Blog

Game changer

Ken je het spelletje ‘nightmare competitor’? In de private sector – waar concurrentie aan de orde van de dag is – inmiddels een befaamd fenomeen.

Ken je het spelletje ‘nightmare competitor’? In de private sector – waar concurrentie aan de orde van de dag is – inmiddels een befaamd fenomeen. Het is een aansprekende manier om de sense of urgency aan den lijve te voelen.

Hoe het in z’n werk gaat? Een heel enge concurrent creëren: een rivaal waar je nachtmerries van krijgt. Waar je als het ware badend in het zweet van wakker schrikt. Dé manier voor een organisatie om zich te wapenen tegen een naderend onheil. Want nightmare competitors slaan – met hun innovatie businessmodellen – toe in rustige, verkavelde markten waar door goede afspraken plezierige winsten te maken zijn. En door het spelen van zo’n spel spoor je creatieve geesten in je organisatie aan om na te denken over het afweren van die bedreigingen.

Maginot-linie

Voorkomt drama’s zoals a la de Maginot-linie. Huh? Even opfrissen: in de jaren twintig van de vorige eeuw wilde Frankrijk – herstellende van ‘La Grande Guerre’ met meer dan acht miljoen Franse slachtoffers – zich definitief behoeden voor een herhaling van dat afschuwelijke drama. Zo werd opdracht gegeven voor de bouw van de Maginot-linie. Maar men had destijds één essentieel punt over het hoofd gezien: deze verdedigingslinie werd ontworpen door generaals die de Eerste Wereldoorlog hadden meegemaakt. En dat was een loopgravenoorlog. Uitgangspunt bij de bouw was dan ook dat de lage landen wel weer neutraal zouden blijven. Logisch dus dat aan de noordelijke kant die verdediging niet nodig was. De nachtmerrie hebben we gezien toen de Duitsers in mei 1940 met hun Blitzkrieg om de Maginot-linie heentrokken en Frankrijk in minder dan zes weken veroverde. Domweg omdat de Fransen in de rug werden aangevallen. Laat met die mogelijkheid nou nooit rekening gehouden zijn …

Van bezit naar gebruik

Tsja, leuk verhaal, maar in het publieke domein kennen we geen concurrenten, toch? Wij zijn immers monopolist. Fout! Want as we speak voltrekt er zich een ware omwenteling. Een soort van revolutie: van de ‘bezit-economie’ naar de ‘gebruik-economie’. Zich ontwikkelend van lineair naar circulair of exponentieel. Niet meer verticaal georganiseerd (topdown, boven de partijen) naar horizontaal (netwerk, tussen de partijen). Met een razendsnelle introductie van volledig nieuwe businessmodellen – buiten de gevestigde orde. Allemaal ten dienste van het creëren van klantwaarde. Mogelijk gemaakt door ICT en internet. En dat gebeurt sluipenderwijs: zonder dat we het écht in de gaten hebben. Onderstreept dus dat wij als publieke sector daar alert op moeten zijn. Niet denken dat we er zijn met optimaliseren of upgraden. Waarbij onze traditionele werkwijzen, onze structuren en onze systemen gewoon in tact blijven.

Vier D’s

Want als we goed kijken naar het fenomeen digitalisering dan valt op dat digitalisering de traditionele spelregels verandert: een échte game changer. En dat laat ICT-boegbeeld René Penning de Vries ook zien. Want in zijn visie kenmerkt digitalisering zich – in de sfeer van de bekende 4P’s uit de marketing-theorieën: prijs, product, plaats, promotie – door de 4D’s: disruptive, deceptive, de-localised en democratised. Laten we ze eens even langslopen:

  • Disruptive (verstorend, verscheurend): digitalisering verstoort bestaande ketens, systemen en machtsverhoudingen. Maakt het mogelijk om over traditionele grenzen heen te gaan – waarmee hele andere samenwerkingsvormen ontstaan. Gericht op het creëren van klantwaarde. Mogelijk gemaakt door het structureren van informatie – en niet het structureren van organisaties.
  • Deceptive (misleidend, bedrieglijk, onoprecht): digitalisering komt sluimerend binnen, maar opeens is het er – maar dan wel prominent. Anders gezegd: je ziet de consequenties van deze ontwikkeling niet of nauwelijks. Wolf in schaapskleren dus!
  • De-localised (zonder vaste locatie): tijd- en plaatsonafhankelijk. Je mobiele technologie bevindt zich als het ware in je binnenzak – geen getut meer om naar een kantoor te moeten gaan om daar achter een computer te kruipen.
  • Democratised (democratisch karakter): nauwelijks of geen entree barrières. Iedereen kan ermee aan de slag, zowel als vrager (consument) of als aanbieder (in business). Kennis en kunde is breed toegankelijk. En tegelijkertijd kun je met sociale media iedereen ook zo bereiken. De sky is the limit!

Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’

En het mooie is: laat deze ontwikkeling nou als geen ander passen in onze participatiemaatschappij. Waar de transformatie van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ centraal staat. Met elementen als co-creatie en sturen op eigen verantwoordelijkheid. Waarbij we ICT als driver gebruiken om zowel de publieke dienstverlening te verbeteren, substantiële besparingen te realiseren op out of pocket en apparaatskosten en last but not least de burger een actieve rol geven – ver weg van die tribune. Betekent wel dat we als overheid als de wiedeweerga de stap moeten maken van rule based (regels) naar value based (waarde). Meer moeten gaan acteren in domeinen – gericht op het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Middels slimme vormen van samenwerking en verbinding, zowel publiek-publiek als publiek-privaat. Waar open data écht worden ingezet. Waar informatievoorziening volledig gelijkwaardig is gepositioneerd aan die andere grondstof: de financiële functie. En waar fysieke en virtuele infrastructuur dezelfde behandeling krijgen qua prioritering, financiering en wijze van organisatie. Opdat zo onze lineaire orde van wet en regelgeving die exponentieel toenemende technologische ontwikkelingen daadwerkelijk faciliteert en ondersteunt.

Want daar waren we toch van als publieke domein?

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren