Data en ai
Blog

Het antwoord luidt: ’42’

Zonder echte, eerlijke en juiste vraag blijft elke antwoord een onnavolgbare uitkomst. Ook bij datagestuurd werken.

Het antwoord op de ultieme vraag over het leven, het universum en alles luidt: ‘42’. Voor iedereen die ‘The Hitchhickers Guide to the Galaxy’ heeft gelezen, is dit duidelijk. De rest van jullie moet het getal 42 maar eens googelen.

In het liftershandboek wordt pas na het krijgen van het antwoord duidelijk dat de vraag eigenlijk helemaal niet goed was. Zonder goede vraag blijft elke antwoord een onnavolgbare uitkomst. Niet alleen bij reizen door het heelal, maar ook bij datagestuurd werken. De vraag is het allerbelangrijkste. De echte, eerlijke en juiste vraag. Zo scherp mogelijk geformuleerd. Lukt het niet om je vraag helder te krijgen, ga dan ook geen data verzamelen, je zult namelijk geen bruikbaar antwoord krijgen.

Eén van de manieren om je vraag helder de krijgen is de AVG, de algemene verordening gegevensbescherming. De bepalingen van de Europese privacywetgeving beperken de mogelijkheden om data te verzamelen en uit te wisselen. En juist die beperking dwingt je om je vraag scherp te krijgen voordat je aan het werk gaat. Niet leuk, wel functioneel. De bepalingen uit de AVG beschermen. Ze beschermen onze inwoners. En minstens net zo belangrijk: ze beschermen de betrouwbaarheid en objectiviteit van de overheid. Ze beschermen de kern van onze rechtsbescherming. De AVG spiegelt en helpt om kritisch te blijven. De AVG zorgt ervoor dat we onszelf niet verliezen in een doelredenering, zoals bijvoorbeeld in de toeslagenaffaire van de Belastingdienst of zoals bij het fraude-opsporingsstysteem SyRi (Systeem Risico Indicatie). Dat is de rol die de AVG en artikel 10 van de Grondwet hebben. Dat is de hulp die de AVG kan bieden. Tenminste, als je de spiegel als hulp ziet en niet als probleem.

In de dagelijkse praktijk wordt de AVG zelden als hulp gezien. Gegevensbescherming werkt belemmerend en staat in de weg. Om gevoelde knelpunten op te lossen wordt dan ook niet gekeken naar een aanpassing van de werkwijze die past binnen de grenzen van de (Grond)wet, maar er wordt getracht om de wettelijke belemmeringen op te heffen. Dat laatste is eigenlijk verrassend eenvoudig. Ontbreekt er een wettelijke basis om gegevens uit te wisselen met andere partijen en voor andere doelen, dan kun je de wet gewoon aanpassen. Inmiddels liggen er ten minste vijf (!) wetsvoorstellen klaar om het ontbreken van een wettelijke basis te ‘repareren’. Op dit moment is wetgeving in voorbereiding om uitgebreide gegevensuitwisseling mogelijk te maken voor de volgende onderwerpen: 1) schuldhulpverlening, 2) meervoudige problematiek in het sociaal domein, 3) de strijd tegen ondermijning, 4) de aanpak van radicalisering en 5) de aanpak van zorgfraude.

Al deze wetgeving maakt grootschalige uitwisseling van gegevens mogelijk binnen en tussen overheden, private partijen en ondernemers. Deze wetgeving in voorbereiding maakt het mogelijk om dossiers te bouwen over mensen die veel meer informatie bevatten dan de wetgever ooit verstandig vond. Dossiers die veel verder gaan dan wat de Belastingdienst deed.

Zo maakt het wetsvoorstel aanpak meervoudige problematiek het mogelijk en – in bepaalde gevallen – zelfs verplicht om informatie te delen tussen onder meer gemeenten, artsen, zorginstellingen, woningbouwcorporaties, politie, justitie en onderwijsinstellingen. Al deze gegevens worden gecoördineerd door de gemeente opgeslagen in één dossier. Informatie die valt onder het medisch beroepsgeheim wordt gecombineerd met strafrechtelijke informatie, met de schuldenpositie, eventuele leerachterstand, huurachterstand, en ga zo maar door. Voor het goede doel, dat dan wel. Daar twijfelt niemand aan. Ik ook niet en toch maak me zorgen.

Deze wetsvoorstellen hebben niet alleen een effect op de persoonlijke levenssfeer van inwoners. Met het veranderen en bundelen van informatiestromen veranderen ook de taken, bevoegdheden en de rollen die elk van de partners heeft binnen het betreffende beleidsgebied. Gemeenten krijgen er door de bovenstaande wetswijzigingen bijvoorbeeld taken bij. Taken die als het over radicalisering gaat misschien eerder bij politie en justitie thuishoren. Of als het over complexe zorg gaat taken die juist bij artsen en zorgverleners thuishoren.

Laat ik om dit te illustreren opnieuw te kijken naar het wetsvoorstel meervoudige problematiek (in het sociaal domein). Gemeenten krijgen een coördinerende en regisserende rol in het uitwisselen van informatie en de aanpak van deze veelzijdige problematiek. Deze wijziging heeft in essentie tot gevolg dat gemeenten zelf zorgverlener worden, in plaats van verwijzer. Het heeft tot gevolg dat behandelkeuzes onder bestuurlijke verantwoordelijkheid kunnen komen te vallen. Beleidsmedewerkers moeten immers medische beoordeling en urgentie gaan toetsen en afwegen. Gemeenten worden verplicht om de coördinatie van complexe gevallen over te nemen van zorginstellingen. Artsen worden onder bepaalde voorwaarden verplicht om medische gegevens te delen. Taken, rollen en verantwoordelijkheden gaan hierdoor door elkaar lopen.

Het opzijschuiven van belemmeringen die de AVG ons geeft, is niet waardevrij. Het wijzigen van informatiestromen evenmin. Het is een politieke keuze met mogelijk verregaande consequenties. Met ambtenaren en wethouders die verantwoordelijk worden voor bijvoorbeeld de weging tussen zorgtrajecten, radicalisering, schuldenproblematiek, huurachterstanden en strafrechtelijke trajecten. Met gemeentelijk CIO’s die opeens verantwoordelijk worden voor medische informatie, met beleidsadviseurs die inhoudelijke behandelplannen moeten bespreken en met artsen die hun medische gegevens moeten delen met gemeenten. Of de strijd aan moeten als ze dat niet willen.

Deze wetswijzigingen en de onderliggende dataverzamelingen gaan, vrees ik, niet het gesignaleerde probleem oplossen. Sterker nog: ik vrees dat ze vooral de privacy van inwoners en de betrouwbaarheid van heel wat overheidsinstanties zullen aantasten. Ze zorgen voor een grotere kwetsbaarheid van inwoners, artsen, bestuurders en ambtenaren. Dit zal eerder leiden tot risicomijdend gedag dan tot daadkracht en efficiency. Dit zijn geen technische wetswijzigingen. Dit zijn wijzigingen die de kern van onze rechtsorde en betrouwbaarheid als overheid kunnen raken. Niet omdat we slechte intenties hebben, maar omdat de reikwijdte van onze wens niet begrijpen. Omdat de vraag niet scherp genoeg is. Omdat we het antwoord niet begrijpen. Omdat het antwoord luidt: ‘42’.

André Huykman is gemeentesecretaris/algemeen directeur van de gemeente Zoetermeer

  • Paul van Scherpenseel | 11 mei 2020, 12:03

    Dit betoog raakt een fundamentele kwestie die terecht veel meer in de schijnwerpers moet komen te staan. Wat een gesprek daarover echter lastig maakt, is een volgens mij een dieper liggend probleem: de burger is geen eigenaar van zijn eigen data. Hij heeft geen eigen plek op internet waar hij naar kan verwijzen. Dat is niet alleen de wereld op z’n kop, maar die versnippering maakt het maatschappelijk leven ook onnodig moeilijk.

    Ik zie dat in bijvoorbeeld de strafrechtketensamenwerking en in de jeugdzorg. Ketenpartners willen samenwerken om zo het beste voor een burger te bereiken, maar ze worden daarin belemmerd door onnodige versnippering van gegevens. Ik kan daarom best begrijpen dat partijen de AVG vooral als een belemmering zien.

    Ik ben geen jurist noch een staatsrecht expert, maar in een democratisch bestel anno 2020 is het toch niet meer dan logisch dat de burger zijn eigen data kan beheren en zelf bepaalt wie wat krijgt te zien? Dan houd je het zuiver en overzichtelijk.

    In de strafrechtketen kan het zo zijn dat een verdachte weigert informatie te delen, maar dat is prima want niemand hoeft aan zijn eigen veroordeling mee te werken. Als de burger baas is over zijn data, dan is er duidelijkheid. Zonder de medewerking van een verdachte zijn er nog steeds voldoende opties voor strafrechtketenpartners om hun werk goed te kunnen doen.

    De burger zijn eigen data laten beheren, roept onvermijdelijk de vraag op of hij in staat is dat te doen en kan weten waar hij ja of nee tegen zegt. Die vragen zijn alleen maar goed want ze zijn een extra prikkel voor vooruitgang. Door burgers hun eigen data te laten beheren, ontstaat er een verdere noodzaak om actief aan mondige burgers en aan een volwassen democratie te werken.

    Als burgers een vraag krijgen om gegevens te delen, dan staat hen niets in de weg om eerst de wedervraag te stellen waar de vragende partij een antwoord op wil krijgen. Op die manier kan de burger overheidsinstanties helpen hun vraag goed te verwoorden en een betekenisvol antwoord te krijgen.

  • Gerard Pater | 23 mei 2020, 12:25

    Bijzonder aan de Wet meervoudige problematiek is dat instellingen en hulpverleners enerzijds de plicht krijgen informatie aan te leveren aan de gemeenten, maar anderzijds toch hun eigen afweging moeten maken. Gemeente en hulpverleners hebben verschillende grondslagen voor verwerken. Dilemma’s moet je niet met 1 antwoord oplossen. De casuïstische benadering van de wet is wel oké. De rol van de gemeenten als regisseur wordt echter overschat. Het is goed om ten minste vijf keer te vragen: en dan, en dan… als iemand data wil verzamelen. Dat geldt ook voor prestatie indicatoren. Heel vaak is er bij stap 3 of 5 een Uh… tjah…. dan kunnen we niet verder… Waarom dan veel moeite doen om het te verzamelen. Het verlangen naar veel weten kan ook een soort hebzucht worden. En kennis vermeerderen is ook verantwoordelijkheid (en soms smart) vermeerderen. Maakbaarheidsgedachten spelen soms een rol. Denk aan het WRR rapport: weten is nog geen (kunnen) doen. Iemand moet regisseur zijn in complexe gevallen is het idee, en de overheid is toch een goed onafhankelijke partij? Maar ook daar spelen organisatie belangen een eigen rol (bezuinigingen) naast de publieke taak. Wat was ook al weer de bedoeling, wordt dan na enige tijd gevraagd… Voor wie deden we dit ook al weer. En wat zijn de gevolgen?

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren