Blog

De kat en het spek (2)

Te vaak worden kritische blikken bij voorbaat gesmoord in ingekapselde procedures, waarbij met verhullende verkeerslichtjes en/of smileys schijnzekerheden worden gecreëerd.

In mijn eerdere blogs vroeg ik mij af wat we zouden kunnen leren van de mislukking van het programma om te komen tot een een gemoderniseerde GBA/BRP.

Het verbaasde mij dat de onderzoekscommissie stilzwijgend voorbij bleek te gaan aan het besluit van de minister om de resultaatverplichting als leidend organisatiebeginsel om te zetten in een inspanningsverplichting. Hij volhardde daarin, ondanks Kamervragen om dat besluit terug te draaien. [1]

Het lijkt erop dat deze koerswijziging is ingegeven door een expertplatform dat in een periode van tien maanden (2010/2011) negen keer bijeen is geweest en daarna kennelijk uiteen is gevallen. De onderzoekscommissie geeft aan dat niet uit de documentatie afgeleid kan worden waarom het is beëindigd. Er is slechts sprake van ‘voortschrijdend inzicht en opgedane ervaring’ [2]. Het lijkt erop dat de via dat platform losgekomen kritiek in de vorm van onder meer een ‘brandbrief van een leverancier’ [3] niet goed is bevallen.

De onderzoekscommissie trekt hier geen lering uit. Maar ik haal het terug omdat ik meen dat hieruit het belangrijkste leereffect gehaald kan worden: organiseer altijd je kritiek. Maar al te vaak wordt deze kritische blik bij voorbaat gesmoord in ingekapselde procedures (‘Gateway Reviews’, in het geval van GBA/BPR en andere overheidsprojecten), waarbij met verhullende verkeerslichtjes en/of smileys schijnzekerheden worden gecreëerd. Ook het feit dat zelfs (!) een Kamerlid vragen stelt wordt onvoldoende als signaal opgepakt: als je een kluit-in-het-riet formuleert moet je je als ambtenaar toch ook even afvragen waar je mee bezig bent.

Het hele rapport ‘Niet te stoppen’, dat achteraf een feitenrelaas geeft, is wat dit betreft één pleidooi om voortaan preventief een openbaar logboek bij te houden van projecten waarbij politiek en techniek ‘schuren’. Om het met de eufemistische woorden van de commissie te formuleren.

Het is ook frappant om te zien hoe overmatig aanbestedingstrajecten preventief gestructureerd zijn. Een enkele blik op TenderNed doet je de moed al in de schoenen zinken. Welk creatief kleinbedrijf doet daar nog aan mee? In feite is de Europese schaalvergroting, annex bureaucratisering, de dood in de pot voor creativiteit.

Frappant dat de uitbesteding en realisatie vervolgens in een even overdreven geheimzinnigheid lijken plaats te vinden. En, zoals eerder aangegeven, dit speelt niet alleen bij ICT-projecten, maar overal waar de politiek (als opdrachtgever) de (commerciële) techniek niet kan volgen. Ook het relaas over de totstandkoming van de Noord-Zuid-lijn in Amsterdam is achteraf één lange opsomming van bestuurders die bang zijn om af te gaan en ondernemers die bang zijn failliet te gaan. Het daarmee opgedreven effect wordt, in de vorm van miljoenen en miljarden, bij de belastingbetaler neergelegd.

Met behulp van een openbaar logboek, dagelijks bij te houden door bijvoorbeeld een jaarlijks wisselende onafhankelijke persoon, kunnen risico’s en andere onzekerheden tijdig gesignaleerd en aangepakt worden. En inderdaad, dan kan er ten halve gekeerd moeten worden. Gelukkig lijkt staatssecretaris Knops er een voorstander van te zijn vaker te overwegen een project te stoppen. Dat lijkt mij gezond.

Wat mij betreft nog belangrijker dan risicomijding: stel je eens voor hoe goed het zou zijn voor al die grootschalige, gesloten projecten als er tussentijds risicoinschattingen en, vooral, suggesties en initiatieven kunnen komen van meekijkende creatieve geesten. Hoe goed zou dat zijn voor de werkgelegenheid en de belastingbetaler.

Maak de kat en het spek openbaar en de verkeerde emoties verdwijnen als schaduw voor de zon. [4]

Henk Bos is raadslid voor GroenLinks in de gemeente Midden-Groningen

[1] Zie rapport ‘Niet te stoppen’, vanaf bladzijde 19
[2] Idem bladzijden 144/145
[3] Idem bladzijde 23
[4] Zie verder https://sunlightfoundation.com/

  • P.J. Westerhof LL.M MIM | 4 februari 2019, 01:01

    Aan bovenstaande ontbreken twee zaken : ‘Goed Opdrachtgeverschap’ en ‘accountability.
    Dit is systemisch aan decennia van overheidsbeleid in het algemeen en overheidsprojecten in het bijzonder. Iets waaraan ook de Cie. Elias slechts terloops aandacht besteedde. En wat in het huidige Utrechtse Uithof-debacle weer naar voren is gekomen.
    Dat gaat wel wat verder dan basaal project-/programma-management en Gateway Reviews.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren