Strategische publiek-private partnerships zijn in opkomst. Grote bedrijven ontwikkelen manieren om effectief en langdurig met zorgvuldig geselecteerde universiteiten samen te werken. Nederlandse universiteiten slagen erin om grote en wereldwijd opererende bedrijven aan zich te binden.
Beeld: De aula van de TU Delft – Wikimedia Commons / CC BY-SA 4.0
Onlangs heeft de Technische Universiteit Delft het platform X!Delft geopend, een platform om op een nieuwe manier te kunnen samenwerken met bedrijven. Het plan is dat bedrijfsmedewerkers en wetenschappers uiteindelijk in één gebouw komen te werken, zodat ‘het harde onderscheid tussen bedrijf en onderzoeksafdeling vervaagt’, aldus de rector magnificus Tim van der Hagen in DELTA, het journalistieke platform van de TU Delft, op 7 februari 2019. De versmelting moet dan zo volledig worden ‘dat de medewerkers in de gezamenlijke projecten niet meer weten wie hun werkgever is: universiteit of bedrijf’, laat Van der Hagen weten in het Financieele Dagblad, 4 februari 2019.
Inmiddels hebben acht bedrijven, waaronder Heineken en Volker Wessels, zich bij het samenwerkingsplatform X!Delft als lid aangemeld. Voor een jaarlijkse contributie van 150 duizend euro krijgen zij toegang tot Delftse onderzoekers en de universitaire faciliteiten en mogelijkheden voor projecten, fieldlabs, cursussen, netwerkbijeenkomsten en bestuursdiners.
Ecosysteem
Volgens Van der Hagen past X!Delft in de nieuwe fase die is aangebroken in de samenwerking van de universiteit met bedrijven, die hij ‘ecosysteem’ noemt. Hij vertelt dat de universiteit vijfentwintig jaar geleden begon met contractonderzoek dat ze combineerde met eigen wetenschappelijk onderzoek. Daarna volgde een fase waarin we gezamenlijk aan projecten werkten. Nu vragen bedrijven de universiteit om samenwerking die ‘meer verkennend, gericht op de lange termijn en inniger’ is, aldus van der Hagen in DELTA, 7 februari 2019.
Het ecosysteemdenken aan de TU Delft staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een bredere trend waarin universiteiten en grote bedrijven elkaar steeds effectiever weten te mobiliseren voor elkaars onderzoeks- en innovatieagenda’s. Zo werken de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit in het Innovation Center for Artificial Intelligence samen met Ahold Delhaize, Elsevier en Qualcomm. Een ander voorbeeld van innige samenwerking zijn gezamenlijke innovatieprogramma’s van de Technische Universiteit Eindhoven met ASML, Philips, DSM en Heijmans.
In een recente studie heeft het Rathenau Instituut de opkomst van dit soort strategische publiek-private partnerships in onderzoek onderzocht. Het rapport ‘Bedrijf zoekt universiteit – De opkomst van strategische publiek-private partnerships in onderzoek’, laat zien hoe grote, multinationale bedrijven nieuwe manieren ontwikkelen om effectief en langdurig met zorgvuldig geselecteerde universiteiten samen te werken. Nederlandse universiteiten spelen in op deze ontwikkeling en slagen erin om grote en wereldwijd opererende bedrijven aan zich te binden.
Het onderzoek constateert dat universiteiten zich actief positioneren als onderdeel van de kennisecosystemen rondom de innovatieagenda’s van de industrie. Ze betrekken bedrijven actiever bij hun onderzoeksagenda’s en hun onderzoeksprojecten. Dat gaat verder dan de gebruikelijke benadering van kennisvalorisatie, waarin wetenschappers aan het eind van hun onderzoek op zoek gaan naar partijen die hun onderzoeksresultaten willen gebruiken.
Strategische samenwerkingen tussen universiteiten en bedrijven zijn ook interessant voor de economische beleidsagenda’s van gemeenten, provincies en Rijk. Deze relaties zijn bouwstenen voor een sterke kenniseconomie die hoogwaardige werkgelegenheid biedt.
Strategische visie
Tegelijkertijd roept deze ontwikkeling vragen op over hoe universiteiten en bedrijven op een verstandige manier zulke nauwere relaties aan kunnen gaan. De studie van het Rathenau Instituut constateert dat bedrijven hun belangen goed kennen, terwijl dat niet in dezelfde mate voor universiteiten geldt. Voor universiteiten is het daarom de vraag hoe ze op deze ontwikkeling gaan inspelen. Voor welke partijen kiezen ze en hoe? Hoe gaan ze dat organiseren en wat gaat dat betekenen voor de organisatie en wat ze van hun medewerkers vragen? Wat betekent het voor het onderwijs? De antwoorden daarop spreken niet voor zich. Ze kunnen ook per universiteit verschillen. Iedere universiteit heeft daarom een strategische visie nodig over welke rol ze in de samenleving willen spelen, voor en met wie.
De mix van publieke en private belangen in strategische partnerships maakt gepaste afstand tussen de partijen noodzakelijk. Academische vrijheid moet bijvoorbeeld goed geborgd worden. En zaken als publicatierechten en intellectuele eigendomsrechten moeten goed geregeld zijn. Verder vraagt de lange duur van de samenwerking om goede afspraken over de governance ervan en hoe de partners eventuele wijzigingen in de toekomst overeenkomen.
De vraag is ook hoe lokale en regionale bestuurders en beleidsmakers kunnen inspelen op de opkomst van strategische partnerships. Idealiter draagt de samenwerking bij aan sterkere innovatie-ecosystemen in de regio. Dat betekent bijvoorbeeld dat de partnerships met multinationals niet ten koste zouden moeten gaan van de samenwerkingsmogelijkheden die regionaal verankerde MKB-ondernemers hebben. En dat multinationals worden verleid om bijvoorbeeld R&D-centra in de regio te vestigen.
Inbedden
Beleidsmakers kunnen hierop inzetten door te stimuleren dat strategische partnerships worden ingebed in aantrekkelijke kennisecosytemen en innovatiecampussen. Een voorbeeld daarvan is de subsidie van de gemeente Amsterdam voor het gebouw van het Innovation Center for AI. De provincie Gelderland stimuleert regionale innovatie-ecosysteemontwikkeling met OnePlanet. De provincie Limburg is een actieve partner in de Brightlands Chemelot campus waarin strategische partnerships worden ingebed in een ‘open innovation community’.
Bestuurders kunnen strategische partnerships en het denken in termen van kennisecosystemen gebruiken als inspirerend voorbeeld voor hoe ze universiteiten en hogescholen, bedrijven en andere partijen kunnen mobiliseren voor de kennis- en innovatieagenda’s van de publieke sector. Er zijn grote maatschappelijke uitdagingen op gebieden als zorg, energie, mobiliteit, veiligheid en leefbaarheid. Hiervoor is onderzoek en innovatie nodig waarbij overheden, kennisinstellingen, bedrijven maatschappelijke organisaties hun kennis en expertise weten te bundelen.
Binnen het onderzoeksthema ‘Vitale kennisecosystemen’ onderzoekt het Rathenau Instituut welke kansen en knelpunten er zijn voor meer intensieve inhoudelijke samenwerking tussen overheden en universiteiten of hogescholen rondom maatschappelijke innovatieagenda’s. Welke nieuwe manieren van onderzoekssamenwerking zien we ontstaan? Wat zijn de drijfveren van de verschillende partijen? Hoe kunnen zij hun maatschappelijke rol vervullen? Hoe kunnen nieuwe samenwerkingsvormen, zoals cocreatie in lokale experimenten, bijdragen tot fundamentele kennis en breed toepasbare oplossingen voor grote maatschappelijke uitdagingen? Kennisgedreven samenwerking tussen overheden en universiteiten en hogescholen lijkt nu nog maar mondjesmaat te ontstaan. Welke knelpunten en issues spelen er? Hoe kunnen initiatieven zoals het samenwerkingsplatform X!Delft ook worden ingezet om universiteiten en hogescholen inniger te laten samenwerken met de organisaties in de publieke sector?
Jasper Deuten en Sue-Yen Tjong Tjin Tai zijn onderzoekers bij het Rathenau Instituut