuiveling stelde in 2014: ”ik wil niet dat de overheid bang wordt om risico’s te lopen bij de stappen naar een meer eigentijdse inrichting van de eigen organisatie”. Maar de voornemens uit ‘Maak Waar!’ laten een verkrampte overheid zien die de relatie met de marktpartijen die actief zijn op het gebied van digitalisering op een laag pitje zet. Nergens wordt uitgewerkt hoe men denkt te kunnen profiteren van de daar aanwezige innovatieve kennis. Dat staat in schril contrast met hoe de overheid bij de fysieke infrastructuur de contacten met de markt heeft vormgegeven. Er zou in Nederland nauwelijks nog een weg, brug of tunnel kunnen worden gepland en aangelegd als ook in dat domein een zelfde afstand tot de relevante marktpartijen werd gecreëerd.

  • Jan Willem Boissevain | 29 april 2017, 15:07

    Mooie analyse, Bas!

    Het rapport is niet consistent ten aanzien van haar relatie met de markt. In de samenvatting staat:

    de overheid doet in expertise niet onder voor die van de markt; de overheid neemt leiding in ontwikkeling en beheer van de eigen ICT.

    Verderop in het rapport lees ik:

    Buiten de overheid zal altijd meer talent zijn dan daarbinnen. Daarom is het verstandig te investeren in relaties met marktpartijen, en onderwijs- en kennisinstellingen.

    en

    Marktpartijen zijn belangrijke spelers bij de verdergaande digitalisering van de overheid.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren